bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: Short Story-Writing: An Art or a Trade? by Fagin N Bryllion Nathan Bryllion

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page

Ebook has 279 lines and 34744 words, and 6 pages

De Prins en Johan de Witt Of Ons land in het tweede tijdperk der eerste stadhouderlooze regeering.

Door

P. J. Andriessen.

Vijfde Druk.

Leiden.--A. W. Sijthoff's Uitg.-Mij.

INHOUD.

EERSTE HOOFDSTUK.

De tienjarige Leidsche Student 1

TWEEDE HOOFDSTUK.

Een zeeman, die nog al wat te vertellen heeft 16

DERDE HOOFDSTUK.

Waarin verhaald wordt, hoe de Prins zijne moeder nareisde 30

VIERDE HOOFDSTUK.

Welke plannen drie krullenjongens voor de kermis maakten 43

VIJFDE HOOFDSTUK.

Hoe gevaarlijk het kan worden, om des Zondags de kerk te verzuimen 56

ZESDE HOOFDSTUK.

Hoe een slimme Raadpensionaris een nog slimmeren Prins niet kon doorgronden 66

ZEVENDE HOOFDSTUK.

Hoe een echt Hollandsche jongen zich wreekt 81

ACHTSTE HOOFDSTUK.

Een dure slaapkameraad 97

NEGENDE HOOFDSTUK.

Waarin wij een ouden kennis ontmoeten, die het ver gebracht heeft in de wereld 113

TIENDE HOOFDSTUK.

Waaruit blijkt dat het hier niet altijd voor den wind ging 131

ELFDE HOOFDSTUK.

Wat er met den Prins op het buurtmaal voorviel en wat de Raadpensionaris daarover zeide 142

TWAALFDE HOOFDSTUK.

Hoe Johan de Witt zijn plan volvoerde 157

DERTIENDE HOOFDSTUK.

Hoe de Raadpensionaris rekenles gaf 176

VEERTIENDE HOOFDSTUK.

Hoe onze vloot de Engelschen tuchtigde 194

VIJFTIENDE HOOFDSTUK.

Wat er met den Prins in Zeeland voorviel 209

VOORBERICHT.

Ik heb bij dezen druk niets te voegen, dan aanbeveling van mijnen arbeid in de voortdurende welwillendheid mijner landgenooten.

P. J. Andriessen.

Sedert de gevierde Schrijver bovenstaand Voorbericht schreef, heeft dit boeiend verhaal meerdere drukken moge beleven. Thans wordt aan de Nederlandsche jeugd een vijfde druk aangeboden, welke zich van de vorigen gunstig onderscheidt door de flinke letter op mooi, stevig papier en de keurige illustraties in en buiten den tekst, die de aantrekkelijkheid van dit boek ongetwijfeld hebben verdubbeld.

Moge dit door verdubbelde belangstelling blijken!

De Uitgever.

EERSTE HOOFDSTUK.

De tienjarige Leidsche Student.

Wij gaan dan de poort in en komen op de binnenplaats. Ziet maar eens, hoeveel ramen. Nu eerst kunt gij u voorstellen, welk een menigte vertrekken er zijn. Wij blijven hier echter niet lang, maar treden de steenen trappen met sierlijk gekrulde ijzeren leuningen op, die ons in het ruime, hooge, met lofwerk gebeeldhouwde voorportaal brengen. Ook hier vertoeven wij niet; maar gaan de eikenhouten trap aan onze linkerhand op en komen op een langen, breeden corridor, waar wij voor een met groen laken bekleede deur stilstaan, welke wij openslaan, de daarachter zich bevindende deur opendraaien en ons in een tamelijk ruim vertrek bevinden. Het prachtig goudlederen behangsel met zijne sierlijke bloemen en ranken, het keurig gebeeldhouwde noteboomhouten dressoir , de groote spiegel van venetiaansch glas, het smyrnasch karpet onder de met marmeren blad gedekte tafel en de prachtige damasten gordijnen doen u reeds vermoeden, dat deze kamer tot woonplaats dient van een aanzienlijk persoon; zoo niet de rijk geborduurde zijden kussens op de ebbenhouten stoelen met hooge gebeeldhouwde leuningen en gedraaide pooten, de zilveren inktkoker op de tafel en de groote sierlijke fauteuil met hooge leuning, die daar voor den vlammenden haard, dicht onder den hoogen en breeden schoorsteen is geschoven, u daarvan reeds ten volle overtuigden.

Hoezeer nu deze zaak in der minne geschikt scheen, bleef er tusschen de beide Prinsessen een veete bestaan, die niet dan ongunstig op het karakter van den jongen Prins kon werken. Het had daardoor al dat opene verloren, hetwelk men van een knaap van zijn leeftijd terecht kon verwachten, en een kunst van veinzen aangenomen, die zeker leelijk en veroordeelenswaardig is in een kind, ja in den man;--maar die hem later tot den grootsten staatsman zijner eeuw maakte. Daarbij had hij dikwerf grootmoeder over dingen hooren spreken, die voor moeders ooren niet aangenaam zouden zijn geweest, en moeder had zaken aangeroerd, die hij bij grootmoeder niet mocht vertellen,--en daardoor had hij, reeds op zoo jeugdigen leeftijd, de groote kunst geleerd om te zwijgen, een kunst, die hij zijn gansche leven heeft in practijk gebracht .

Hiermede en bij gebrek aan verkeering met knapen van zijn leeftijd, had het karakter van den jeugdigen Prins een plooi aangenomen, die men reeds bij den eersten aanblik op dat magere, bleeke gelaat kon bespeuren: een zekere stroefheid in den omgang met anderen, vooral met vreemden en in gezelschappen, waardoor zij, die hem niet kenden, hem voor onaangenaam en lomp hielden. Alleen zij, die meer met hem omgingen, zijne bijzondere vrienden en kennissen, hadden hem innig lief en wisten zijne goede hoedanigheden te waardeeren;--jegens hen was hij somtijds openhartiger, gewoonlijk vertrouwelijker.

"Zijt gij daar, Karel?" zegt hij tot zijn kamerdienaar, een forsch en stevig gebouwd jonkman van ruim drie en twintig jaren, van wien hij veel houdt en met wien hij gaarne spreekt.

"Om u te dienen, Uwe Hoogheid," antwoordt deze, die met een klein fleschje in de eene en een brief met groot lak in de andere hand, het vertrek is binnengetreden. "Hier zijn de druppels, die de dokter u heeft voorgeschreven, en hier een brief, zoo op het oogenblik met den post aangenomen."

"Geef hier den brief, Karel," hervat de Prins, terwijl hij het boek weglegt en de hand naar het papier uitstrekt.

De kamerdienaar reikt het over en gaat naar het dressoir, waar hij in een kristallen glas eenig water schenkt, in hetwelk hij het bepaalde aantal druppels uit het fleschje mengt en dat hij den Prins aanbiedt. Deze heeft intusschen den brief opengebroken en doorloopt den inhoud.

Add to tbrJar First Page Next Page

 

Back to top