bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: De zonderlinge avonturen van Zijne Excellentie de Generaal by Brusse M J Marie Joseph

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page

Ebook has 151 lines and 16401 words, and 4 pages

kon lichten! Dat was alles immers even fel bezield, hartstochtelijk spel, tot in den edelen zwier van de sigaar-m?t-bandje naar zijn mond, en 't fattig lipgespitste rook-uitblazen. Dat was 'n strekken van zijn Don Quichotte-gestalte, hoog en hooger naar zijn steigerende verbeeldingen op, die steeds weidscher om zwierden in de aristocratische kringen van "die alderhoogste w?reld", boven mijn toch ook maar simpele burgerlijkheid uit.

Doch nu, afgemat als hij was, klonk er vermoeide gelatenheid in zijn stem, een nederig streven om zijn hooghartigheid jegens mij vooral weer goed te maken; een verlegenheid met dien vaak bevelenden toon van zijn extase, en dat hij me zoo laatdunkend de geheimenissen van "die etiquette onder de grootelui" had toegeduwd ...

Hij was onder 'n hoedje te vangen, terwijl ie nog maar zoowat voortstamelde en stotterde, telkens blozend bij ?l te doorzichtige leugens, om 't verhaal aan 'n end te brengen--?n langzaam den gepasten overgang te vinden op 't ontvangen van mijn Kerstgaaf in zijn technisch uitgestoken bedelaarshand,--altijd min of meer penibele situatie, die hij zoo goed mogelijk pleegt te redden door zijn familiare lachje, en 't achteloos gebaar, waarmee hij 't geld dan zoo maar in den wijden, wijden zak van zijn dalles-dekker laat vallen, zonder 'n woord van dank.

Hij hortte en stootte dus moeizaam voort, 'n machteloos opfladderen van zijn vleugellam gevlogen verbeelding, met matte herhalingen, zonder verband,--als 'n stumperig uit zijn rol gevallen acteur. Maar n?g kon hij niet vermoeden in zijn hooge waan, dat ik 'm snapte;--'k aanvaardde immers ?l zijn verzinsels sullig weg en naar de letter! Hij vindt mij een lummel--dat merk ik telkens--omdat ik 'm nooit tegenspreek en hem altijd heel belangstellend aanzie als 'n uiterst curieus object. Hij heeft 'n welbewuste minachting voor mijn ongewikstheid, al vindt ie in 't verschil van maatschappelijke positie--ach arme stumpers die wij daar allemaal zijn!--t?ch wel 'n prikkel om mij z'n amice te noemen, en 'n gretig behagen om in 't verzorgder milieu van mijn werkkamer te vertoeven, van de slaapste?, of, God weet, van onder de bruggen uit. Daar droogt ie dan weer 's heelemaal op en wordt warm tot in het gestremde merg van z'n gebeente. Ook waardeert hij precieuselijk onze geurige koffie en thee, en dan smullen zijn stiekeme oogen glunder aan de in 't frissche katoen geserreerde figuur onzer dienstmaagd, wanneer die hem "eigenhandig" zijn dampend kopje of wel het twaalf-uurtje brengt... Maar bovenal stemt de rust van zoo'n dag eens niet de onherbergzaam kille wereld in te hoeven zwerven hem biester kneuterig...

Zal ik 't hem nu aandoen, na zijn bravoerlijk paradeeren onder de grootheid--twee hoofdstukken lang voor uw verblufte oogen!--om hier den berooiden generaal van kort v??r zijn val te vertoonen, op slappe beenen van weelde-genoten, doorgezakt in de knie?n, zijn "goud" zwart beslagen, z'n "eereborst" afgetakeld, z'n pet voor stille speurders stiekem over de oogen gedrukt en met den in de lorum geraakten staf sjegrijnig en knijperig sukkelend achter 'm aan?

't Wordt 'n desolate historie,--de generaal is zoo moe. Laat ik 'm liever 'n extraatje geven om eens ferm te schransen en lekker te gaan slapen in een frisch bed, dan kan ik 'm morgenochtend zijn oordeel vragen... Misschien dat hij er van nacht 'n minder smadelijk eind aan beleeft.

"Och ja"--zei de vagebond, nu meer op koel mededeelenden dan op beeldenden toon--"dat heeft toe' twee en half jaar en drie dage geduurd ... Maar godallem?chies zoo'n r?l!--Zoo kan ik me hand twee en dertig maal verdraai?, en as die rechtbank d'r achter komp, dan zeg 'k dat 't niet-en-waar is. O man, en allegaar z?? fijn geskreve, da' j't h??st niet ken leze ..."

Ook stonden z'n h's er nu weer allemaal in, want 't was voorloopig erg nuchter en zakelijk:

"Zie je,"--vertelde hij--"want we ben daar toe' nog 'n week of drie gebleve, na 'k bij 't kappetaal 'n oplichterij had gedaan, groot ... vier duzend acht honderd gulde;--bij 't h??ge kappetaal! An de schatrijkste lui ging ik weer de komplemente brenge van die familiebetrekkinge in Indi?,--die 'k van me levensdage nooit had gezien. Daar stuurde 'k dan me beletkaartjes an en wier afgehaald of gong er zelf per rijtuig heen, wier d'r heerlijk onthaald, terwijl ik de inwendige mensch nakeek of daar voor mijn wat viel te plukke bij geval,--om rede mijn bankier uit was, en van zu'k soort smoesies meer. Dusdanig leende ik overal duzend of vijftienhonderd gulde en dempte daar die putte van drie-, vier-, vijfhonderd mee. Zoodat ik as eerlijk man groote oplichtinge miek om de kleine te dekke. Maar h?tels en kleermakers betaalde ik n??it;--da' was eenmaal Fransch en kon ondergeteekende zich dus niet an onttrekke ...

"Toe Middelburg af was gestroopt, trokke me dus na dat hotel Pays Bas in Utrecht,--met de ??rste trein weg, in 'n ??rste klas rijtuig, en daar er dan welderis andere passegiers inzitte, en ik in polletiek wel 's niet vermomd was,--want da's zwaar zoo'n pruik en baard--huurde ik voor mijn en me staf alleenig die h??le coup? effe af ... Nou en polletieke ha'k netuurlijk genog: op laast zeve, acht pakke, want wie vertrouwt er soms geen generaal?... Maar de kleermakers magge hierbij niet worde vermeld, om rede d'r nog in leve benne, die f 2500 op ondergeteekende's krijt hebbe staan.

"Ook ka' je zoo nagaan da'k bij me vertrek iedere bediende, van schoenpoeser tot kofferdrager af, 'n tientje gaf volgens die etiquette van de hoogste aristocraassie, en zoo wiere er voor mij vanzelfs diepe buiginge gemaakt in bijzijn van die verneuriede hotelhouwer ... An 't station schonk ik me koesier effe ... vijf en twintig gulde fooi.--"La' maar zitte." Goeiegenade noggetoe, nogal niks!

"Netuurlijk kreeg ik in Pays Bas me appartement weer bove die poort met vijf kamers, en vijf kelners wiere angenome voor mijn alleenig, angezien die bollebof nog nooit eerste klas slapers had gekamerd. Waarop ik speksie miek in de kazerne van "de Veld" en ik orders gaf an de dienstdoende kappitein Jhr. O., om de andere dag die stukke in die Maliebaan te gaan zette, om rede ik zelf 't commando uit wou voere.--Zeg?--nou! ?f die ofciere in draf zatte, want ik zat op me schimmel, ree links en rechs met me educans, om te kijke of die kenonne in orde voor tijd van oorlog ware, en 't was allegaar oudroest.--Wat een deining!--Toe vergezelde ik zelf die heele stoet na de kazerne werom, waarop kapitein Jhr. O. mijn na 't hotel opgeleidde, waar me schilderhuis al sting en me wacht, en ik zoo maar de sierade van me borst afplukte, om kedo te doen an de ofciere d'r dames. En ik noodigde er verscheie uit van de veld en de mineurs bij mijn op 'n neutje ... sjampoepel, waar 'k op 't moment n?g wel 's effe zin an had ...

"Maar de zake mochte er niet onder lije, en vier dage later zat 'k alweer druk-op in me oplichterije. Zoo gauw ze uit Middelburg maande, seinde 'k: "Spectiereis, geduld"--werom ... Binne 'n groote zes weke ha'k ook hier me zestien miel geflescht ...

"To 'k twee dage voor ons vertrek 's alleenig in Wageninge gong neuze, waar 'n boezemvrind uit Brussel van mijn was gevestigd, en 'k dus me staf achterliet. Maar die ami-intime van mijn had me verniggeld, zooda'k langs die straat loop, en 'n groentevrouw an die deur van 'n eerste klas villa hoor vrage an die mevrouw: "heb u nog als maar geen tijding uit Indi? gehad?"--Wat ondergeteekende achter z'n oor knoopte.

''k Gong dus 'n herreberg in--'k wil zegge: zoo'n groot caf?-restaurant ? la carte, en liet me 'n kejakkie brenge m?t de Figaro, en hieuw die inspres onderstbove, want ik zat bijna in donker.--"Ka je dat averechs leze meheer?"--zeit me dat frommes achter die tapkast. "Ik kan rechs en links leze dame, a'k mijn bril maar heb of gouwe lornjet." Wat allegaar begonne was om kennismaking. Want: ik zoch iemand die d'r zoon as eerste-luitenant in Indi? was. Waarop zij zeit: "dan mot uwe zeve deure verder weze; daar het me man verle? week nog wijn gebracht, en toe' het die mevrouw gezeid: 't zou me wel duzend gulde waard zijn a'k maar tijding had."--"Z??"--zeg ik--"noodig uws man dan uit om haar edele effe mijn eksjellentie's kaartje an te prizzeteere". Waarop ik na Utrecht werom ging, want ik most volges die etiquette eerst uitgenoodigd worde door die medam.

"En jawel hoor, klokke vier en twintig uur later kwam die brief. Die hotelhouwer most zich daarvoor natuurlijk eerst in gala kleeje, om die mijn te brenge, en anders miek 'k 'n standje--want 'k zat juist te dineere... En me ete, da's me heilige plicht voor 't in stand houwe van die menschheid. Altijd, en n?g. A'k vreet kan 'k bevoorbeeld ook nooit geen pelisie vele. Buite ben 'k pakbaar--da's volges de code civile. Maar a'k binne zit te bikke, dan kenne die klabakke eerst fesoendelijk d'r beurt afwachte,--to'k over die dake weg ben gespat. Wat jou?

"Recht is recht. En daar sting in die brief of z'n eksjellentie baron v. T. v. S. zoo goed wou weze na Wageninge bij die douairi?re over te komme, want 't was 'r wel d'r rechterarm waard, om tijding van d'r geliefde kroost te hoore.--Je mot me maar niet ankijke, nou; a'k dat vertel begin 'k amper te huile.--In geen vijf jaar had ze geen letter vernome!...

"Da's koffie"--zeg 'k tege me maats--"dan lawe medeen maar onze bagazie na Arnem in 't Zwijnshoofd brenge"--want die hotelhouwer hier wou ?ls maar die afrekening na mijn standplaas in Haarlem sture, wat ik voorgaf niet te wille wete voor me vrouw, van wege die vertering, die ik miek op grooste schaal,--en stapte zelf af in Wageninge met me staf. Hier wiere we door de grooste heer van 't gerecht gesalueerd.

"Te voet trokke we in optocht door die stad. Daar sting al 'n groot publiek in blije verwachting voor die deur en in de ronde. Lakeie in livrei hieuwe die orde en introduzeerde ons an mevrouw. Zij zat vergezeld met hare dochter--haar eenige troost die d'r nog overgebleve was,--en ontving ons allerminzaamst:

--Zijn eksjellentie, zou u mijn zoon nog herkenne in polletiek en in grand tenu?"--vroeg ze mijn, die doerak.--"Ik ben de almachtige God zoo dankbaar, dat de caf?houwer mijn meegedeeld heeft as dat er 'n generaal bij zijn geweest was, die weet had van mijn laaste kroost."

--Mevrouw douairi?re, 't is geen drie maande geleje dat ik nog met zijn edele uw zoon te paard heb gewandeld op Padang Pandjang ..."

--"Hier is mijn album",--zeit zij toe', waarmee ondergeteekende niet op ze gemak was, omrede hij de bewuste persoon natuurlijk nooit in de linke gehad had, en 't album twee-en-tachetig differente fotografies bevatte van allegaar dames en heere in polletiek.--Waarop ik dat eerste blad opende. En daar spreker dezes 'n premier klas fisolemie-kenner is, en in de petrette van de mannelijke tak geen millitair voorkomen zag, vestigde ik mijn aandacht op dat vijfde blad en leesde ik in die fisolemie: dit is een krijgsmanshouding. Waarop ik antwoordde met groot lef: "da's ie sprekend, maar as jonger".

--Daaran het zijn eksjellentie gelijk"--zuchtte die ?dele weduwvrouwe met trane van geluk over d'r wange. En ik 'm vervolges zes, zeve keere in polletiek d'r uithaalde uit 't zelfde fisolemie. Waarop ik mededeelde op dat oogeblik in benauwde omstandighede te verkeere, en niet durfde telegrafeere uit rede van de zenuwstaat van mijn vrouw de barones, die zij netuurlijk van anhuwelijking speciaal goed kon,--en of ze me altemet an geen f 1500 wou helpe.--"Volgaarne, eksjellentie"--zeit zij--"maar 'k hoef nooit 'n cent ervan weerom te hebbe, omrede uw familie daar te goed voor is, en uws dienst is met geen geld te betale."--Zoodat ik toe' diep geroerd beloofde an de menister van koloni? de bewuste gedetacheerde te late verhooge in die milletaire stand.

"Nou heb ik dus weer vijftienhonderd pop in me zak, en 't benne allegaar oplichterije. Dus ik vertrek, en blijd da'k van dat wijf af ben,--'k had zitte knijpe.--In Arnem staan netuurlijk weer die twee schilderhuize met de noodige schildwachte op mijn te wachte, want dat was al overal bekend.--En 't zelfde liedje. An de sergeant van 't piket gevraagd waar die generaal woonde van de gele rijers; waarop zij allemaal in de pesisie stinge, niet voor mijn polletieke pakkie, maar voor me borst met ridderorders.--Andere dag met me staf te paard op bezoek bij me mede-generaal. En toe me educan daar anbelde, zou z'n eksjellentie juist ook te paard stijge, waarvoor die deur geopend wier door 'n heereknecht in 't groen, met dito broek tot an ze kouse. Daaronder witte kouse met l?ge schoene stile Louis treize, alles na de hoogste etiquette voor zijn bewuste meester.

"Maar ik wou zien of hij zijn etiquette versting en bleef dus zitte. Hij bekeek mijn eerst en zei toe': "U ben 'n persoon om kennis te make." Nou legt die opvoeding van de dienst an mijn eige persoon. Waarop hij na achtere gaat, waar zijn paard sting met zijn ordonnans,--en 't de weet van mijn is, waar ik rije mot op mijn paard, dat as in oorlogstijd uit 'n schimmel bestond. Maar mijn educans volge mijn op vijftien pas. En toe' ik zag dat zijn ordonnans rechs van 'm reed, dee ik dat ook.--Ja, je mot geen knoopedraaier weze voor zoo'n rol!--"En z'n eksjellentie"--zeg ik--"u heb wellicht wel 's meer met een generaal uit rije geweest?"--Hoe vin je 'm, die kneep van mijn? Ja, want ik wou netuurlijk Velp welleris zien omdat daar ??k nog zoo'n schatrijke douairi?re met 'n zoon in Indi? zat, die ik effe gauw op twee lappies van duzend had geschat.--En toe ginge we weer ventre ? terre door Arnem terug tot zijn huis, waarop ik afsteeg, en mijn eerekaartje afgaf met de vraag of ik spectie over die gele rijers make moch', wa'k er ... ja, krimmeneel bezonder heb afgebracht!--Maar da's l?f, hoor,--met 'n echte generaal,--en geeneen gesjochte jonge doet 't mijn na ... D'r is immers nog n??it zoo'n rol gespeeld in ons land!

"Maar netuurlijk kan ik je niet al die oplichterije vertelle, want dat zou 'n roman worde, nog zeve maal dikker as de Bijbel ... en die drie maande in Arnem alleen heb 'k 'n duzend gulde of elf op de kop kanne tikke. Toe ben 'k effe na Utrecht gegaan om mijn hotel te betale,--'t eenigste wat ik in Nederland ooit betaald heb, en daarna heb ik incognito op gemeubeleerde kamers uit zitte blaze in De Haag, mijn geliefde residentieplaas. Dat kostte mijn daar, met me twee educans, an de Voorhout effe f 75 per week voor ameublement m?t pension--da's de kost. Ik heb er netuurlijk ook wel enkelde slaggies geslage, maar die hadde nie' veel te beduie: van ??n, twee, drie honderd gulde,--geen grand-tenu-somme; ka' je zoo nagaan, want ik werkte daar in polletiek, omdat er veels te veel gouwe torre rondkroele in die stad, met van die ouwe gehaaide verraai-generaals.

"Toe trok me hart weer na Zeeland terug, met name in Goes. We zworve daar dat land in de ronde, en bij de rijkste leende ik wat ik kon leene, al ware 't soms kleine kaptale, waarvan--ik bezweer je--'k nooit 'n cent terug heb betaald. En zoo kwamme we dan eindelijk in Berge op Zoom, die vuile ongeluksstad, waar je geeneens 'n 1e- of 2e-rangs logement had, zoodat we weer verplicht ware gestoffeerd te gaan wone, en hier trok ik alle dag met me staf in uniform door die strate, om dat wantrouwe niet op te wekke.

"Zoo loop ik, in polletiek, met me maats van Berge op 'n prachtige achtermiddag na Thole om te geniete van die natuur bij maanlicht,--waar ondergeteekende 'n speciale liefhebber van is,--as mij daar in ??ne 'n beeldschoone dame in zwarte sluier tegekwam, en mijn enkel maar afvroeg: "Wat ben u gauw bevorderd, eksjellentie, u ben net zoo min generaal as ik kapiteinsvrouw".--Waarop ik heel skrikkelijk verschoot, en mijn vleugeladjudant, de Markies de Touard, die lijende was an de vallende ziekte, van de schrik een toeval miek.

"En zij zweeft door na' Berge op Zoom.--Waarop ik in 't naastbijgelege caf? om hulp vroeg voor me educan op te knappe, en 'n half uur priv? met me collega's weze moch', voor 't geld dat 't kostte, onder 't nuttige van 'n dejeuner ... froid ? la fourchette, bestaande uit brood, vleesch en koffie.

"Toe vroege die twee jonges an mijn: "Wat motte me nou beginne,--de kogel is door de kerk, en me benne verneuried?"

"Laat alles maar an mijn over"--zeg ik--"ik zal dat varke wel wassche.--Want in me jonge jare het die beeldschoone dame mijn haar liefde verklaard,--en daar het ze nou zeker 'n soort haat en nijd van gemaakt."--

"Ja man, nou vertel ik je de fijnste roman uit dat verrajersleve van die vrouwelijke seksie. Want een vrouw in zwarte sluier had er mondelings kennis van gegeve an de commissaris van politie en an die kazerne. Maar de justitie dorst mijn niet te arresteere, en dee dat over an de milletaire macht om da'lijk de valsche generaal te onteere... Nie minder dan vier, vijf patrouilles defileerde er heen en weer door die stad: sergeant, kopperaal met acht man, of luitenant, 'n eerste, 'n tweede, ? tour de r?le. Maar daar was ondergeteekende zich niet van bewust. Dus ik gong na Berge terug.

"Onder de weg ontmoet ik 'n wachtmeester van de huzare, die mijn speciaal kon. Hij komt na me toe en zeit: "meheer, je mag wel oppasse, want ze loope patroulle om je te vatte. En dat zou mijn spijte, want je rol is te mooi."

"Daarop zijn we in dat koffiehuis de avond gaan zitte afwachte met verschillende consumsies. 't Bitterste was dat in Berge die paarde nog stinge van me eige: 'k had f 675 voor mijn schimmel gegeve en voor die twee andere f 550,--van kleine oplichterije netuurlijk betaald. Zoodat ik in die herberg eerst me pruik en baard afdee, en werp in die sloot, met modder, gras en zand d'r over. Maar 'k zat met de gelde nog in de zak van me kamgare pak, ?n beige demi. Dus denk ik: 't eenige wat ik doen kan is die caf?houwer me heele rol te vertelle, waarop hij met me brief na' de stal is gegaan, de huur het betaald, en die paarde na dat caf? late brenge ... Wat netuurlijkerwijs 'n flater van mijn was ... Ja, da's de steek wat de spreker het late valle,--zooas 't de beste breisters vaak overkomt.

"Vervolges heb ik me persoonlijk alleen vervoegd in ons kosthuis--sluipenderwijs langs-achter die tuin, waar ik snikkend an die kostjuffrouw vroeg: "Mevrouw, ik bid u uit de Netuur of u mijn wil bescherme?"--"As 't me man goed is ...", zeit zij.--"Uws man zal voor mijn geen oogeblik van ze vrijheid motte misse".--Waarop die man miek: "Meheer, meheer, wat heb je nou uitgevoerd?"

"Ja"--zeg ik weer--"wie sta, zie toe dat hij niet valt."

"Daar die mensche erg vroom ware, koesterde ze een diep meelije met mijn. Daarom heb ik hullie me kiste in late pakke met die adresse op me eige naam, bureau restant Anvers. Maar dat g?ld nam ik er netuurlijk z?lf eerst uit: f 11.422 zonder dat zullie 't zagge. En toe' vroeg ik wat ik haar schuldig was.

"De cente, die u thans nog in je zak heb, zal je wel noodig hebbe om te ontkomme; daarom geve we je de penninge, dat je ons schuldig ben, in naam van Jezus Christus cadeau.--Zorg alleenig dat je uit de gevangenis blijft!"--Waarop ik huilende wegging en die vrouw omarmde ...

"Ja, want ik was ??k niet heelegaar brandschoon, omrede ik onder de weg en in dat caf?, waar me educans maar wit-bestorve zatte te knijpe, tot hede drie-en-twintig kejakkies genome had, en maar niet dronke kon worde, zooas die zenuwe inwendig trokke. En in 't bewuste koffiehuis hebbe me toe' ook nog 't een en ander verteerd, zoodat we wel rijtuige hoorde voorbijrije, maar niet wetede dat dat om ?ns was begonne. Waarop ik die koffiehuishouwer betaalde ?n 'm voor ze weldaad honderd gulde wou geve. Maar nee--zei die edele man--"geef die dan maar an me dochtertje, die, as Katteliek zijnde, 't andere jaar toch d'r eerste kemunie mot doen." Zoo ginge me dus die plaas op, bestege onze gereedstaande rosse, en reje in 't holst van de nacht die weg na Thole op.

"Die pont, die je daar heb, stakke we over te paard, en an de eerste tol, die dicht was--??k verraje werk--schreeuwde mijn eerste vleugeladjedant om de tolbaas ... toe daar p'rdoes vier heere met hooge hoeje uitspronge: de president van de rechtbank uit Zierikzee, met de substituut, de officier uit Middelburg, en een ander, die ik niet kon. Maar de eerste kwam na mijn toe, en: "Eksjellentie"--zeit ie--"stijgt van uws paard, want ik wou wel 'n paar woorde met je verwissele." Waarop ondergeteekede, zooas je wel begrijpe kan, netuurlekerwijs wel lont rook, van ze paard af klom, dat vastgehouwe wier door 'n man met r??je baard, en me laaste bevele gaf an me staf. Toe zeit hij: "in naam des Konings zijt gij mijn arrestant, want ge zijt niet de baron v. T. v. S., maar Racier, de vroegere doofstomme marskramer,"--'t welk doende hij zijn rooje sjerp vertoonde an mijn.

"Nou--gedane zake neme geen keer, h??--en achter dat tolhuissie stinge 'n antal van na mijn schatting wel 15 ? 16 veldwachters, dus ik antwoordde nederig: "edelachtbare heere president ?n rechters, ik ben geknipt en 'k zal volgaarne meegaan, maar om de nagedachtenis van me edele moeder smeek ik genadig of we 't altemet niet zonder gelei? van die heere veldwachters af zouwe magge, want--hoe diep ook gedaald zijnde as athe?st, het 'n mensch toch nog z'n schaamte en eergevoel".--Waarop die officier zijn orders gaf dat die openbare macht kon verdwijne, en ik m?t me staf en van die justitie z'n tegenwoordigheid vereerd, in 'n rijtuig met tw?? paarde ... na 't huis van bewaring in Middelburg wier overgebracht ..."

Snikkend, met z'n zwerverskop schokkend in die lange dorre handen, kon Racier nog enkel maar uitbrengen: "... voor 't eerst ... na twee en 'alf jaar ... en drie dage ... van de alder'oogste eerbewijzing ... zonder ... lakei ... op die bok ...!"

"Om vijf menute voor twaalve op de klok van de kerk wiere we daar toe weer in 't huis van bewaring dichtgegrendeld,"--verzuchtte de vagebond.--"En die eerste zeve, acht dage heb 'k geen brok ge?te, geen spoog water door me opgekropte keel kanne spoele, daar in dat akelige celletje weer ... Ja, na altijd zukke groote gastmale: je kucchie roggebrood, en alles mondjesmaat,--as je van zooveel oplichtinge geleefd heb en gemorke dat er geen bokking zoo mager is, of je braait er nog vet uit! Van die mest alleen wiere die varkes ommers vaam-dik!

"En ze hadde mijn vanzelfs medeen die duzende guldes afgenome, zoodat er zelfs geen sprake was van nog 's 'n witte boteram, laat staan 'n stukkie Edammer, uit de kantien. 'k Vroeg dus derec, om wat te magge verdiene, of 'k touw moch' gaan pluize,--da's van dat teertouw; maak je 'n zeven-en-halve cent in de week mee, maar dan mot je nog vl?g zijn,--met je wit-geworde generaalshande,... vrekskuus, eksjellentie!

"Maar dagelijks ha'k 't vertier van uit dat sardine-blikkie te worde gepulkt, om met me staf voor de extructie te komme. De achste dag hadde me zoo same van haver tot gort alles bekend, en vroeg 'k of me nou dan ook gemeenschappelijk mogge gaan zitte. En zoo ware ze ??k niet, of dat mog. En toe krege me beter werk, benne me koffieboone gaan zifte. En dat deelde me same. 'n Vijftien cente per dag,--konne me direc 'n hompie witte en kaas late komme ... Nou, netuurlijk, je weet van te vore: as je gesnord ben, is 't met je vrijigheid en dat hartelijke bikke gedaan,--dus zoo beschouwd hadde we 't nog niet eens zoo beroerd.

"Want dat vertier hieuw maar an: negen-en-tachetig dage duurde die extructie, van tiene tot viere, in 't bijzijn van alle getuige, die we hadde opgelicht: honderd twee en tachetig ? sjars en dissjars--och m?n, zoo'n fijn stel, van die hoogste aristokraassie, en met wat 'n belabberd verbouwereerde facies keke die grave en baronne, die gouwe torre en edelvrouwe van vroeger ons toch allegaar an.--Uitgezonderd die dage van andere extructies, want dan duurde die kemedie van ons maar van tiene tot twaalf.--Of 'k er lol in had?--chriseneziele mot ge vr?ge--en n?g, in me bed, a'k er om leg te denke.

"Toe kwam die terechtzitting. 'k Had droppels van de dokter, en nog 'n flesschie mee in me zak voor die zaal, omda 'k zoo beefde en niet van me tremetane zou gaan. Maar er ware nog twee zake v??r ons an de beurt, 'n inbraak met diefstal, en 'n schennis van die eerbaarheid op de publieke weg, waar 'k veel afleiding bij had, en veel van geleerd heb, omdat 'k uit die getuigekamer, die ope sting, van allegaar kon hoore wat of dat was.

"A' wij daarop die zaal wiere binnegebracht, zei dat opebare minnesterie: "nou zulle me beginne met die zaak van Racier". Waarop die gedetineerde mot recht staan, en de president vraagt: "Hoe is uws naam?--Waar ben je gebore?--wat je beroep?" en "nou mot u maar andachtig luistere na wat dat opebare minnesterie uwe ten laste zal legge".--Dan zeg ie: "Dank u, edelachtbare heere president ?n rechters", en mag je gaan zitte, as hij dat heele prottekol van je voorleest.

"Nou, d'r stinge daar wel 'n paar honderd man op die peblieke tribune toe te schouwe na mijn--'t was effe geen dramma!--en dan ha' je 'r twee-en-veertig bezette plaasse, maar daar mot je voor betale, want die d??r gaan zitte, zijn van de alderhoogste adel, die graag van misdade houwe en brandend nieuwsgierig om mijn as beruchte generaal met d'r lijfelijke ooge te anschouwe. De fijnste mokkels met gekapte hoofde ware er bij--krek de kemedie, en ik de gr??te rol zooas Bouwmeester ze speelt, onze Lewie!

"Is dat zoo?"--zeit die president dan weer, as dat openbare minnesterie je slag bloot het geleid voor die zaal. Nou, ik had me heele dramma op eigehandig schrift v??r mijn legge, net as die a'vecaat-prokkereur z'n pleidooi. En die kiste van mijn, met me goed, ware ??k vier of vijf dage na me arrestaassie uit Antwerpe na dat parket gesjouwd, en vergezeld van 'n rechter in mijn bijzijn uitgepakt door tusschekomst van dat openbare minnesterie, m?t die vent, die aldoor met die kwaste rondloopt. En toe stootte die eene rechter ze maat naast 'm an, en die zei, of die uniforme en polletieke allegaar van mijn ware, waarop ik ze stuk voor stuk nauwkeurig bekeek en alles mijn eigedom erkende. De pruike m?t baard ware nieuw angeschaft voor de fenanci? van dat rijk, en lagge voor de president op tafel.

"Maar of 'k nog wat had an te merke?--"Nee, edelachtbare heere president ?n rechters, wat die te laste legging anbetreft". Waarop die ofcier heel die sc?ne afleesde van zeker anderhalf uur lang, en zei: "me hebbe hier te doen met 'n barre recidivist, die de koning van de oplichters is?"--Ja man, dat zei die van mijn!!

Add to tbrJar First Page Next Page

 

Back to top