Read Ebook: Marion Harland's Complete Etiquette A Young People's Guide to Every Social Occasion by Harland Marion Van De Water Virginia Terhune
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page
Ebook has 51 lines and 3733 words, and 2 pages
BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND
DOOR
D^R. J. A. WIJNNE.
VIJFDE, HERZIENE DRUK.
TE GRONINGEN BIJ J. B. WOLTERS, 1879.
SALLUSTIUS.
MIRABEAU.
Stoomdrukkerij van J. B. Wolters.
INHOUD.
Bladz.
? 1. Nederland in de laatste eeuwen v??r Christus' geboorte en onder de heerschappij der Romeinen 1.
? 2. De Franken en de Saksen in Nederland en Belgi?.--Deze landen worden een bestanddeel van het Frankische rijk.--De invoering van het leenstelsel en van den Christelijken godsdienst.--De Noormannen 5.
? 3. Onderscheid tusschen den toestand van Friesland en dien van andere streken van ons land.--De wisselingen in de opperheerschappij dezer landen na het verdrag van Verdun.-- Staten, die in het Zuiden en in het Noorden verrijzen.--Aard en uitbreiding der grafelijke macht 9.
? 4. Holland onder de graven uit het Hollandsche huis 15.
? 5. Holland en Zeeland onder de graven uit het Henegouwsche en het Beiersche huis 21.
? 6. Holland en Zeeland onder de graven uit het Bourgondische huis 29.
? 7. Holland en Zeeland onder de eerste graven uit het Oostenrijksche huis 34.
? 8. Overzicht der geschiedenis van Gelderland gedurende de Middeleeuwen 36.
? 9. Overzicht der geschiedenis van Utrecht, Overijsel, Drente, Friesland en Groningen gedurende de Middeleeuwen 39.
? 10. De Nederlanden onder het bewind van Karel V 43.
? 11. De Nederlanden onder Philips II tot de komst van Alva 48.
? 12. De Nederlanden onder 't bestuur van Philips' landvoogd Alva 54.
? 13. De Nederlanden gedurende het bewind van Requsens en van Don Jan van Oostenrijk.--De unie van Utrecht 57.
? 14. Van de unie van Utrecht tot de vestiging der Republiek van de Zeven Vereenigde Nederlanden 62.
? 15. De regeeringsvorm der Republiek van de Zeven Vereenigde Gewesten 66.
? 16. Vervolg 68.
? 18. Het twaalfjarig bestand.--De oprichting der Oost-Indische compagnie 76.
? 19. De oneenigheden, die de Republiek ten tijde van het bestand schokten 80.
? 20. De hernieuwing van den oorlog na het bestand.--De oprichting der West-Indische compagnie.--De aanslag op het leven van Maurits en zijn dood 87.
? 21. Het stadhouderschap van Frederik Hendrik 89.
? 22. De vrede van Munster.--Blik op den toestand des lands 95.
? 23. Het stadhouderschap van Willem II 102.
? 24. De groote vergadering.--De eerste Engelsche zeeoorlog 107.
? 25. De Staat onder de leiding van de Witt.--De bemoeiingen der Republiek met den oorlog in 't Noorden van Europa.--De tweede Engelsche zeeoorlog 113.
? 26. De triple alliantie en de vrede van Aken.--Het begin van den oorlog in 1672 120.
? 29. Blik op den toestand des lands in de laatste helft der 17de en in 't begin der 18de eeuw 140.
? 31. Het regentschap van de gouvernante Anna, de voogdij van den hertog van Brunswijk en het stadhouderschap van Willem V tot het begin van den oorlog tusschen Engeland en Nederland 151.
? 33. De val der Republiek.--Blik op den toestand des lands 163.
? 34. De Bataafsche Republiek en het koninkrijk Holland 168.
? 35. Nederland bij het keizerrijk ingelijfd.--Het herkrijgt zijn onafhankelijkheid 177.
? 36. Het koninkrijk der Nederlanden tot den opstand van Belgi? 185.
? 37. De opstand van Belgi? en het koninkrijk der Nederlanden sedert 1830 195.
? 38. Eindblik op den toestand des lands 206.
? 1.
Het land, welks geschiedenis de volgende bladzijden zullen behelzen, heet Nederland. Het ligt aan den mond van den Rijn, den IJsel, de Maas en de Schelde. Behalve dat het de wateren dier stroomen op zijn bodem ontvangt, krijgt het nog die van tal van kleinere rivieren, welke op dien grond ontstaan. In 't Noorden en Westen beukt, sedert eeuwen, de Oceaan de kusten van dit land en knabbelt er niet alleen stukken af, maar baande zich ook vaak een weg over grasveld en beemde. Eveneens hadden de rivieren eertijds nog geen dijken en stortten dikwijls met onbeteugeld geweld haar wateren over het land heen. Dit land zelf bestond grootendeels uit bosschen, heiden en moerassen.
Terecht mag zulk een land Nederland heeten. Voor een groot deel is de bodem er zeer laag, en aanzienlijke watermassa's stroomen over zijn grond heen in zee. Maar werden hier of daar aanmerkelijke stukken lands weggespoeld, elders voerden de rivieren of de zee vruchtbaar slib aan, waardoor het mogelijk werd polders in te dijken of droog te maken. Geen wonder, dat de gedaante van dit land thans een geheel andere is dan v??r eeuwen. Onder de groote waterplassen, die voorheen in ons vaderland niet bestonden, zijn de Zuiderzee, de Dollard en de Biesbosch de voornaamste. De oorsprong der Zuiderzee--waarschijnlijk zoo genoemd, omdat zij ten Zuiden van Friesland ligt,--dagteekent van het jaar 839, toen een geweldige watervloed over de twee duizend huizen moet hebben weggespoeld. Latere overstroomingen maakten de plas steeds wijder. De Dollard ontstond in 1277. De derde golf, de Biesbosch, had haar ontstaan te danken aan den St. Elizabethsvloed van den 18den November 1421. In dit water groeiden steeds een menigte biezen, die er het voorkomen aan gaven van een "bosch vol biezen": vanhier de naam.
In weerwil van dit alles is het niet vrij van overdrijving, Nederland een land te noemen, aan de golven ontwoekerd, tenzij men niet zoozeer het oog hebbe op het droog gemaakte, als tevens op het droog gehouden land. Door verzuim en tweedracht ging veel grond verloren. Aan die oorzaken van landverlies begon eerst een einde te komen, toen, na het uitroeien der wouden, de akkerbouw vrij algemeen aanving en men, om ook wintergraan te kunnen verbouwen, meer op de dringende behoefte aan dijken en zeeweringen begon te letten, hetgeen volgens sommigen niet v??r de 13de, maar, zooals anderen willen, lang v??r de 10de eeuw plaats greep.
Er is een tijd geweest, waarin de volken 't bearbeiden van metalen niet kenden. Dien tijd, ouder dan de geschreven geschiedenis, noemt men 't steenen tijdperk. De weinige hunnebedden, d. i. graven of bedden van reuzen, in ons land overig, zijn uit dat tijdperk, en de getuigenissen van de oudste bewoning door geen schrijver geboekt. Men meent, dat de stammen, welke later, lang na het steenen tijdperk, maar toch in vroege eeuwen, het tegenwoordige Nederland en Belgi? bewoonden, deze landen zullen hebben verlaten, toen een groote overstrooming, de Cimbrische vloed, eenigen tijd v??r den inval der Cimbren en Teutonen in Itali?, vele verwoestingen in het Noordwestelijk gedeelte van Europa, alzoo mede in deze streken, teweeg bracht. Het kan zijn. Wil men echter alleen op historische getuigenissen afgaan, dan waren de Friezen, de Bataven, de Kaninefaten, de Tubanten, de Brukteren de voornaamste van de vele volksstammen, die Nederland en Belgi? het eerst hebben bewoond. Waarom "Nederland en Belgi??" Omdat de geschiedenis dier beide landen in de eerste vijftien eeuwen onzer jaartelling zoovele punten van aanraking heeft, dat men, sprekende over de historie van slechts ??n dezer landen, het andere er dikwijls niet van kan afscheiden. Daarom zij hier aangemerkt, wat vooreerst mede voor 't vervolg geldt, dat met de uitdrukking "Nederland" of "deze landen" vaak zoowel Nederland als Belgi? wordt bedoeld.
Al die stammen, zoo even genoemd, behooren tot de volkerengroep der Germanen. Wanneer en waarom zij naar ons vaderland afzakten, dit zijn vragen, die niet nauwkeurig kunnen worden beantwoord. Waarschijnlijk waren de Friezen, ongetwijfeld het hoofdvolk, ook de oudste bewoners. De grenzen, binnen welke zij zich ophielden, waren in 't o. de Eems, in 't z. die arm van den Rijn, welke zich bij Katwijk in zee stortte. De woonplaats der Bataven was het eiland der Bataven, tusschen den Rijn en de Waal gelegen, d. i. een deel van het tegenwoordige Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland. Tevens werd dit eiland, vermoedelijk het westelijk gedeelte, door de Kaninefaten bewoond. De Tubanten zullen zich, naar men wil, in Twente, dat aan hen zijn naam ontleent; de Brukteren, voorzoover ons vaderland betreft, ten o. van hen en ten z. van de Friezen hebben opgehouden. Over de zeden en gewoonten dezer volkeren in 't bijzonder valt natuurlijk niets anders mede te deelen, dan wat allen Germanen gemeen is.
Al de genoemde en andere volkeren, die met hen deze landen bewoonden, geraakten in de eerste eeuw v. C. onder de heerschappij der Romeinen. Die van Belgi? werden grootendeels met geweld onderworpen, die van Nederland sloten veelal verdragen en namen alzoo, door de omstandigheden gedwongen, vrijwillig het juk op hun schouders. Van de onderwerping der Friezen heeft de stiefzoon van keizer Augustus, Drusus , de verdienste. Dat intusschen de oude bewoners van Nederland, als bondgenooten, aan de Romeinen ondergeschikt waren, blijkt hieruit, dat zij manschappen aan de legers van dit volk en zelfs aan de lijfwacht hunner keizers leverden. Dit was dan ook de eenige voorwaarde, waardoor de onafhankelijkheid der Bataven werd beperkt, tenzij de Friezen ossenhuiden moesten opbrengen.
Twee opstanden tegen de Romeinen zijn de eenige merkwaardige gebeurtenissen uit de vroegste eeuwen van Nederlands geschiedenis, die bij de Romeinsche schrijvers staan opgeteekend. De eerste is die der Friezen, in 47 n. C. door den Romeinschen veldheer ~Corblo~ beteugeld. Eenigen tijd daarna, in 69 n. C., stonden de Bataven op. De titel "broeders en vrienden van het Romeinsche volk", hun door de machtige bondgenooten geschonken, beschutte hen niet tegen onderdrukking. Niet alleen jongelingen, maar ook ouden van dagen werden voor den krijgsdienst opgeschreven, om hen te noodzaken, zich los te koopen
Add to tbrJar First Page Next Page