Read Ebook: Minnebrieven; Over Vrijen-Arbeid in Nederlandsch Indië; Indrukken van den dag by Multatuli
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
Ebook has 2215 lines and 90036 words, and 45 pages
--Goed, maar Hektor gaat ...
--Ja, maar Andromache wilde dat hy niet zou gaan.
--Dat was infaam van Andromache! En als 't my gebeurd was ... maar z??-iets gebeurt my niet! Zie hier ...
Hy toonde z'n bezoeker een brief ... een brief van zyn Andromache! Zoo-iets droomde Homerus niet. Ja, daar stond het:
Ik ben woedend! Men durft zulke voorstellen doen aan U! En men spekuleert op 't gebrek-lyden onzer kinderen? Ik verbied u, aan my, aan ons, te denken. Liever bedel ik myn brood van deur tot deur, dan gevoed te worden tot zulken prys! Weiger, weiger ruw en barsch, z?? dat men 't nooit meer vraagt! Zeg dat ik u verachten zou, als ge uit nood, en om onzent-wille, uwe denkbeelden, uw styl, uw ziel verkocht, Vraag geld, leen--'t komt er niet op aan van wien, honderdvoud zult ge 't weer geven--maar buig niet onder de eischen van hen, die u willen misbruiken voor hun doel. En kunt ge ons niet langer voeden, Max, dan sterven wy .. maar nog is er geen nood! Ik heb nog voor drie dagen ...
--Myn God, van wie is die brief? vraagde de bezoeker.
--Wel, van Tine! Begrypt ge d?t niet? Wie anders zou z?o schryven? Zie eens, hoe slordig. Ze schryft niet altyd zoo slordig, maar ze was driftig toen ze d?t schreef ...
--Wat had men u voorgesteld?
--Den heer Duymaer van Twist te sparen, die in de Tweede-Kamer meespreekt over vryen arbeid, en den heer Rochussen aantevallen. Ik toon u den brief niet waarin dat staat: hoe schandelyk ook van inhoud--d?t noemen ze politiek!--die brief was geschreven met zekere vertrouwelykheid ...
--Door den heer v. H.?
--Neen! Zelfs ben ik overtuigd, dat deze niet bekend was met den vryen arbeid, dien men my wilde opleggen voor wat loon. En w?lk loon? 't Loon dat de apen in Artis krygen ... voor den kost! En die hoeven daarvoor geen leugens te schryven: gelukkige apen! Ze hebben alles te danken aan hun staart. Zonder dat ding zou men ze ook dwingen tot vryen arbeid ...
Maar ziet ge wel, m'nheer, dat een vrouw niets is? Niets by de optelling van lasten, maar veel, oneindig veel, ja alles, zoodra er spraak is van hulp en steun? Ik zou volstrekt geen pleizier hebben in gebrek-lyden, als ik m'n vrouw niet had ...
De bezoeker vond dit een vreemd pleizier, al was er dan ook 'n vrouw by.
--O, ge weet niet hoe 'n vrouw lief heeft ... ge kunt niet begrypen, met hoe groote woekerwinst zy den man de indrukken weergeeft, die hy neerschreef in haar ziel!... Kunnen de vrouwen het helpen dat zoo vele mannen daarin niets wisten neer te schryven? Kan men oogst verwachten, waar niet gezaaid is ... baring, zonder bevruchting?
Ja, ja, er is iets schoons in die tweeslachtigheid van de liefde! Stof en ziel! ... Ziel, zeg ik by wyze van spreken ... alles zal wel stof wezen, goed! Ik bedoel dan met dat woord die werking der stof, welke door velen voor onstoffelyk wordt aangezien, uit hoogmoed of ter bekorting ... weet ik het? Over woorden stryd ik niet. Welnu, zie eens hoe heerlyk symmetrisch de lieve Natuur alles gemaakt heeft. Liefde is neiging tot geven en uitstorten aan den eenen kant, tot ontvangen aan de andere zyde! De grove uitlegging--neen, ook die zaak is niet grof! Ze maken haar grof, zy die alles scheppen of omscheppen naar hun beeld!--die uitlegging spaar ik u, om nu alleen acht te geven op de andere. Liefde is drang tot geven en ontvangen ... tot bevruchten en baren. Wat ik weet--o, 't is bitter weinig, kan ik dat helpen,--wat ik weet, begryp, gevoel, droom ... zie dat alles geef ik h??r!
--Aan uw vrouw?
--Wel neen, aan Fancy, ... dat is m'n vrouw!
--Juist! Weinigen begrypen wat liefde is. Ik geef haar m'n ziel, onverdeeld, zonder de minste terughouding. Ik plant m'n denkbeelden in haar gemoed, en als dan 't oogenblik der voldragenheid gekomen is, dan legt ze my het reuzekind in de armen ...
De bezoeker dacht met medelyden aan het reuzekind, behebt met zulke ouders, en hy nam zich voor, te vertrekken terstond na het Q. E. D. van de bedreigde demonstratie, dat een vrouw "niets" was.
--Ja, als de tyd d??r is, vind ik 'n boomstam, waar ik 'n zaadje uitstrooide. Er vloeit 'n stroom, waar ik 'n drup gaf. En, waar ik 'n steentje neerlegde, vind ik 'n rots weer.
Schooner, krachtiger, edeler, geheel volwassen, vind ik dan de denkbeelden terug, die ik toevertrouwde aan den vruchtbaren bodem van haar hart. Ik vraag, als Haydn, by het ondergaan zyner schepping, toen men zyn "Schepping" uitvoerde: Myn god, heb ik dat gemaakt? Begrypt ge dit?
--Neen, zeide de bezoeker.
--Welnu--want de man in de kamer had "ja" verstaan, omdat hy luisterde naar den weerklank zyner woorden in z'n eigen hart--welnu, z?? geeft de vrouw met oneindigen woeker terug, wat de man, die haar liefhad, zaaide in hare ziel. En, als er dan geleden wordt, veel geleden, want menschen, die z?? liefhebben, moeten lyden ... begrypt ge dit?
Neen.
Juist, zulke menschen moeten lyden! als dan de gure noordewind van 't lot door de reten blaast van de kale woning ... als er wond op wond wordt geslagen door de ruwe hand van ... 't doet er niet van wien! Ik scheld niet graag op menschen ... ik ben ook 'n mensch en heb veel fouten ... nil humani ...
--Me alineum puto, zei de doctor in de letteren.
--Ja, ja, zoo is het! Nu, als er zulke diepe wonden worden geslagen door de ... noodzakelykheid, dat is God ... als men diep neergebogen door smart, op het punt staat te vergaan in wanhoop, dan treedt de vrouw op en toont u den oogst van haar huwelyk. Glimlachend zegt ze:
"Waarom weent ge? Hebt ge my niet 'n schat te bewaren gegeven? Zie, hoe ik gewoekerd heb met het talent, dat ge neerlaagt in myn schoot. We zyn ryk, ryk in liefde, ryk in adel! Ik heb bewaard wat gy weggaaft! Ik heb gespaard en uitgezet met groote winst, wat door u werd verkwist! Ik ben uw huishoudster geweest, ja, de huishoudster uwer ziel!
"Wat deert u? Lydt ge aan eerzucht? Ik maak u koning, ik kroon u! Acht ge my minder dan 'n paus?
"Wat deert u? Drukt u de laster? Ik noem u groot, ik noem u edel, ik die all??n u ken, en de armen beklaag die u niet kennen!
"Wat deert u? Armoed? Leugen! Ryk zyn we, schatryk! Zie onze kinderen met hun dichterhartjes! Met hun zucht tot weten, tot begrypen, tot geven, tot liefhebben! Ryk zyn we, Max, schatryk! Zie de boomen, hoe groen! Zie het veld, hoe bont! Zie de heele lieve natuur, die ... vrywillig arbeidt zonder 't minste stelsel van kultuur ... O, ik wist wel, dat ik u zou doen glimlachen!
"Wat deert u? Angst, vrees? Angst, voor wat? Welke vrees? Zyn we niet reeds over de helft van 't leven? Hebben we niet eerlang aanspraak op rust? Ge weet niets van die rust? Ik ook niet ... maar gyzelf hebt gezegd: er is geen God, of Hy moet goed zyn!
"Dan moet hy ?ns liefhebben, Max!
"Wat deert u? Zorg voor heden, voor morgen? Heden hebben de kinderen gespysd ... Ook morgen heb ik nog 't noodige ... Max, Max, moogt gy minder vertrouwend zyn dan de Christenen, die voorgeven te berusten in Gods wil? Minder kalm en gelaten dan de Mohammedaan, die werkelyk berust in de schikking van 't lot? Max, geloof me, het doet geen pyn ...
--Hoe heette zy?
--Ik erken dat ik in de war ben, Tine of ... Fancy, of ...
--Neen, lang geleden?
--Porcia, antwoordde de doctor in de Letteren.
--Goed, Porcia! Maar ziet ge nu wel, dat 'n vrouw "niets" is by optelling van lasten? O, die vervloekte tweede en derde ban der schuttery!
Maar--dit is waar!--niet alle vrouwen zyn vruchtbaar, zegt men. Ik geloof, dat deze onvruchtbaarheid in 't zedelyke meestal moet worden toegeschreven aan 'n zeer onzedelyke onmacht der mannen ... die in suiker of koffi doen, God betere 't!
--Maar ... mag men dan geen suiker of koffi verkoopen?
--Wel zeker! Maar de kultuur der vrouw moet v??rgaan. En dit is in de wereld zoo niet! Wilt ge 'n klein bewys ... ??n uit de velen? Presenteer 'n glas bitter aan iemand, die naar de beurs gaat, of madera of zoo-iets ... hy zal weigeren, want hy is stipt op z'n zaken! Nooit gebruikt hy iets in zaken. O, hy zou zich onteerd achten als 'n principaal, 'n vriend--"vriend" wil zeggen: iemand, met wien men zaken doet, style commis voyageur--als zoo'n vriend bemerkte dat hy iets gebruikt had, zooals ze dat noemen.
Goed, kom dan na de beurs!
Na de beurs is hy uw man. Wel zeker! Dan wachten hem geen zaken! Dan wachten hem maar 'n vrouw en 'n paar kinderen die geboren werden tegen hun wil! Die vrouw is geen principaal, die kinderen zyn geen vrienden. Zy mogen 't wel weten, dat hy iets "gebruikt" heeft! Zy mogen 't wel merken dat papa riekt als 'n koetsier of stalknecht! Hier doet het er weinig toe, of z'n taal ook riekt naar bok of stal. De kus die hy h??r of h?n geeft mag verpest wezen ... never mind! Daardoor immers zal geen zaak afspringen! Als de kinderen maar stil zyn, en niet lastig, en als 't eten maar goed is, en als papa maar alles naar z'n zin heeft! Papa is moe, moe van gort, stroop, Oostenrykers en assurantie. Moe van koffihuispraat en beursgedrang. Moe vooral van Boonekamp, en de vele "halfjes", waarvan er maar anderhalf op 'n heel gaan.
Wat plant z??'n man in de ziel zyner vrouw? Jenever! Mag hy zich beklagen als deze besproejing later blykt alle vrucht te hebben gedood? Is de vrouw onvruchtbaar, die niet baart na zulke bevruchting.
En, ook zonder dien noodlottigen drank, wat geeft de man aan de vrouw, die hy zegt lief te hebben? Een sjaal, 'n ?tag?re, wat kleeren en de kost? O, geef m??r aan de uwe, als ge trouwt ... geef iets anders! Maak uwe vrouw tot 'n spaarbank uwer denkbeelden, tot 'n levensverzekering van uw gemoed! Als dan de kwade dagen komen, zult ge inzien dat ik gelyk heb ... waarachtig, 'n vrouw is niets!
Maar nu, laat my alleen: ik schryf aan Fancy, en heb veel te doen!
De bezoeker stond op, reikte de hand met hartelykheid of ... medelyden. Dit wist hyzelf niet. Want hy begreep niet recht, of de man in de kamer boven of beneden anderen stond, al voelde hy dat er geen spraak kon zyn van gelykheid. Als post-scriptum van z'n bezoek, herhaalde hy weggaande de reeds vaak gemompelde woorden:
--Die arme man:
Ik weet weer niet, of hy ditmaal hiermee bedoelde den man in de kamer, of de persoon die voor 11 Juni moest worden geholpen met wat geld, om niet reddeloos verloren te gaan met vrouw en kinderen. Misschien dacht hy aan beiden.
Maar de man in de kamer dacht nooit aan zichzelf, als er gesproken werd over andere menschen, schoon hy toch, wel beschouwd, niet zeer ryk was.
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
