Read Ebook: Een verheugd volk en een jubelende stad by Sielof Johanna Maria
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page
Ebook has 619 lines and 35426 words, and 13 pages
EEN VERHEUGD VOLK EN EEN JUBELENDE STAD.--
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Een Verheugd Volk en Een Jubelende Stad
door J. BRESSEN.
GE?LLUSTREERD.
La Rivi?re & Voorhoeve Zwolle.
VOORBERICHT.
Amsterdam, November 1910. A. J. Hoogenbirk.
INHOUD.
Bladz.
Plannen.
>>Goed weer voor een flinke wandeling, meisjes!<< zoo sprak op een ochtend in het laatst van December 1908 een Fran?aise, de gouvernante eener vrij talrijke familie te Amsterdam.
Deze mededeeling viel niets in den smaak van 't drietal, dat zich juist voorgenomen had den eersten vrijen dag te besteden aan het inpakken of voltooien harer kerstgeschenken.... geen smeekbede, dat wisten ze bij ondervinding, zou iets baten om Mademoiselle van haar voornemen af te brengen. Zouden ze het Mama vragen? Neen, dat zou niets geven; Mama vond altijd goed wat de juffrouw zeide, en dan was er kans, dat deze nog boos werd op den koop toe. De vrees, dat bij den ongestadigen, natten winter de wandeling in den namiddag onmogelijk werd, deed Mademoiselle reeds om 10 uur de voordeur achter zich en haar drie discipeltjes dicht trekken.
>>Mag ik even lezen wat daar is aangeplakt, Mademoiselle?<< vroeg Ida, toen ze alweer een winkel voorbijgingen, waar de menschen zich voor een bulletin van Nieuws-, Handelsblad of Telegraaf verdrongen.
>>Hetgeen ge weten moet, zal Papa of Mama je wel meedeelen; berichten van moord of diefstal enz. verlangt Mevrouw niet, dat ge onder uw oogen krijgt, dat weet ge heel goed, Ida!<<
Zwijgend gingen allen verder en na ruim anderhalf uur ontsnapte een zucht van verlichting aan Lize, toen ze met Ida en Dora op haar slaapkamer kwam, om mantels en hoeden op te bergen.
>>Was ze maar met vacantie naar huis gegaan, dan konden we doen wat we willen!<< riep Lize uit.
>>Maar dan was de vacantie zooveel korter, en nu hebben we net zoo lang vrij als de jongens,<< merkte Dora op.
>>Wel meisjes, hebt ge aangenaam gewandeld?<< vroeg Mevrouw aan de koffietafel. >>Het is zulk heerlijk droog weer als we in lang niet van genoten, ik zou graag me? gegaan zijn, toen ik Mademoiselle op de trap hoorde; maar ik had het te druk.<<
>>Zeker met het pakjes maken, Mama! Heerlijkjes, h?, heerlijkjes! vindt jullie het ook niet, jongens?<< vroeg Dora.
Juist kwam Papa binnen en Lize moest haar vraag: >>Jongens! heb je die bulletins ook gezien daar zooveel menschen voor stonden?<< terughouden, daar mijnheer aan tafel geen oogenblik te verliezen had, zou de beursbengel hem niet verrassen. Ida en Lize moesten haar nieuwsgierigheid bedwingen tot 's avonds de courant binnengebracht werd; toen verdiepten zij zich zoo in allerlei geheimzinnigheden voor 25 December, dat zij het bulletin heelemaal vergaten.
De zoo vurig verbeide 25e van Wintermaand brak aan en Dora moest, wegens een zware verkoudheid, thuisblijven. Ze had zich nog al zooveel genoegen van haar eersten kerkgang voorgesteld. Het rijtuig nam Mama en de zusjes met Mademoiselle mede; de heeren en de jongens gingen te voet en Dora wierp allen een vriendelijke doch verdrietige kushand toe. Maar ze wist raad en ging zich troosten over haar gedwongen thuiszitten door een nieuw schrijfboek te nemen en weldra vloog haar potlood over het papier.
Zoodra ze wat schrijven kon, had ze zich vermaakt met het verzinnen en opschrijven van geschiedenisjes, gewoonlijk alleen voor de ooren harer poppen bestemd; een enkele maal viel zulk een geschrift een der zusters in handen, die haar dan braaf met den inhoud plaagde.
De onderwijzeres, die den meisjes les gaf in de Nederlandsche taal, de geschiedenis en het rekenen, gaf Dora onlangs een schrijfboek met een fraai bedrukt omslag, en dit besloot Dora voor haar historietjes te houden. Heden werd het in gebruik genomen en zou, zorgvuldig in haar kastje weggesloten, aan aller blik ontsnappen.
>>Wat bad de leeraar hartelijk voor onze Koningin, en hoe schoon, niets gezocht, bracht hij die blijde verwachting te pas in de preek,<< zei Mevrouw onder de koffie.
>>Jawel!<< antwoordde Mijnheer, en richtte tegelijkertijd zijn blik naar de plaats, waar de jongeren zaten. Mevrouw zag daardoor de vragende oogen van Ida en hoorde tegelijk Lize zeggen: >>o, Mama! begreep ik het goed, verwacht de Koningin een kindje?<<
>>Ja, wist jij dat nog niet? Je hadt het kunnen lezen op de bulletins; overal hingen ze; niet enkel in de sigarenwinkels,<< zoo luidde de inlichting van Gustaaf, den oudsten broeder, student in de rechten.
>>Nu, daar hebt je het eindelijk, wat Mademoiselle niet wou, dat we lezen zouden; geen moord of zoo stond er op, dat zag ik best onder het voorbijloopen; Jan en Louis, zulke kleintjes, wisten het eer dan jij Ida! 't Is toch wat moois, altijd zoo gering....<<
>>Stil Lize, Mademoiselle doet wat ik haar vraag, en kon niet weten wat blij nieuws ditmaal per bulletin bekend werd.<<
>>Ja, Mama, maar....<<
Een blik der gouvernante, die geen Hollandsch sprak, doch wel verstond, hield Lize's woordenstroom tegen; toch kreeg zij een terechtwijzing, en wel van Louis, den jongsten broer. >>Zulke kleintjes! Hoe klein ben jij dan wel, jongejuffrouw Eliza? Jan is 13, ik ben 11 en jij wordt gauw 10, en durft ons zulke kleintjes noemen, pas op, hoor!<<
>>Ondeugden! geen getwist op Kerstdag en dan nog wel, als het heele land blijde is, omdat er een Prins of Prinses van Oranje verwacht wordt!<<
>>Braaf gesproken, oudste zuster! Het zal 't hart van je aanstaanden man goeddoen. Is hij soms familie van die Oranjeklanten, de Van Harens, jou stoere Friesche baron?<<
>>Zeker dank 't onderwijs onzer Hollandsche juffrouw, die met het Huis van Oranje dweept;<< veronderstelde Mevrouw, >>maar we moeten danken; en dan moet Dora een poos gaan rusten, anders kan ze van avond niet laat opblijven, u denkt er wel aan, Mademoiselle?<<
De bespreking van het groote nieuws bracht in dit huis, gelijk overal pennen en tongen in beweging; en op 2en Kerstdag vernam Dora's poppengezelschap van haar mamaatje het volgende verhaal:
>>Er is een lieve Koningin, die woont met een Prins in een mooi paleis in Gelderland. Dat paleis staat in een grooten tuin, en daar is een heel lief Zwitsersch huisje in; die Koningin speelde daar, toen zij nog klein was, met haar poppen, voerde haar duiven, plukte aardbeien en bessen in het tuintje er om heen. Die Koningin hield alles zelf netjes in orde, keurig hoor!--De Hollandsche juffrouw heeft het gezien meer dan eens en ook eenmaal de duifjes van de Koningin uit haar hand laten eten! Vindt jullie dat niet heel aardig?--Foei! je kijkt of het je verveelt, Marietje, dan lees ik niet meer.--Die kleine Koningin werd groot en heeft het alle dagen heel druk; behalve als ze op reis gaat, maar dan moet die Majesteit toch nog o, zoovele brieven lezen en schrijven, zoodat ze alle dagen wel 2 uur er voor noodig heeft. Op een keer kwam die Koningin, 't is onze eigen lieve Koningin, waarvan ik je voorlees, weet jullie, in Amsterdam met een blonden heer, daar was zij mee getrouwd in den Haag. Toen was er hier een groot feest; maar daarvan zal ik je later eens vertellen. Nu moet je goed luisteren, toen we verleden jaar bij tante Anna waren, die zulk een snoezig klein kindje had en ik altijd mocht komen kijken als zij dit liefje baadde, zei Tante op een keer: >>Ik wou toch maar, dat onze beste Koningin ook zoo'n lieverdje kreeg, zoo'n poezelig dikkertje, als dit Heleentje is.<< Ik vroeg aan Tante, dat lieve schatje aan de Koningin te geven, ze is zoo zoet en kraait al van pret. Tante, u houdt toch nog meer meisjes over, dan Mama heeft en uwe zijn allemaal nog klein. >>Gunst, neen, Dora! waar denk je over!<< riep Tante. >>Ik zou Heleentje voor nog zooveel niet willen missen. Neen, neen schatje! jij blijft bij Moes, wees maar niet bang, dat ik je weggeef.<<
Maar vandaag vertelde de dominee in de kerk aan je tantes Ida en Lize, dat er in dat mooie paleis een klein, lief kindje komt. Wat zal de Koningin dan blij wezen! Ik hoop net zoo'n dikkertje als Tantes schatje. Als jullie heel, heel zoet bent, zal ik het je dadelijk vertellen, als het kindje er is; en als Mama het goed vindt, ga ik iets heel verrukkelijk moois voor dat kindje maken. Ik weet nog niet wat.<<
Zoo eindigde de voorlezing aan het zestal poppen, doch die dametjes hoorden nog v??r Nieuwjaarsdag, dat haar mama niets maken kon, mooi genoeg voor een koningskind. Dat vonnis kostte Dora veel tranen.
In het hoofdje van Dora ontstond niet alleen het plan om aan de blijdschap van haar hart uiting te geven, als onze lieve Koningin een kleintje kreeg; neen, weldra hoorde men van alle kanten in couranten en circulaires, dat zich comit?'s vormden om H. M. een huldeblijk aan te bieden ter gelegenheid dier verwachte, blijde gebeurtenis.
Amsterdam en Ensched? zetten 't eerst hiervoor een plan op touw; Haarlem, Rotterdam en Leeuwarden volgden na enkele dagen, evenals Groningen en, hoe zou het anders kunnen, Apeldoorn en 's-Gravenhage.
Daar zond men stukken en stukjes naar dagbladen, welker schrijvers het betreurden, indien in een tijd van tegenspoed en werkeloosheid, wanneer van de liefdadigheid zooveel gevraagd wordt, gelden zouden bijeengebracht worden voor kostbare geschenken, en die schrijvers meenden naar het hart van H. M. te spreken, als zij afrieden om aan al zulke voornemens gevolg te geven. In verschillende kringen vond dergelijk schrijven instemming; zoo besprak op zekeren avond in de groote, warme keuken van Dora's ouders het dienstpersoneel deze zaak, naar aanleiding van een stukje in een dagblad om zoo min mogelijk de krachten te versnipperen, door tallooze comit?'s en comiteetjes te vormen, en verder raadde het aan in het openbaar niet meer te schrijven over deze kiesche zaak.
>>Nog een kopje thee Anton?<<
>>Asjeblieft Alida. Heb je daar de krant van van avond al?<<
>>Neen, van gisteren; heb je van de week gelezen wat ze aanraadde over al die geschenken en comit?'s voor de Koningin?<<
>>Het is maar heel goed,<< viel de 3e meid in, >>dat er een eind aan al die gekheid komt, de Koningin kan best een wieg koopen en alles betalen wat er noodig is. Waarvoor moet er zooveel geld weggegooid aan goud en zilver, zijde en kant? Kan dat kindje niet gewoon opgebakerd worden? En dan.... de menschen lijken wel gek met al hun plannen; ik heb nu al van 5 wiegen gelezen en 2 of 3 wagens en tafels en kasten en waschstellen; de Koningin moest het verbieden; er is zooveel armoede en daarvoor wordt niets gedaan; 't was heel wat beter al dat geld uit te deelen, dat zeg ik maar! Daar heb je me zusters man, hij is al maanden thuis, ze leven van giften en gaven en van wat zij met wasschen in huis verdient, ze kan haar kleine kinderen toch niet alleen laten om uit werken te gaan; daar komt ook weer een kleintje, wie denkt daar over?<<
>>Zou je graag onder de plak van Troelstra zitten en zijn vrindjes, zeg Greta?<< vroeg de knecht.
>>Nu ja, maar ik zeg, dat het schande is zooveel duizenden guldens weg te gooien om van alles te maken, dat misschien nog bovendien nooit gebruikt wordt, zeggen ze,<< hield de aangesprokene vol.
>>Hier is de courant van vanavond, zoek eens gauw op hoe de Koningin het maakt, Anton; ik hoop zoo, dat zij w?l mag blijven; wat zal ze blij wezen en Koningin Emma ook, als die grootmoeder wordt.<<
>>Anton, waarom kunnen ze niet alles geven?<< vroeg de werkmeid.
>>Wel, zie je, als wij nu met ons allen geld wegleggen voor een huwelijksgeschenk voor de juffrouw, zou je het dan goed vinden als Mevrouw op den bruidsdag zei: Ik vind het heel aardig, dat jullie zoo voor een mooi cadeau opgespaard hebt, maar op dat dorp, waar de juffrouws baron woont zijn eenige huisjes, waarin armen voor niets wonen, die huisjes moeten opgeknapt worden, geeft daarvoor dat geld nu, en koopt geen zilverwerk, voor mijn dochters huishouden, ze krijgt al zooveel moois en....<<
>>Neen, neen, dat zullen we nooit goedkeuren, die armenhuisjes komen toch wel in orde, daarvoor hebben we niet opgespaard!<< riepen allen.
Add to tbrJar First Page Next Page
