bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: Lord Lister No. 0007: De speelvorst van Monaco by Blankensee Theo Von Matull Kurt

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 980 lines and 16510 words, and 20 pages

,,Natuurlijk! En het zal ook niet het laatste offer zijn. Kijk eens! Zijn borst begint waarachtig weer op en neer te gaan! Masseer hem flink, vooral in de hartstreek, maar voorzichtig, niet drukken!"

Charly deed, wat hem gevraagd was en werkte, alsof hij zijn heele leven masseur was geweest.

Raffles boog het hoofd over het uitgestrekte lichaam.

Aandachtig luisterde hij.

,,Hij leeft!" riep hij toen uit met verheugd gelaat, ,,hij leeft, Charly, ga door met je werk! Wij moeten dien ongelukkigen kerel weer in het leven terugroepen! Hem redden van den dood, die zijn dorre, knokige vingers reeds naar hem had uitgestrekt."

Lord Lister goot nu een paar druppels Eau de Cologne in den mond van den jongeman, die nog altijd bewusteloos lag uitgestrekt.

Nog eens wreef hij hem voorhoofd en slapen en zag toen met schitterende oogen, dat de kleur terugkeerde op de wangen van den ongelukkige.

,,Kijk, Charly, kijk! Hij krijgt een kleur!"

Raffles hielp nu mee masseeren en al spoedig smaakte het tweetal de voldoening, dat de bewustelooze een diepen zucht slaakte.

Zijn borst begon te beven en plotseling sloeg hij de oogen op.

Het waren twee blauwe oogen met een uitdrukking vol droefheid.

Verwonderd keken ze de redders aan.

,,Waar ben ik?" fluisterde de vreemde in het Engelsch.

,,Onder vrienden," antwoordde Raffles in dezelfde taal.

De ander zweeg.

Toen, plotseling, werd hij zich van zijn toestand bewust en hij herinnerde zich wat hem in den dood had gedreven.

Hij wierp zich met het gelaat ter aarde en brak los in krampachtig snikken.

,,Waarom hebt ge mij niet laten sterven?" riep hij uit in woeste smart.

,,Wat moet ik nog op de wereld doen? Ik ben geru?neerd! Laat mij! Laat mij sterven!"

Charly wilde den ongelukkige overeind helpen.

John Raffles echter wenkte hem dit niet te doen.

,,Laat hem liggen," fluisterde hij, ,,zijn smart moet uitwoeden en eerst als deze heeft uitgeraasd, zullen wij eens verstandig met den jongeling spreken. Doe nu niets, dat hem zou kunnen vertoornen!"

Bedaard ging lord Lister naast den ongelukkige in het gras zitten.

Charly Brand schudde het hoofd.

Hij kon die bedaardheid van zijn vriend en meester niet goed begrijpen.

De ongelukkige Engelschman snikte nog steeds voort met krampachtige schokken en een paar keer wilde hij opspringen om opnieuw zelfmoord te plegen.

Maar Raffles drukte hem dan telkens weer met zacht geweld omlaag en legde zijn koele hand op het brandende voorhoofd van den ongelukkige.

Eindelijk werd deze wat kalmer.

Een verlichtende tranenstroom vloeide hem over de wangen en hij werd zoo zacht en leidzaam als een kind.

Dat was juist de stemming, die de groote onbekende had willen afwachten.

Nu kon hij praten met den ongelukkige, wiens lichamelijke redding hem tenminste reeds gelukt was.

TWEEDE HOOFDSTUK.

VAN DEN DOOD GERED.

Lord Lister gaf zijn vriend een wenk met de oogen en deze ging aan den anderen kant staan van den ongelukkigen jongeman.

Daarna tilden zij hem op en gingen met hem weg.

De eerste schreden van den jeugdigen zelfmoordenaar waren nog wankel en onzeker.

Maar geleid door zijn beide vrienden wist hij spoedig zich weer te herstellen.

,,Kom mee," sprak Raffles op vriendelijken, zachten toon, ,,wij zullen met de tandradbaan naar boven rijden, daar hebben we een heerlijk uitzicht over de zee."

Charly brandde van nieuwsgierigheid om iets naders te vernemen.

Hij kon zijn ongeduld nauwelijks bedwingen en vond, dat zijn meester wel een beetje al te veel notitie nam van den jongeman.

Het was immers niets bijzonders, dat in het park te Monte Carlo iemand zich doodschoot of ophing. Zoo iets kwam bijna elken dag voor, maar men sprak er niet van.

,,Wie zijt gij eigenlijk, heeren?" vroeg de jonge Engelschman eindelijk, ,,ge stelt zooveel belang in mij, die u volkomen vreemd is."

,,Gij zijt een ongelukkig slachtoffer van het speelhol daar beneden", antwoordde lord Lister, ,,dat is al voldoende om sympathie voor u te gevoelen. Maar gij zijt buitendien Engelschman evenals wij en nog zoo jong, dat ge onmogelijk met het leven nu reeds kunt hebben afgerekend. Sta mij toe, dat ik ons aan u voorstel. Ik ben lord Lister, deze heer, mijn vriend en secretaris, heet Charly Brand. Wij zijn beiden Londenaars."

,,Londenaars? Maar dat is prettig, dat is heerlijk! Dan zal u ook zeker mijn naam niet onbekend zijn, ik ben de jonge lord Montefiore."

,,Wel, dan behoort ge tot de rijkste Engelsche families!" zei Raffles.

,,Ik heb er toe behoord," sprak lord Montefiore met diepen zucht. ,,Nog slechts enkele maanden geleden--mijn vader was gestorven,--kon ik, zijn universeel erfgenaam, een vermogen van achttien millioen het mijne noemen. Nu ben ik een bedelaar."

,,En heeft die hel daar beneden alles opgeslokt?" vroeg Raffles.

,,Niet alles! Het grootste deel ervan heeft een vorst gewonnen, dien ik in het Casino leerde kennen. Hij heeft zeker tien millioen van mij gewonnen."

,,Tien millioen? Bij het spel?"

De jonge lord keek nadenkend v??r zich.

,,Tien millioen!" mompelde hij op doffen toon.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

 

Back to top