bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: De strijd tusschen Noord en Zuid Deel 1: Overrompeling eener plantage by Verne Jules

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 2411 lines and 73821 words, and 49 pages

>>Dat zou jammer geweest zijn," was het bedaarde antwoord.

>>Ja, zeer jammer, en niet alleen jammer, maar ook teleurstellend."

>>Zeker; want er zouden twee dagen hebben moeten verloopen," vervolgde een ander, >>alvorens gij hadt kunnen vertrekken naar... Ja, waarheen? Wij zullen het weten, als ge het ons zult willen zeggen."

>>Wanneer de kapitein naar dien onbeschoften James Burbank geluisterd had," viel een derde in, >>dan zou de Shannon zich nu reeds op een kwart mijl beneden Picolata bevinden!"

>>Nogmaals, dat zou jammer zijn," antwoordde de nieuw aangekomene.

Texar had zich, vergezeld van zijne vrienden, naar het voorschip begeven. Hij vergenoegde zich master James Burbank, van wien hij slechts door de breedte der brug gescheiden was, aan te kijken. Neen, hij sprak geen enkel woord; maar de blik, dien hij op hem wierp, was voldoende om te doen begrijpen, dat er een onverzoenlijke haat tusschen die beide mannen bestond.

Wat James Burbank betrof, deze draaide Texar, na hem vlak in het aangezicht gekeken te hebben, den rug toe en nam plaats bij het achtergedeelte der roef, alwaar zijne makkers reeds gezeten waren.

>>Wat ziet die Burbank er ontevreden uit!" zei een van de makkers van Texar.

>>Hetgeen trouwens te begrijpen is," antwoordde een ander.

>>Zijne leugens hebben hem niet gebaat en de recorder heeft zijne valsche getuigenissen alle recht laten wedervaren."

>>Maar de recorder heeft hem niet gevonnist..."

>>Dat is waar, Texar."

>>Welnu, met dat vonnissen belast ik mij," zei Texar.

De meertrossen waren middelerwijl losgegooid. Het voorschip was door middel van lange boomstaken van het landhoofd afgeduwd geworden, de schepraderen der boot volvoerden eenige omwentelingen, en weldra gleed de Shannon snel met den stroomdraad, waarbij zij door de ingetreden eb krachtig geholpen werd.

De beide oevers der Sint John gleden als met verbazende snelheid voorbij.

De lezer weet misschien, hoe de stoombooten, die bestemd zijn op de Amerikaansche rivieren en meren dienst te verrichten, er uitzien. Het zijn ware huizen met verscheidene verdiepingen, die met breede terrassen bekroond zijn. Zij worden beheerscht door beide schoorsteenen der machine, en door een tweetal masten, die de hoofdtouwen te dragen hebben, waaraan de spinnekoppen bevestigd zijn, welke de zonnetenten uitgespreid moeten houden.

Die stoombooten zijn op de Mississippi ware vlottende paleizen, die ieder de geheele bevolking van een vrij groot gehucht zouden kunnen bevatten. Voor den dienst op de Sint John en voor de Floridasche steden waren zulke paleizen niet noodig. Neen, de Shannon was slechts een vlottend h?tel, hoewel zij zoowel door hare innerlijke inrichting als door haar uiterlijk de meeste overeenkomst had met de Kentucky's en met de Dean Richmonds.

Het weer was prachtig. Het donkerblauwe uitspansel was met eenige lichte nevelvlokjes gevlekt, die hier en daar, langs het hemelgewelf verspreid, zweefden. Het luchtgestel gedurende de maand Februari is in de bedoelde streken der Nieuwe Wereld, gelegen onder den dertigsten graad noorderbreedte, bijna zoo warm als dat van de streken der Oude Wereld, op de grenzen der Sahara, die snikheete woestijn, gelegen. Toch temperde een zachte bries, welke de zeewind van den Atlantischen Oceaan toevoerde, dat klimaat eenigermate en belette, dat het er onverdragelijk heet werd.

Het meerendeel der passagiers van de Shannon was dan ook op het dek gebleven, om, tegelijk met de frischheid van het windje, de doordringende geuren te genieten, welke het uit de oever-bosschen tot hen overbracht. De schuin neerschietende stralen van de dagvorstin konden hen onder het afdak der uitgespannen zonnetenten, die door de luchtverplaatsing, door de snelheid der boot teweeggebracht, als punka's heen en weer bewogen werden, niet bereiken.

Texar had met vijf of zes zijner makkers, die met hem aan boord gekomen waren, goedgevonden naar de >>dining-room" te gaan, die in het benedenschip gelegen was. Daar bevochtigden zij hunne keelen, die aan de sterke dranken der Amerikaansche bar's gewoon geraakt waren, met boordevolle glazen gin, bitter en Bourbonwhiskey. Het waren, om kort te gaan, ruwe kerels, die in hun uiterlijk niets voornaams vertoonden, meer met lederen dan met lakensche kleeding gekleed waren, uiterst onbeschaafd en onbehouwen in hunne uitdrukking en dan ook eerder moesten geacht worden tot de oudere dan wel tot de Floridasche steden te behooren.

Texar scheen eenig recht van meerderheid op hen uit te oefenen, hetgeen waarschijnlijk zijn oorsprong zoowel in de geestkracht van zijn karakter als in de belangrijkheid van zijn maatschappelijken toestand of van zijn vermogen had. Toen dan ook Texar den mond niet opende, bewaarden zijn volgelingen allen een stipt stilzwijgen en benuttigden de gelegenheid om den tijd, dien zij niet met praten doorbrachten, aan drinken te besteden.

Eindelijk ontviel evenwel aan Texar, die met verstrooiden blik een der dagbladen ingezien had, welke op de tafels der dining-room ter lezing lagen:

>>Dat alles is oude kost!"

>>Nogal begrijpelijk," antwoordde een zijner makkers.

>>Hoe zoo?"

>>Gij hebt eene courant in de hand, welke drie dagen oud is."

>>En in drie dagen gebeurt zooveel," viel een ander van het gezelschap in.

>>Vooral sedert hier in de buurt gevochten wordt," vulde een ander aan.

>>Hoe staat het met den oorlog?" vroeg Texar.

>>Wat ons meer in het bijzonder betreft, Texar, ziehier de staat van zaken: het federalistisch gouvernement zou zich, zooals algemeen beweerd wordt, onledig houden met het uitrusten van eene expeditie naar Florida. Het gevolg daarvan is, dat wij ieder oogenblik een vijandelijken inval vanwege de Noordelijken te verwachten hebben."

>>Is dat zeker?"

>>Och, kom..." wilde er een tusschenbeide brengen.

>>Dat kan ik niet zeggen," ging de berichtgever voort; >>maar het gerucht er van heeft te Savannah geloopen, en ik heb het ook te Sint-Augustijn hooren bevestigen."

>>Welnu, laat die federalisten maar komen, nu zij met aanmatiging verkondigen, dat zij ons onderwerpen willen!" riep Texar uit, terwijl hij met de vuist zoo op de tafel sloeg, dat flesschen en glazen rinkelend opsprongen. >>Ja, laat ze maar komen! Zij zullen dan ontwaren, of de slaven-eigenaars van Florida genegen bevonden zullen worden, om zich door die abolitionnistische dieven te laten uitschudden en bestelen!"

Dat antwoord zou eene tweeledige inlichting verschaft hebben aan hen, die niet op de hoogte waren der gebeurtenissen, waarvan Noord-Amerika op dat tijdstip het tooneel was. Namelijk, vooreerst dat de secessie of afscheidingsoorlog, die feitelijk verklaard was door het kanonschot hetwelk op den 11den April 1861 op het fort Sumter gelost werd, toen in zijn hevigst tijdperk was; want hij strekte zich toen bijna tot aan de uiterste grenzen der Zuidelijke Staten uit; en eindelijk dat Texar aanhanger van het stelsel van den slavenhandel was en gemeene zaak maakte met de overgroote meerderheid van de bevolking der slavendistrikten.

En juist bevonden zich dien dag aan boord van de Shannon verscheidene vertegenwoordigers van de beide partijen in elkanders tegenwoordigheid.

Aan den eenen kant: Noordelijken, anti-slavenhouders, abolitionnisten of federalisten, zooals zij gedurende dien oorlog gewoonlijk genoemd werden; aan den anderen kant: Zuidelijken, slavenhouders, slavenhalers, secessionnisten of geconfedereerden.

Texar en zijne tochtgenooten stonden een uur later, nadat zij meer dan voldoende hunnen dorst gelescht hadden, van hunne zitplaatsen op, om zich naar het bovendek der Shannon te begeven.

Men was reeds de Trent-kreek en de Zes-Mijlen-kreek voorbijgestoomd. De eerste dier haftvormingen verleende toegang aan het water tot aan de grens van een dicht cypressenbosch; de andere tot het uitgestrekte moeras, de Zes-Mijlen-kreek genaamd, welker naam den omvang dier moerassige oppervlakte aangeeft.

De stoomboot stevende toen tusschen twee oevers, overdekt met prachtige bosschen van Virginische tulpenboomen, van magnolia's, van pijnboomen, van cypressen, van altijd groenende eikenboomen, van Adams-naaldboomen en van vele andere, die zich even prachtig voordeden en welker stammen te midden van verwilderde azalea-struiken en van onuitwarbare slingerplanten niet te bespeuren waren. Soms bij het voorbijstevenen van de kreek-mondingen, waardoor de water-toevoer naar de moerasachtige vlakten van de graafschappen Sint Jan en Duval plaats heeft, werd eene sterke muskuslucht, die den dampkring als het ware verontreinigde, ontwaard. Die doordringende geur was niet afkomstig van sommige boomen of struiken, welker uitwasemingen in dit luchtgestel zoo onaangenaam scherp kunnen zijn, maar wel van de alligators, die bij het luidruchtig voorbijstevenen van het stoomschip in allerijl eene toevlucht zochten te midden der lange biezen en andere grasgewassen, welke de boorden van de rivier overdekten.

Wijders ontwaarde men velerlei soorten van vogels, zooals bonte spechten, jacamars, reigers, roerdompen, duiven met witte koppen, orphee?n, spotvogels en meer anderen met uiteenloopend gevederte. Daaronder was voornamelijk de kat-vogel, die met zijne buiksprekersstem alle mogelijke geluiden, die hij waarnam, nabootst, zelfs die van den kraaghaan, welke een gekraai uitstoot met metaalachtigen klank, schetterend als het getoet eener trompet en wat op een afstand van vier of vijf mijlen vernomen wordt.

Toen Texar de laatste trede van de kajuitstrap opgestegen was om op het dek op een vouwstoeltje plaats te nemen, was eene vrouw op het punt om die trap af te dalen, welke ook naar het salon der boot voerde. Zij trad haastig terug, toen zij zich tegenover dien man geplaatst zag. Dat was eene mestische vrouw, die bij de familie Burbank in dienst was. Haar eerste gebaar was dat van een niet te onderdrukken walging, toen zij zich plotseling in tegenwoordigheid van dien aartsvijand van haren meester bevond. Zonder zich te bekreunen over den giftigen blik, dien Texar haar toewierp, sprong zij op zijde. Hij trok de schouders verachtelijk op en keerde zich tot zijne makkers.

>>Ja, dat is Zermah," riep hij uit, >>een der slaven van dien James Burbank, die er op snoeft geen aanhanger van de slavernij te zijn!"

Zermah antwoordde niet.

Zoodra de toegang tot de kajuitstrap vrij was, daalde zij naar het salon van de Shannon af, zonder het minste gewicht aan die gesproken woorden te hechten.

Texar van zijn kant begaf zich naar het voorschip van de stoomboot, zette zich daar neder, stak eene sigaar aan en scheen zich, zonder verder eenige aandacht aan zijne tochtgenooten, die hem gevolgd hadden, te schenken, geheel en al te verdiepen in de nauwgezette waarneming van den linkeroever der Sint John, die daar de grens van het graafschap Putnam uitmaakte.

Middelerwijl ging ook het gesprek op het achterschip van de Shannon zijn gang.

Natuurlijk was ook daar de oorlog het onderwerp van het gesprek.

Nadat Zermah zich naar het salon begeven had, was master James Burbank alleen gebleven met de twee vrienden, die hem naar Sint Augustijn vergezeld hadden. De een was zijn zwager, de heer Edward Carrol, de andere was een Floridiaan, die te Jacksonville woonde en master Walter Stannard heette. Ook zij spraken met eene zekere opgewondenheid over den bloedigen strijd, waarvan de uitslag eene quaestie van leven of dood voor de Vereenigde Staten van Noord-Amerika was. Maar zooals men wel uit het vervolg van dit verhaal zal ontwaren, oordeelde James Burbank, met het oog op de mogelijke gevolgen, geheel anders dan Texar over dien oorlog.

>>Ik heb haast," zei hij, >>om te Camdless Bay terug te zijn."

>>Dat wil ik wel gelooven," antwoordde Walter Stannard.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

 

Back to top