bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: De Ziel van het Noorden De Aarde en haar Volken 1917 by Bertolini Gino

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 68 lines and 14855 words, and 2 pages

Het pavilloen was versierd met vlaggen van verschillende landen. Er lagen lijsten gereed, waarop wij allen onze namen teekenden. Champagnekurken knalden. Telkens gluurde men eens even naar buiten; maar de zon bleef weg. Wij verdreven ons den tijd met babbelen en prentbriefkaarten schrijven. Er waren vier verschillende afbeeldingen te koop van de Noordkaap. Ieder wilde natuurlijk die, waarop ook de zon te zien was. Als photo's waren de prentjes niet veel zaaks; maar ze kostten zonder postzegel nog een halve mark per stuk, zoodat een groet uit de Noordkaap op minstens 60 pfennig te staan komt. De verkooper vertelde ons dan ook tot zijn verontschuldiging, dat hij voor de pacht van de kiosk jaarlijks 300 kronen moest betalen, en zei naar waarheid, dat het "seizoen" hier wel buitengemeen kort was. Men werpt zijn kaarten in een bus aan den voet van den berg. Hier worden ze voorzien van den stempel "Noordkaap", en dan reist de geheele post met de schrijvers op dezelfde boot weer terug. In het pavilloen staan in een halven kring schrijftafels, keurig ingericht, met inkt, pennehouders en pennen, en vloeipapier. De dingen worden niet, zooals in andere landen, aan den lessenaar vastgemaakt; trouwens in dit jaargetij komt alle bedreven kwaad hier dan ook onverbiddelijk "aan het licht".

Op eens klonken van alle zijden luide uitroepen: "De zon! De zon!"--Wij geleken wel allen op Oswald uit Ibsen's "Spoken" op dat oogenblik. Het geheele paviljoen kwam in beweging en wij stormden naar buiten. Alleen de prentbrief kaarten man bleef rustig zitten. Hij had die veelbegeerde zon naar zijn zin zeker al dikwijls genoeg onder de oogen gehad.--Ik zal den indruk niet licht vergeten, dien ik nog ontving, al was het slechts een korte afscheidsgroet, dien de zon ons toewierp, eer zij zich weer aan onzen blik onttrok. Tot beschouwingen was het overigens de tijd niet; met koortsachtige haast werden de kodaks gegrepen, en overal klepperden de deksels der camera's. De beste opnamen krijgt men bij korte belichting. "Gauw, een groep vormen!" riep iemand opgewonden. We vlogen allen haastig naar de zuil en konden ons nog juist groepeeren, zoo goed dat in der haast ging, eer de lichtende kogel zich weer aan ons oog onttrok.--Weer breidde zich de vale, arctische schemering uit over de rotsen, de sneeuwvelden, de verre plassen en moerassen en de enkele rondvliegende vogels. Het werd koud, en huiverend maakten wij ons gereed voor den terugtocht. Boven aan den rand van het plateau ontmoetten wij de achterblijvers die onderweg hadden gerust en nu het beste bleken gemist te hebben. Welgemoed trokken zij echter mantels en jassen dichter om zich heen, in 't bewustzijn dat zij het doel ten minste hadden bereikt.

De reis naar Spitsbergen wordt in den regel ondernomen van uit Hammerfest. Hier nam dan ook de pastoor van Drontheim afscheid van ons, met andere reisgenooten, die ons lief geworden waren op den tocht, en slechts weinig passagiers bleven over, die op onzen noorschen schoener de reis naar Spitsbergen mee wilden maken. Urenlang gleden wij, als door den wind gedragen voorwaarts, totdat laat in den namiddag beweging kwam in de rustige golven.

"De wind slaat om", klonk de stentorstem van den kapitein van de brug. Onmiddellijk begonnen de matrozen de zeilen te reven. Tijd om de naaste kust te bereiken was er niet meer. De storm brak met geweld over ons los en dreef ons uit alle macht naar het westen. Het duurde uren, eer het we?r bedaarde, en toen de Hedda weder macht kreeg over de golven, waren wij niet ver meer verwijderd van de IJslandsche kust. Daar het noodig was, de door den storm aangerichte schade te herstellen, besloot de kapitein een haven binnen te loopen. Over twee uur zouden we voor anker gaan.

Daar lag het nu werkelijk v??r ons, dat eenzame eiland, dat ons steeds zoo onbereikbaar ver weg was toegeschenen; als een door de zee omgeven kluizenaarswoning kwam het ons voor, doch een kluizenaarsverblijf, zoo groot als Baden, Wurtemberg en de Beiersche Rijnpfalz met elkaar.

Het scheen een schoon land met zijn diep in de kust snijdende fjorden, zijn lachende dalen en schuimende watervallen; zijn geweldige gletschers, en zijn honderden vulkanen en geysers. Geen bosschen echter waren er te zien. Slechts wat magere berkenstammen teekenden zich af tegen den horizon. Dat wegsterven van den plantengroei in het Noorden wordt vergoed door den rijken bloei der fauna, zoo te land als te water. Terwijl men het aantal schapen hier op 90.000 en dat der paarden op 40.000 schat, laat het aantal rendieren, waarvan de eerste paren in 1700 werden ingevoerd, en waarmede het ging als met de konijnen in Nieuw-Zeeland, zich niet eens vaststellen, wegens de verbazend groote hoeveelheid.

De 80.000 bewoners van het eiland zijn van skandinavischen oorsprong. In het jaar 860 werd IJsland ontdekt door dezelfde Noormannen, die in 876 Groenland en in 1000 Nieuw-Engeland ontdekten. In Reykjavik, de geheel van hout gebouwde hoofdstad, woont een luthersch bisschop. In het jaar 1000 had IJsland een republikeinsch bestuur. Toen het later onder de heerschappij van Denemarken kwam, bewaarde het den zin voor vrijheid en onafhankelijkheid, die het trotsche land nog thans eigen is. De reis van IJsland naar Spitsbergen duurde vijf dagen. Vijf dagen te midden van de heerlijke kleurenpracht der steeds wisselende tinten der golven onder het telkens weer veranderende licht. Eens, toen wij in bewondering verzonken op het dek stonden, hoorden wij, geheel onverwacht, de klanken eener viool. Beneden in zijn hut ontlokte de kapitein aan zijn instrument de tonen van een zwaarmoedig, po?tisch lied van Grieg. Het was als de openbaring der diepe noorsche volksziel, de ziel van bergbewoners en zeevaarders.

De archipel van Spitsbergen behoort aan niemand, is herrenlos, zooals de Duitschers het noemen. Ontdekt werd hij in 1592 door de Hollanders Barents en Heemskerk, bij hun pogen om den noord-oostelijken zeeweg naar Azi? te vinden. In het jaar 1612 kwamen ook de Engelschen hier, die rijk gewin trokken uit jacht en visscherij. In de 17e eeuw ontstonden hier meermalen bloedige twisten tusschen engelsche, hollandsche en fransche walvischvaarders, totdat ten slotte Holland, Engeland, Denemarken en Noorwegen de heerschappij onder zich verdeelden over de wateren der uit zes groote eilanden bestaande Spitsbergen-groep. De eersten die hier waagden te overwinteren, waren de Russen. Noorsche jagers hebben onlangs hun voorbeeld gevolgd. In den winter is de eilandengroep volkomen afgesloten door ijsschotsen, die zich des zomers beperken tot de Noord- en Oostkust. Aan de andere beide zijden verhindert de golfstroom de ijsvorming. De gemiddelde maandtemperatuur stijgt in Juni tot 1? boven nul; in Juli tot 5?, in Augustus tot 3?. Sneeuw valt in alle maanden. Gedurende 124 dagen komt de zon in het geheel niet te voorschijn.

Dit "Ultima Thule" krioelt van scherpe rotspunten, waarnaar het dan ook zijn naam draagt. De reusachtige Dickson-gletscher schijnt een uit zee oprijzende ontzaglijke zilveren muur. De lucht is zoo zuiver, dat lijken hier niet tot ontbinding overgaan; maar eenvoudig uitdrogen.--Er groeit hier een soort poolwilg, en de benedenste gedeelten der rotsen zijn bedekt met mos, dat in geval van nood als voedsel kan dienen.

Toen wij omstreeks middernacht de westzijde van Spitsbergen naderden, sneeuwde het, terwijl de zon helder scheen, een aller wonderlijkste combinatie, het uur van den dag in aanmerking genomen. In de nabijheid der bocht waar wij aankwamen, bevond zich een troep Engelschen, die juist terugkwamen van de rendierjacht. Ze droegen noorsche oliejassen en sommigen hadden ook broeken aan van dezelfde stof, die de visschers van de Lofodden en Westeraalen dragen, als zij dagenlang bij stroomenden regen in hun open boot op de roeibank zitten. Anderen droegen hooge waterlaarzen, die men met riemen opzij aan de heupen bevestigen kan; een tweede riem wordt nog om het been boven den voet gewonden. Wij zwierven geruimen tijd op het groote eiland rond. In de Sassenbaai bij het IJsfjord zagen we dieren genoeg, maar nergens een struik, een plekje groen of een menschelijke woonplaats. Men voelde zich aan den drempel van een doodenrijk. Op een hoogte bij de Advent-baai zagen we twee graven en de overblijfselen van een hut.

Noorsche rendierjagers, die zich door de te vroeg verschuivende ijsvelden in October 1895 den terugweg zagen afgesneden, hebben in die hut gewoond en rusten in die graven. En ten slotte zagen wij, aan de overzijde van onbegaanbare ijsvlakten, de Virgo-baai, vanwaar de ongelukkige Andr? zijn reis begon, toen hij in zijn luchtschip den weg zocht naar de Noordpool. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de sneeuwmassa's die zich verzamelden op het bovenvlak van den ballon, niet konden smelten, zoodat hij, onder hun last bezwijkend, als een uitgeputte vogel naar beneden stortte, en het omhulsel, dat hem door het luchtruim had gedragen, langzaam werd verteerd.

Er liepen geruchten, dat zich bij de Bereneilanden walvisschen hadden vertoond. Daar ik zeer verlangde, de jacht van nabij gade te slaan, begaf ik mij aan boord van een der walvischvaarders die naar die streek vertrok. Het stoomschip droeg v??r op den boeg het kanon, waarvan men zich thans bedient om de dieren te dooden. Vroeger vervolgde men den walvisch met booten, waaruit de onverschrokken jagers den harpoen wierpen, doch waarbij zij het grootste gevaar liepen, door de beweging van het water, veroorzaakt door de stuiptrekkingen van het dier, te worden omgeworpen en in de diepte gesleurd. In de 17de eeuw kwamen de Hollanders op het denkbeeld het werptuig uit een geweer te schieten. Toen omstreeks 1860 in Indi? de jute ontdekt werd, een vezelplant, die zeer in waarde wint door een behandeling met walvischtraan, werd ook de walvischvangst weer met ijver bedreven. Een eenvoudige robbenjager, de noorsche kapitein Svend Foyn uit Tonsberg, vond het middel, om den harpoen uit een kanon te schieten, z??, dat het werptuig door een lang touw aan het schip blijft verbonden, en het dier, eenmaal getroffen, niet meer ontsnappen kan. In den regel sterft het aan de bekomen verwondingen. Het geschut is draaibaar; wordt door een man bediend, en van voren geladen. V??raan is de harpoen bevestigd, die bestaat uit twee sterke, een meter lange staven, met een ring in het midden, waaraan een touw bevestigd is, en die aan de buitenzijde zijn voorzien van scherpe weerhaken, die zich diep in het vleesch boren van den kolos. In het jaar 1867 doodde kapitein Foyn op die wijze zijn eersten walvisch; in het volgende jaar maakte hij er reeds een dertigtal buit; waarna hij patent nam op zijn uitvinding en een groot vermogen verwierf. In het jaar 1878 ving hij niet minder dan 100 walvisschen, die elk 40000 kronen waard waren. Hij bleef echter bij zijn eenvoudige levenswijze en vestigde zich op zijn 70e jaar te Vads?, waar hij in een ruw-houten huisje woonde en ijverig in den Bijbel las. Zijn groot vermogen liet hij na aan liefdadige instellingen. Later werden meerdere maatschappijen opgericht, die de walvischvangst in het groot ondernamen, in 1886 waren ruim veertig booten hiertoe in gebruik, verdeeld over 22 stations. In het jaar 1885 werden aan de laplandsche kust 1400 walvisschen gevangen. Door die rustelooze vervolging zijn de dieren schuw geworden. Zij nemen thans de vlucht als zij een walvischvaarder zien naderen, 't geen zij vroeger niet deden; het bewustzijn van gevaar schijnt dus door overerving te worden voortgeplant.

Lang zwierven we rond zonder iets anders te zien dan een menigte dolfijnen van allerlei grootte, die rondom het schip dartelden, totdat eindelijk een der matrozen, die gespannen in de verte tuurden, bij het eerste morgengrauwen uitriep: "en Hwal!"--De boeg van het schip wendde zich in de richting waar het dier zich vertoonde, en met een vaart van 20 mijlen in het uur ging het voorwaarts. Nu en dan verdween de reus, dan weer zagen wij een zuil water omhoog spuiten. Hij moest ons hebben bespeurd; want hij scheen te vluchten. Doch wij haalden hem in en kregen hem onder schot. Daar vliegt uit den loop van het dreunend kanon de harpoen, die in den breeden rug blijft steken. De visch duikt onder en komt weer boven, het schip voortslepend, dat bij iederen stoot kraakt in zijn voegen. De golven zijn rood gekleurd. Nog een laatste slag met den staart, een bruisend geweld--en de buit is vermeesterd.

Ik keerde terug op de Hedda, als de allerlaatste passagier. N?g hooger naar het Noorden stevenden wij, tot aan den rand dier geweldige witte woestenij van nimmer smeltend ijs, waarin de pool ligt. Had door een wonder die muur kunnen vaneensplijten, dan zouden wij, langs open water, in enkele etmalen het veel omstreden punt hebben bereikt. Want wij bevonden ons thans op 81?1'12'' N.B.

Lang stond ik stil, zonder een woord te spreken, roerloos. Alle besef van eigen lichamelijkheid was verdwenen, om plaats te maken voor de loutere gedachte.--In dezen kerker had Frithjof Nansen verwijld, terwijl Noorwegen wachtte op dien sterken strijder voor haren roem en hare onafhankelijkheid. Hierheen drong Lodewijk van Savoye om nieuwe wegen te ontdekken in Itali?'s naam. Hier bleef zijn trouwe metgezel Francesco Querini, noode gemist door zijn vaderstad Veneti?, la buona madre, getrouwelijk wachtend op hare zonen, die zij niet met eigen oogen sterven zag....

In dat uur, bij dien aanblik, zonk voor mij al het kleine en drukkende, alle bitterheid van het leven weg, om plaats te maken voor blijmoedige berusting.

AANTEEKENING

Tekst en illustraties zijn ontleend aan Gino Bertolini. Die Seele des Nordens. Berlijn, Dietrich Reimer .

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

 

Back to top