Read Ebook: De Boeventaal Zakwoordenboekje van het Bargoensch of De taal van de jongens van de vlakte by K Ster Henke W L H
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
Ebook has 1250 lines and 10976 words, and 25 pages
Ham , huis. Ik smeer hem naar ham.
Handje, een handje geven .
Handvol, 5 jaar. Ik wed, hij krijgt kimmel jantjes . En ik wed, hij krijgt een handvol .
Twee handen vol .
Hassebassie, slokje.
Hebbedinge, zaken.
Heetspeler, iemand, die met hartstocht speelt.
Heibel, drukte, rumoer, herrie, ruzie.
Heibelmaker, ruziemaker.
Heilie, drukte. Wat maak je weer een heilie.
Heit, 5. Heit jantjes . Heit meier .
Heitje, 5 stuivers . Ik zet er een heitje.
Heitjes-piejijzers, kwartjesvinders.
Helle, wijs, slim.
Hengelen, de klink van een deur etc. lichten met behulp van een ijzerdraad.
Hengs, uitroep, bij het toebrengen van een kopstoot.
Hengst, schok hem een hengst ; kopstoot.
Hiep, schoen, ook wel klomp. Meneer had zoo goed als geen hiepen om de kleezen.
Hiepenmaker, schoenmaker.
Hintemer, gemeene, vieze, ontuchtige kerel; sodomiter.
Hip, avontuurtje; ook snol. Dat niese loopt op een hip. Ze kan hippies bij de vleet krijgen.
Hobbelbak met daaien, tafel waarop met dobbelsteenen gespeeld wordt.
Hoed, agent van politie.
Hoed, spuug bloed, Zooals de waterleiding doet.
Hoek, brigadier van politie te Rotterdam. Dubbele Hoek .
Hoerenkolkje, Oudezijds Kolk, een grachtje b/d. Prins Hendrikkade te Amsterdam achter de St. Nicolaas kerk. Ik wou de vink in het Hoerenkolkje gooien toen ik merkte, dat er nog cassavies in steunden.
Hollanders, sleutels met kruisen. Ze waren bezig eenige Hollanders uit te peezen . Zie Kienen.
Hommeles, twist.
Hondje, dubbeltje.
Hoofdsmeris, Hoofdcommissaris van Politie.
Hoog gaan, gearresteerd worden .
Hoogeschool, gevangenis te Leeuwarden.
Hoogstapelaar, spotnaam voor iemand, die een schijntje verdient. Schrijver van bedelbrieven in hoogdravenden en hartroerenden stijl.
Hotel Bellevue; id. de houten lepel etc., gevangenis.
Hortsik, paardevleesch. Ook: paardenslager.
Huidje, jas.
Huis, verstand. Ben je dan heelemaal je huis kwijt?
Huppelwater, jenever.
Iep, musch. Een jonge iep.
Iezel, huis. Een leeg iezel . Ik ga dat leege iezel op, om blauw . Op de leege iezeltjes tippelen .
Immes, , goed, echt, prettig. Een immese lik . Immese schooren .
Ook: heusch. Het is immes.
Als ik maar ??n neutje gehad heb, voel ik me weer immes .
Knijs immes uit je lampies .
Inspringer, opgeschoven raam.
Intippelen, binnengaan.
Jajem, jenever.
Jajemen, drinken.
Jajemer, drinkebroer.
Jajempie, slokje, borrel.
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page