Read Ebook: Judith: treurspel in vijf bedrijven by Hebbel Friedrich Suchtelen Nico Van Translator
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
Ebook has 657 lines and 28352 words, and 14 pages
~Holofernes.~ Had ik het bevel dan al gegeven?
~Hopman.~ Neen, maar ik kon verwachten dat ge het dadelijk geven zoudt.
~Holofernes.~ Wie ben je dat je het waagt mij de gedachten uit het hoofd te stelen! Ik wil dat niet, dat voorkomende, opdringerige gedoe! Mijn wil is ??n en jullie daad tw??, niet omgekeerd. Onthoud dit!
~Hopman.~ Vergeving! .
~Holofernes~ . D?t is de kunst: zich niet laten raden, eeuwig een geheim blijven! Het water verstaat die kunst niet: voor de zee bouwde men dijken, voor rivieren groef men een bedding. Het vuur verstaat haar ook niet; dat is z?? ontaard dat koksmaatjes zijn natuur al door en door kennen en nu heeft het voor iederen schooier zijn kool gaar te koken. Zelfs niet eens de zon verstaat haar; men heeft haar baan bespied en schoenlappers en kleermakers meten den tijd naar hun schaduw.--Maar ik versta haar! Ze spionneeren rond mij heen en gluren door de kieren en reten van mijn ziel naar binnen en probeeren uit ieder woord van mijn mond een looper te smeden op mijn hart. Maar mijn Heden past niet op mijn Gisteren; ik ben niet een van die dwazen die in laffe ijdelheid voor zichzelf knielen en altijd den eenen dag tot den nar van den anderen maken; ik hak den Holofernes van heden getroost in stukken en geef hem den Holofernes van morgen te eten. Ik zie het leven niet als een bloot, vervelend voederen, maar als een voortdurend ?m- en herscheppen van het bestaan. Ja, onder al dit armzalig volk komt het mij soms voor, alsof ?k alleen bestond; alsof zij slechts daardoor tot het besef van zichzelf konden komen, dat ik hen een arm of been afhouw. Ze merken het ook meer en meer. Maar inplaats van dichter tot mij te komen en tot mij op te klimmen, trekken zij zich schuw terug en ontvluchten mij, als een haas het vuur dat zijn knevel zou kunnen schroeien. Had ik maar een vijand, ??nen slechts, die het waagde mij te weerstaan! Ik zou hem willen omhelzen; ik zou, als ik hem in heeten strijd in 't stof geworpen had, mij op hem willen storten en met hem sterven! Helaas! Nebucad Nezar is niets dan een verwaand cijfer, dat den tijd verdrijft door zich steeds maar met zichzelf te vermenigvuldigen. Wanneer ik mijzelf en Assyri? niet meetel, blijft er niets over dan een met vet opgevulde menschenhuid. Ik zal de wereld voor hem onderwerpen, en als hij haar h??ft, zal ik haar hem weer afnemen!
~Een hopman.~ Er kwam zoo juist een bode aan van onzen grooten koning.
~Holofernes.~ Breng hem dadelijk bij mij! . Nek, zijt ge nog lenig genoeg? Nebucad Nezar zorgt er wel voor dat ge het buigen niet verleert!
~Bode.~ Nebucad Nezar, voor wien de aarde zich kromt en wien macht en heerschappij gegeven is van opgang tot ondergang, biedt zijn veldheer Holofernes den groet des Gezags.
~Holofernes.~ Deemoedig wacht ik zijn bevelen.
~Bode.~ Nebucad Nezar wil niet, dat voortaan andere goden naast hem worden vereerd.
~Holofernes~ . Waarschijnlijk heeft hij dit besluit genomen, toen hij het bericht van mijn laatste overwinningen ontvangen had.
~Bode.~ Nebucad Nezar beveelt, dat men h?m alleen zal offeren en de altaren en tempels der andere goden met vuur en vlam verdelgen.
~Holofernes.~ ??n in plaats van zoo velen; dat is een groot gemak. Maar niemand heeft het gemakkelijker dan de koning zelf. Hij neemt zijn blanken helm in de hand en verricht zijn gebed voor de eigen beeltenis. Alleen moet hij oppassen voor buikpijn, dat hij geen grimassen maakt en zichzelf doet schrikken. Nebucad Nezar heeft zeker de laatste maanden geen kiespijn gehad!
~Bode.~ Wij zijn de goden daarvoor dankbaar.
~Holofernes.~ Hemzelf, wilt ge zeggen.
~Bode.~ Nebucad Nezar beveelt dat men hem iederen morgen bij zonsopgang een offer brenge.
~Holofernes.~ Vandaag is het helaas reeds te laat; wij zullen bij zonsondergang aan hem denken.
~Bode.~ Nebucad Nezar beveelt ten slotte nog u, Holofernes, dat ge uzelf zult sparen en uw leven niet aan elk gevaar bloot stellen.
~Holofernes.~ Ja vriend, als zwaarden maar iets behoorlijks konden uitrichten zonder mannen! En bovendien, kijk, door niets breng ik mijn leven zoozeer in gevaar als door drinken op de gezondheid des konings en daarmede zou ik toch onmogelijk kunnen uitscheiden.
~Bode.~ Nebucad Nezar zeide dat geen van zijn dienaren u kon vervangen en dat hij nog veel voor u te doen had.
~Holofernes.~ Goed; ik zal mijzelf liefhebben, omdat mijn koning het beveelt. Ik kus zijn voetschabel! . Trawant!
~Trawant.~ Wat beveelt Holofernes?
~Holofernes.~ Er is geen god buiten Nebucad Nezar! Roep het uit!
~Heraut~ . Er is geen god buiten Nebucad Nezar! .
~Holofernes.~ Priester! Hebt ge gehoord wat ik liet uitroepen?
~Priester.~ Ja.
~Holofernes.~ Zoo ga en sla den Baal stuk, dien we meeslepen. Het hout schenk ik u.
~Priester.~ Hoe kan ik stuk slaan wat ik aanbeden heb?
~Holofernes.~ Laat Baal voor zichzelf opkomen! Een van beiden: Ge slaat den god stuk of ge hangt uzelf op.
~Priester.~ Ik zal hem stuk slaan. Baal draagt gouden armbanden.
~Holofernes~ . Vervloekt zij Nebucad Nezar! Vervloekt zij hij, omdat hij een groote gedachte had; een gedachte, die hij niet tot eere brengen, maar alleen verknoeien en belachelijk maken kan. W?l heb ik het reeds lang gevoeld: de menschheid heeft maar ??n groot doel; een god te baren uit zichzelf; en die god dien zij baart... hoe zal hij toonen, dat hij god is, dan door zich in eeuwigen strijd tegenover haar te stellen; door alle dwaze aandoeningen van medelijden, van huiveren voor zichzelf, van terugduizelen voor zijn ontzaglijke taak, te onderdrukken; door haar tot stof te vermorselen en haar nog in het doodsuur een jubelkreet af te dwingen!--Nebucad Nezar weet het zich gemakkelijker te maken. Een heraut moet hem tot god stempelen, en ik moet der wereld het bewijs leveren dat hij het is! . Is Baal verbrijzeld?
~Priester.~ Hij staat in laaien brand! Moog hij 't vergeven!
~Holofernes.~ Er is geen god buiten Nebucad Nezar! U beveel ik de gronden daarvoor te ontdekken. Iederen grond betaal ik met een ons goud en ge hebt drie dagen tijd.
~Priester.~ Ik hoop aan uw bevel te kunnen voldoen. .
~Hopman.~ Gezanten van een koning smeeken om gehoor!
~Holofernes.~ Van welken koning?
~Hopman.~ Vergeving. Men kan de namen aller koningen die zich voor u verdeemoedigden, onmogelijk onthouden!
~Holofernes~ . De eerste onmogelijkheid die mij bevalt. Breng ze voor! .
~Gezant.~ Z?? zal de koning van Lybi? zich voor u in 't stof werpen, wanneer ge hem de genade betoont zijn hoofdstad binnen te trekken.
~Holofernes.~ Waarom kwaamt ge niet al gisteren? Waarom kwaamt ge niet ??rgisteren?
~Gezant.~ Heer!
~Holofernes.~ Was de afstand te groot, of de eerbied te klein?
~Gezant.~ Wee ons!
~Holofernes~ . Gramschap vervult mijn ziel, gramschap tegen Nebucad Nezar. Ik moet wel genadig zijn, dat deze wurmen niet te verwaand worden en zichzelf voor de bron van mijn gramschap houden! . Staat op en zegt uwen koning...
~Hopman~ . Gezanten uit Mesopotami?!
~Holofernes.~ Breng ze binnen. .
~Gezant uit Mes.~ Mesopotami? biedt den grooten Holofernes zijn onderwerping aan, wanneer het daardoor zijn genade kan verkrijgen.
~Holofernes.~ Mijn genade schenk ik, ik verkoop haar niet.
~Gezant uit Mes.~ Zoo meende ik het niet. Mesopotami? onderwerpt zich op iedere voorwaarde; het hoopt slechts op genade.
~Holofernes.~ Ik weet niet of ik die hoop vervullen mag. Ge hebt lang getalmd.
~Gezant uit Mes.~ Niet langer dan de verre weg noodzakelijk maakte.
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page