bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: Our Winnie and The Little Match Girl by Everett Green Evelyn

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page

Ebook has 672 lines and 38159 words, and 14 pages

Editor: Boudewijn Casper Goudsmit

DE WERELD

V??R DE SCHEPPING VAN DEN MENSCH.

NAAR FLAMMARION

VOOR NEDERLAND BEWERKT

DOOR

DR. B. C. GOUDSMIT.

Leeraar aan de H. B. S. en het Gymnasium te Zutphen.

MET MEER DAN 300 GRAVURES EN GEKLEURDE PLATEN.

ZUTPHEN.--W. J. THIEME & Cie.

snelpersdruk van H. C. A. THIEME, te Nijmegen.

INHOUD.

Inleiding. 1

EERSTE BOEK.

De geboorte der aarde. 22

TWEEDE BOEK.

Het azo?sche tijdperk.

Bloedverwantschap en afstamming. Begin van het leven. De eerste organismen. 41

Ontwikkeling van het leven. 77

Eerste planten en eerste dieren. 126

DERDE BOEK.

Het primaire tijdperk.

De tijdperken in de schepping. De formaties, hare verdeeling. 171

De veranderingen van den bodem in onzen tijd. 190

De devonische periode. 249

De steenkoolperiode. 269

De Permische periode. 312

VIERDE BOEK.

Het secundaire tijdperk.

De triasperiode. 327

De Juraperiode. 369

De krijtperiode. 445

VIJFDE BOEK.

Het tertiaire tijdperk.

De Eocene periode. 484

De Miocene periode. 529

De Pliocene periode. 556

ZESDE BOEK.

Het quaternaire tijdperk.

Het vierde tijdperk van het leven op aarde en de eerste dagen van het tegenwoordige tijdperk. 571

De schepping van den mensch. 599

GEKLEURDE PLATEN.

De eerste eeuwen der menschheid. Titelplaat.

Een bosch uit de steenkoolperiode. Tegenover. 272

Tooneel uit de secundaire periode. Tegenover. 365

Europeesch landschap der tertiaire periode. Tegenover. 489

DE WERELD V??R DE SCHEPPING VAN DEN MENSCH.

INLEIDING.

De eerste dagen der aarde.

Er was een tijd, dat de menschheid nog niet bestond. De aarde bood toen eenen aanblik aan, die geheel afweek van dien, welken zij thans aanbiedt. In de plaats van het verstandige, nijvere en werkzame leven, dat thans op hare oppervlakte heerscht; in de plaats van die bevolkte steden, dorpen en woningen, van die bebouwde akkers, die wijngaarden en tuinen, van die wegen, die spoorbanen, schepen, fabrieken en werkplaatsen; van die paleizen, tempels en monumenten; in de plaats van die voortdurende werkzaamheid, die tegenwoordig alle natuurkrachten aan zich dienstbaar maakt, in de diepten der aarde doordringt, de raadselen des hemels ontsluiert, de wonderen van het heelal bestudeert en de geheele geschiedenis der schepping in zich schijnt te vereenigen: bestonden er slechts woeste en ondoordringbare wouden, rivieren, die in de doodsche stilte stroomden tusschen eenzame oevers, nooit beklommen bergen, valleien zonder hutten, avonden zonder droomen, sterrenrijke nachten zonder waarnemers. Er bestond geen wetenschap en geene letterkunde; geene schoone kunsten en geene nijverheid; geene politiek en geene geschiedenis; geen taal, geen verstand, geene gedachte. In dien tijd waren de treur- en kluchtspelen van het menschelijk leven op aarde onbekend. Genegenheid en haat, liefde en nijd, deugd en boosheid, zelfopoffering, geestdrift en toewijding, in ??n woord alle hartstochten, die het stramien van het weefsel des menschelijken levens vormen, bestonden nog niet. De bewoners der aarde bestonden zonder het te weten en arbeidden zonder doel. Hier was het de logge mastodon, die onder zijne voetstappen de bloemen vertrad, die reeds te voorschijn gekomen waren, of het ontzaglijke megatherium, dat met zijnen snuit de wortelen der boomen opdolf, of de mylodon robustus, die knaagde aan de lage takken der cederen, of het Dinotherium Giganteum, het grootste van de zoogdieren, die ooit bestaan hebben, dat zijne lange slagtanden in de diepe wateren onderdompelde om er de bezonken planten uit te voorschijn te halen; daar waren het de voorwereldlijke apen, die hunne kromme sprongen maakten op de heuvelen van het voorwereldlijke Griekenland en hun geslacht voortplantten op de hoogten van het Parthenon.

In die vervlogen tijden sluimerde Nederland nog in eene onbekende toekomst. Een oud bosch had zijnen donkeren mantel over Frankrijk, Belgi? en Duitschland uitgestrekt; visschen, die thans niet meer bestaan, vervolgden elkander in de breede wateren; thans uitgestorven vogels zongen in de eilanden; voorwereldlijke kruipende dieren bewogen zich over de rotsen. Andere planten en dieren waren over het aardrijk verspreid, er heerschte eene andere temperatuur, een ander klimaat, eene geheel andere wereld.

Add to tbrJar First Page Next Page

 

Back to top