bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: Mr Britling pääsee selvyyteen I by Wells H G Herbert George

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 1222 lines and 57383 words, and 25 pages

Abila, ta Abila, stad in Coele-Syria, ten N. W. van Damascus.

Abisares, Abisares, indisch vorst, die zich aanvankelijk vijandig tegen Alexander gedroeg, en zich later met Porus tegen hem wilde vereenigen. Hij onderwierp zich echter tijdig, waarvoor Alexander hem de regeering liet en zelfs zijn gebied vergrootte.

Abnoba mons, later Marciana Silva, het tegenwoordige Schwarzwald.

Abobrica, stad in Hispania Tarraconensis, in Gallaecia, aan de Westkust, ten N. van den Minius , tgw. Bayona.

Abolla, een mantel van dubbel linnen, oorspronkelijk een soldatenmantel. In den keizertijd was deze dracht vrij algemeen. Dat de abolla destijds nauwsluitend was, bewijst een epigram van Martialis de abolla Crispini, waarin hij den dieven aanraadt, liever eene toga om te slaan. Abolla maior was een wijdere mantel, waarin de grieksche wijsgeeren, vooral de cynische, zich plachten te wikkelen.

Abonitichos, Abonou teichos, stad in Paphlagonia, ten O. van Sinope, met het orakel van den door Lucianus gehekelden leugenprofeet Alexander.

Aborigines, doch gr. aborigines, een oud-italische volksstam.

Absis, hapsis, ion. apsis, -idos, halfrond uiteinde eener overigens rechthoekige zaal, vooral bij basilicae en aan romeinsche tempels van den keizertijd voorkomende.

Absyrtides insulae, twee eilandjes aan de illyrische kust, waarvan het grootste later Apsorus, Apsoros, heette.

Abulites, Aboulites, satraap van Susiana onder Darius Codomannus. Hij onderwierp zich vrijwillig aan Alexander en behield daarom zijn satrapie; maar daar hij zich gedurende Alexanders tocht naar Indi? aan plichtverzuim schuldig maakte, werd hij met zijn zoon ter dood gebracht.

Abus, Abos, 1) rivier aan de Oostkust van Britannia, misschien de Humber.--2) berg in Armenia, tgw. Ararat of Arghatagh, met de bronnen van den Euphraat.

Abydus, Abydos, 1) stad aan den Hellespont op de aziatische kust, tegenover Sestus, kolonie van Miletus. Te Sestus woonde Hero, te Abydus Leander. Hier hield Xerxes zijne legertelling. Spreekwoord: ne temere Abydum , omdat de stad wegens hare zedeloosheid berucht was.--2) stad in Boven-Aegypte, ten noorden van Thebae, beroemd door het graf en een tempel van Osiris, alsmede door het nabijgelegen Memnonium. De tabula Abydena is eene onder de puinhoopen der stad gevonden geslachtslijst van de koningen der 18de dynastie. Later, in 1864, is er nog een tweede geslachtslijst gevonden, die veel belangrijker is.

Abyla, Abile, kaap in Afrika aan den ingang der middellandsche zee , met den tegenoverliggenden berg Calpe de zuilen van Hercules genoemd.

Academia, Akademeia, 1) wandelplaats en worstelperk aan den Cephisus bij Athene, waar door Plato en zijn opvolgers onderwijs gegeven werd. Cimon had aan de verfraaiing der Ac. veel ten koste gelegd. De naam wordt afgeleid van den heros Academus.--2) villa van Cicero hij Puteoli, zoo genoemd naar de Academica, die hij daar schreef.

Acamantis, Akamantis, een van de 10 phylae, waarin de bevolking van Attica door Clisthenes verdeeld werd.

Acamas, Akamas, 1) zoon van Theseus en Phaedra, die met Diomedes als gezant naar Troje gezonden werd om Helena terug te vragen. Later nam hij deel aan den tocht tegen Troje en was hij een van hen, die met het houten paard in de stad kwamen. Bij de verovering vond hij zijne grootmoeder Aethra en bracht haar naar Athene terug, waar hij later de heerschappij in handen kreeg. Hij stierf op Cyprus, waarheen hij een atheensche kolonie geleid had.--2) zoon van Antenor, een van de dapperste Trojanen.--3) zoon van E?ssorus, aanvoerder van de thracische hulptroepen der Trojanen.--4) een Cycloop.

Acanthus, akanthos, bereklauw, een plant die in het zuiden zeer veel in het wild voorkomt. Haar bladeren hebben tot voorbeeld gediend voor het kapiteel der Corinthische zuil, zie Columna.

Acanthus, Akanthos, stad op Chalcidice, aan de noordzijde van de doorvaart, die Xerxes voor zijne vloot liet graven.

Acarnan, Akarnan, zoon van Alcmaeon en Callirrho?; hij en zijn broeder Amphoterus waren nog zeer jong toen hun vader vermoord werd, maar op het gebed van hun moeder liet Zeus hen buitengewoon snel tot mannen opgroeien. Daarop doodden zij de moordenaars van Alcmaeon en vluchtten zij uit Arcadi? naar Epirus, waarvan zij later een deel onder den naam van Acarnania beheerschten.

Acarnania, Akarnania, het meest westelijke landschap van eigenlijk Hellas , in den mythischen tijd bewoond door allerlei stammen: Taphi?rs, Teleboe?rs, Lelegers, Cureten, later aan de kusten door Corinthi?rs bevolkt. Voor de geschiedenis heeft Ac. geen belang. De Acarnani?rs waren een ruw, kloek volk, berucht om hunne rooftochten te land en ter zee.

Acastus, Akastos, 1) zoon van Pelias, nam deel aan de jacht op het calydonische zwijn en aan den tocht der Argonauten. Bij de spelen, die hij gaf ter gelegenheid van de begrafenis zijns vaders, zag zijne gemalin Hippolyte of Astydamea voor het eerst Peleus en werd op hem verliefd, doch daar hare liefde onbeantwoord bleef, beschuldigde zij hem bij haar echtgenoot, dat hij haar had willen verleiden. Hierover vertoornd nam Ac. Peleus mede naar een jachtpartij op den Pelion, en toen P. vermoeid was ingeslapen, liet hij dezen alleen achter, na hem zijn zwaard te hebben ontnomen, in de meening, dat hij dus moest omkomen. En inderdaad werd hij door de Centauren aangevallen; hij werd echter door Hermes gered, trok naar Iolcus en doodde Ac. en zijne gemalin.--2) koning van Dulichium.

Acatus, Acatium, akatos, akation, 1) klein en snelzeilend schip, als passagiers- en transportschip en vooral bij zeeroovers in gebruik; de achtersteven was binnenwaarts gekromd, de voorsteven van een snebbe voorzien. Ook de boot van Charon heette akatos.--2) de 2de mast op een schip.--3) een soort drinkschaal in den vorm van een boot.

Acca Larentia of Larentina, volgens de sage de vrouw van den herder Faustulus en de voedster en pleegmoeder van Romulus en Remus; oorspronkelijk eene godin, aan wie op de Larentalia geofferd werd.

Accensus. 1) Oorspronkelijk hadden niet beide consuls te Rome gelijktijdig lictores cum fascibus et securibus. Degene, die ze niet had, liet zich dan voorafgaan door een accensus of ordonnans. Later echter werd het gebruikelijk, dat de magistratus cum imperio behalve hun lictoren toch nog een accensus hadden. Tusschen de accensi en de overige apparitores of dienaren der magistraten is dit onderscheid, dat de accensus niet in vasten staatsdienst was, maar door den ambtenaar persoonlijk in dienst genomen werd, en bij diens aftreden ook ophield accensus te zijn. De accensi werden vooral gebruikt tot het doen van dagvaardingen. Meestal waren het vrijgelatenen.--2) Bij de legerorganisatie van Servius Tullius waren accensi eene reserve, die een afzonderlijke centuria vormde, en evenals de twee centuriae fabrum en de twee centuriae tubicinum et cornicinum, buiten de classes stond. Zij vochten als ongeregelde troepen, niet in linie, maar tirailleursgewijze, en deden dikwerf dienst als steenwerpers. Ook namen zij in den strijd de plaats der gesneuvelden in de slaglinie in en streden dan met de wapenen van hen, die zij vervingen. Velati heeten zij in tegenstelling met de eigenlijke soldaten, die sagati zijn. Ze hebben dus gewone burgerkleeding en zijn ongewapend. Uit deze accensi werden oorspronkelijk de burgerlijke accensi gekozen.

Accius, romeinsch treurspeldichter, z. Attius no. 6.

Ace, Ake, beroemde vesting in Phoenice, door Ptolemaeus I verfraaid en in Ptolema?s verdoopt, in de geschiedenis der kruistochten bekend als St. Jean d'Acre.

Acerra, 1) een doos of kistje tot het bewaren van wierook.--2) een klein, draagbaar altaar, waarop wierook gebrand werd bij een lijk.

Acerrae, stad in Campania, door Hannibal verwoest, later herbouwd.

Aceruntia, stadje op de grens van Apulia en Lucania, op den berg Vultur gelegen, tgw. Acerenza.

Acesines, Akesines, 1) rivier op de oostkust van Sicili?, ten Noorden van den Aetna.--2) rivier in Pendschab, die den Hydaspes opneemt, en zelf in den Indus uitstroomt.

Acestes, Aegestes, Egestes, Akestes, Aigestes, zoon van een Trojaan of van den riviergod Crimisus en Segesta of Egesta. Hij was op Sicili? geboren, waar hij zich na afloop van den trojaanschen oorlog ging vestigen. De stad Segesta of Egesta was door hem gesticht of naar hem genoemd. Aeneas werd bij zijn komst op Sicili? gastvrij door hem ontvangen.

Achaei, Achivi, Achaioi, een van de hoofdstammen der Grieken . Uit Thessalia gekomen, vermeesterden zij de Peloponnesus, met uitzondering van Arcadia en Ionia en bovendien een deel van Creta. Bij Homerus en in navolging van hem ook bij latere gr. en rom. dichters worden de gezamenlijke Grieken voor Troje meestal Ach. genoemd. Toen de Dori?rs de Peloponnesus binnendrongen, werden de Achae?rs voor een gedeelte onderworpen, een gedeelte echter verdreef de Ioni?rs en gaf aan Ionia den haam Achaia.

Achaeisch verbond. De twaalf democratisch bestuurde steden van Achaia vormden van oudsher een verbond, dat echter alleen bij gemeenschappelijke offers als zoodanig optrad. Dit verbond viel onder Alexander d. Gr. uiteen, doch omstreeks 280 sloten de ach. steden, in dien tijd tien in getal, zich opnieuw bij elkander aan. Van toen af werden geregeld jaarlijks minstens twee gewone bondsvergaderingen gehouden, terwijl in bizondere gevallen een algemeene vergadering bijeengeroepen werd, waaraan ieder burger boven 30 jaar kon deelnemen, terwijl het bestuur aan twee strategen , een grammateus, en tien damiurgi was opgedragen. Door de bekwaamheid zijner strategen kreeg het verbond weldra groote macht en kon het ook buiten Achaia verschillende peloponnesische staten tot bondgenooten maken of aan zich onderwerpen ; zelfs Sparta werd in 188 veroverd. Doch dit streven naar de hegemonie in de Peloponnesus, vooral door het aetolisch verbond tegengewerkt, bracht het verbond soms in groote moeilijkheden en daardoor werd weldra het oorspronkelijke doel, handhaving der grieksche vrijheid tegenover Macedoni?, uit het oog verloren; in 223 zag Aratus zich zelfs genoodzaakt de hulp van den macedonischen koning tegen Sparta in te roepen. Sedert dien tijd was het verbond steeds min of meer afhankelijk van Macedoni?, en had het zijn behoud alleen te danken aan de twisten met Rome, waarin dit rijk weldra geraakte. Toen na den slag bij Cynoscephalae het verbond tot de romeinsche zijde overging, steeg zijne macht weldra ten top; maar toen in 148 Macedoni? een romeinsche provincie geworden was, bestond er voor de Romeinen geen reden meer het te sparen, en in het volgende jaar werd, naar aanleiding van een geschil met Sparta, de eisch gedaan, dat de voornaamste steden van het verbond losgemaakt en autonoom gelaten zouden worden. Dit deed het verbitterde volk naar de wapenen grijpen; maar in 146 werden zij eerst onder aanvoering van Critolaus door Metellus bij Scarphe, en daarna onder aanvoering van Diaeus bij Leucopetra op den Isthmus door L. Mummius verslagen, waarop het verbond door den senaat opgeheven en Griekenland onder den naam Achaia een romeinsche provincie werd. Corinthe werd door Mummius gesloopt.

Achaemenes, Achaimenes, 1) stamvader van het eerste perzische koningsgeslacht, de Achaemeniden.--2) vorst van Persis onder Phraortes .--3) broeder van Xerxes en stadhouder van Aegypte, werd bij den opstand van Inarus tegen Artaxerxes gedood .

Achaia, Acha?a, 1) lan Britling, valaisee pieni tapaus, joka sattui er??lle yst?v?lleni Toledossa. Siell? ollaan aikeissa perustaa suuri tehdasyhti?, jonka tarkoituksena on vallata kaikki Amerikan ja Euroopan markkinat tuhannen dollarin vaunuilla --"

"Sellaisia pikku seikkoja sattuu alinomaa", sanoi mr Britling, katkaisten toisen puheen ilman mit??n erikoisempaa ponnistusta. "N?hk??s, meill? on tekemisemme puolella jos toisellakin. Meid?n tehtailijaluokkamme oli tietysti aluksi kapinallinen luokka. Sen muodosti joukko paisuneita k?sity?l?isi?, jotka olivat luonnostaan yritteli?it? ja ylti?p?isi? kuten k?sity?l?iset ainakin. Kohta kun ne p??siv?t elpym??n ja l?hettiv?t poikansa Oxfordiin, olivat ne samalla mennytt? kalua. Meid?n tehtailijaluokkamme suli aivan kohta vanhoillisiin luokkiin, joiden kasvatuksessa on aina ollut kiinalaista s?vy? -- mahdollisimman v?h?n kasvatusta ja mahdollisimman vanhaa ja valikoitua. Amerikassa teill? ei ole toistaiseksi ollut mit??n varsinaista vanhoillisluokkaa. Onnellinen maanosa! Te hylk?sitte vanhoillisuuden, joten teille j?i vain vapaamielisyys ja radikalismi. Meid?n erikoisena onnettomuutenamme on, ett? olemme saaneet er??n lajin kumouksellisia, jotka nekin ovat vanhoillisia kiinalaisia samalla kertaa. Ruskin ja Morris esimerkiksi olivat yht? taantumuksellisia ja tieteelle vihamielisi? kuin herttuat ja piispamme konsanaan. Koneitten vihaajia. Tieteen vihaajia. Kaavaihmisi? aina ydint? my?ten. Sama on yleens? sosialistiemme laita. He ovat istuttaneet t?h?n maahan sen ajatuksen, ett? kunnollisia automobiileja voi synty? ainoastaan silloin, kun niit? valmistavat tottuneet ty?miehet k?sin, aivan yksitellen, taotusta kuparista, parhaasta raudasta ja ter?ksest? ja hienoimmasta tammesta. Kaikkia n?it? minun koneessani olevia laitteita, s?hk?sytytt?j?? ja s?hk?valaistusta, englantilainen mieli suorastaan kammoo... Ei pid? luulla, ett? me olemme vain takapajulla n?iss? asioissa; me olemme kerrassaan vastustavalla kannalla. Brittil?inen mieli ei ole koskaan todella suvainnut s?hk??; ei ainakaan sit? lajia, joka liikkuu lankoja pitkin. Se on h?nest? liian liukasta. Se muistuttaa h?nelle italialaisia ja liukkautta ylip??ns? Voltaa, Galvania, Marconia ja niin edesp?in. Brittil?iselle soveltuvat paremmin vanhan lasilevykoneen valmistamat pitk?t ja perin hy?dytt?m?t s?hk?kipin?t, se, mit? kitkas?hk?ksi nimitet??n. Me s?ilyt?mme sit? Leydenin pulloissa... T?nne Claveringsiin eiv?t ole viel?k??n suvainneet hankkia s?hk?kelloja. Syntyi aika meteli, kun Salomonson, jolla se oli vuokralla yhteen aikaan, yritti ryhty? johtoja ajattelemaan..."

Mr Direck oli seurannut t?t? huomautusry?ppy? k?rsiv?llisesti hymyillen ja hitaasti p??t??n ny?kytellen. "Kertomanne seikat muodostavat tosiaankin jyrk?n vastakohdan Amerikan oloille. Tuo yst?v?ni, jonka ?sken mainitsin, h?n, joka oli osakkaana er??ss? toledolaisessa automobiilitehtaassa --"

"Tietysti", puhkesi mr Britling taas puhumaan, "vanhoillisuuskaan ei ole mit??n lopullista. Viime k?dess? me olemme sittenkin samaa lihaa ja verta kuin teid?n yritteli?s toledolainen yst?v?nne. Vanhoillisuus, tarkoitan, ei ole mik??n rotupiirre. Ja meid?n aikaisempi tarmomme osoittaa, ettei se voi piill? saartemme ilmassa eik? maaper?ss?. Englanti on muuttunut saamattomaksi ja k?mpel?ksi siit? syyst?, ett? Englanti on menestynyt ja voinut hyvin..."

"Aivan niin", sanoi mr Direck. "Puheenalaisen yst?v?ni nimi oli Robinson, mik? seikka riitt?v?n selv?sti viittaa h?nen englantilaiseen alkuper??ns?, ja h?n muistutti, jos sallitte sanoa, teit? sek? vartaloltaan ett? ihonv?rilt??n; rodulliselta kannalta h?n oli -- no niin, jokseenkin teid?n laisenne..."

T?m? mr Direckin uusi yritys raukesi samassa, sill? mr Britling nousi seisomaan, laati k?mmenist??n huutotorven ja kajahdutteli kerran toisensa j?lkeen kohti n?kym?tt?mi? kuulijoita.

Kun h?n oli aikansa huudellut, k?vi ilmi, ett? h?n oli her?tt?nyt kahden halullisen, mutta maltillisen ty?miehen huomion. He sukelsivat hiljalleen esiin; aluksi oli n?k?piiriss? vain pari tarkkaavaista p??t?. Heid?n avullaan saatiin vaunu j?lleen tielle. Mr Direck auttoi miehuullisesti pannen ohimennen merkille miesten mr Britlingille osoittaman kunnioituksen ja heid?n osakseen tulleet shillingit. Miehet nostivat lakkia ja nimittiv?t mr Britlingi? "herraksi". He tarkastelivat automobiilia loitolta, mutta hyv?ntahtoisesti. "Ei se ole rikki mist??n, ei kerrassaan mist??n", sanoi toinen rohkaisevasti. Automobiili olikin tosiaan ehe?, paitsi ett? likasuojus oli hiukan v??ntynyt ja toisen s?hk?lampun johto irtautunut. Mr Britling istui j?lleen paikallaan; mr Direck nousi vakavana ja ??neti h?nen viereens?. Vaunu l?hti liikkeelle nytk?ht?en kuten aina, aivan kuin olisi joku odottamatta ja h?vytt?m?sti takaa sys?issyt. Ja siit? pit?en mr Britling ajoi niin tavattoman varovasti, ett? saavuttiin perille enemmitt? onnettomuuksitta, ellei ota lukuun h?nen varsin miellytt?v?n puutarhansa ver?j?pielen rikkiraapaisemaa astimen metallireunaa.

Perhe tervehti h?nen onnellista palaamistaan vilpitt?min helpotuksen ja ihailun tuntein. Pieni poika ilmestyi talon kulmaukseen ja h?visi taas aivan ?kki?.

"Is? on viimeinkin p??ssyt kunnialla kotiin", kuultiin h?nen huutavan n?kym?tt?mille kuulijoille.

Vaikka mr Direcki? hiukan harmitti Robinsonin tarinan keskeytyminen -- h?n n?et piti tapanaan, p??tt?? alkamansa asian -- huomasi h?n kuitenkin heti, ett? mr Britlingin huoneenhallitus oli aito brittil?inen, perin ep?amerikkalainen ja jossakin m??rin vaikeatajuinen. Siin? oli jokin piirre, jota h?n aluksi ei kyennyt ollenkaan m??rittelem??n. Verrattuna kaikkeen ennen el?m?ss? n?htyyn se vaikutti -- vihdoin l?ytyi oikea sana -- luonnosmaiselta. Niinp? h?nt? esim. ei esitelty kenellek??n muulle kuin em?nn?lle, ja t?m?kin toimitus suoritettiin siten, ett? mr Britling vain viittasi k?dell??n. "Siin? on Edith", sanoi h?n ja l?hti kohta viem??n vaunuansa suojaan. Mrs Britling oli pitk?, pisamainen nainen; tukka vaaleanruskea ja silm?t ruskeat, hajamieliset. H?n toivotti k?tellen vieraan tervetulleeksi, ja sitten saapui ihmeellinen englantilainen kamarineitsyt -- h?n ainakin oli odotusten mukainen -- ottamaan tulijan k?silaukun ja johdattamaan h?net vierashuoneeseen. "Murkina tarjoillaan ulkona", sanoi h?n, sulki oven ja j?tti h?net k?siliinalla peitetyn, l?mmint? vett? sis?lt?v?n kannun pariin.

Talo, johon h?n oli saapunut, oli neliskulmainen, vanha, punaisesta tiilest? rakennettu, varsin siev?? kahdeksantoistasataluvun tyyli?, etupuolella laaja nurmikko suurine seetripuineen ja ajotie, joka johti suoraan p??ovelle vieden siit? mr Britlingin vaunuineen jonnekin tuntemattomiin tienoihin rakennuksen takapuolelle. Talon keskuksena oli iso, ilmava, tammella laudoitettu halli, jota l?mmitti talvella vain avoin liesi ja johon aukeavain monilukuisten ovien h?n tiesi viev?n Englannissa suosittuihin neliskulmaisiin yksityishuoneisiin. Kirjahyllyt ja t?ytetyt linnut koristivat h?nen makuusuojansa edess? olevaa tasannetta. Tullessaan alas h?n keksi hallissa pienen vaaleaverisen harjastukkaisen pojan, jolla oli yll??n valkoinen flanellipaita, ja polvihousut; s??ret ja jalat olivat paljaat. Poika seisoi tyhj?n, avoimen takan ??ress? asennossa, jonka mr Direck heti arvasi mr Britlingilt? periytyv?ksi. "Murkina on puutarhassa", julisti Britlingin vesa, "ja minut l?hetettiin teit? hakemaan. Ja kuulkaahan nyt, onko totta, ett? olette amerikkalainen?"

"Aivan varmaan", vastasi mr Direck.

"Niin, osaan min?kin v?h?n amerikankielt?", sanoi poika, "min? olen opetellut sit?".

"Annahan kuulua", sanoi mr Direck hymyillen entist? yst?v?llisemmin.

"No, miksei: Gol darn you! Ouch. Geewhizz!..."

"Mist? olet tuon kaikki oppinut?" kysyi mr Direck rohkaistuen.

"Sunnuntain lis?lehdest?", kertoi nuori Britling.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

 

Back to top