bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.

Words: 29545 in 6 pages

This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

10% popularity   0 Reactions

zou dat niet enkel zijn succes in den weg staan, maar het zou een aanhoudend en ernstig gevaar opleveren. Het zou onmogelijk voor hem wezen, steeds op zijn hoede te zijn; er komen tijden, dat hij door vermoeienis of om andere redenen weerloos is in de handen van de menschen, onder wie hij verkeert. Bovendien is er niets, wat een Afghaan zoo vurig wenscht te bezitten als een vuurwapen en dat hij eerder, ook met levensgevaar, zou stelen, en al zou hij den zendeling anders volstrekt geen kwaad willen doen, de mogelijkheid, een goede revolver of een geweer te krijgen, zou een te groote verzoeking zijn, zelfs als hij er bloed voor moest storten. Mijn plan was, mij geheel in hun handen te stellen en hun te toonen, dat ik hen vertrouwde en in hun gevoel van eer geloofde, alsook in hun traditioneel optreden tegenover hun gasten.

Tegelijkertijd streefde ik ernaar, om hen te laten merken, dat hun grootspraak, waarin ze soms ook tegen mij vervielen, niets bij mij uitwerkte, en dat ik onverschillig was voor hun waarschuwingen en bedreigingen, die vaak van hun kant een list waren, om te zien of ze mij ook konden bedriegen. Eens toen ik in een dorp over de grens was en een paar uren rust nam op het heetst van den dag, kwamen er een paar jonge kerels binnen, die pas aan een strooptocht hadden deelgenomen en nog in opgewonden staat waren. Enkelen van hen waren van meening, dat er nu een goede gelegenheid was aangebroken, om den Dokter-Sahib eens beet te nemen, en al spoedig hield een jonge man zijn geladen revolver op mijn borst en zei: "Nu gaan we u doodschieten." Ik antwoordde: "Dat zou heel dwaas van u zijn, want jullie hebt meer dienst van mij dan je denkt, en je zou stellig je met mijn middelen vergiftigen, als ik je niet zei, hoe je ze moet gebruiken."

De oudste van het gezelschap berispte hem toen en bood een soort van verontschuldiging aan voor de ruwheid van de anderen met de woorden: "Het zijn nog maar jongens en ze zijn opgewonden. Let u maar niet op wat ze zeggen. Ik zal wel zorgen, dat u geen kwaad geschiedt." Bij een andere gelegenheid kwam ik in een dorp over de grens in den laten avond. Er waren veel schavuiten in het dorp; maar het hoofd, onder wiens bescherming ik mij stelde, nam de voorzorg, mijn bed te zetten in een kring van zijn ondergeschikten, zes man, die geheel gewapend waren en die om beurten de wacht zouden houden. Ik had een dag van zwaar werken gehad en was weldra vast in slaap, en dit was mijn behoud, want mij werd den volgenden morgen verteld, dat een paar dwepers mij des nachts hadden willen dooden; maar de anderen zeiden: "Zie, hij heeft zich zonder voorbehoud aan onze bescherming toevertrouwd, en omdat hij vertrouwen heeft, slaapt hij zoo rustig; daarom moet hem in dit dorp niets overkomen."

Niet lang geleden was er een bekend roover aan de grens, Rangin genaamd, die er een gewoonte van had gemaakt, rijke Hindoes te overvallen en hun dan voor een hoog losgeld de vrijheid te schenken. Ik was gewend, ons buitenstation te Kharrak eens in de maand te bezoeken en ging meestal alleen en bij avond. Er werd mij bericht, dat Rangin, dit wetend, mij wilde wegvoeren, om een hoog losgeld te eischen. Den volgenden keer, dat ik Kharrak bezocht, ging ik met opzet aan den weg liggen slapen op een eenzame plek, dat de menschen zouden zien, dat ik niet bang was voor Rangins bedreigingen. Onnoodig te zeggen, dat er niets gebeurde; maar de menschen daar in de buurt verspreidden het gerucht, dat, daar er een engel was, die den Dokter-Sahib beschermde, het nutteloos zou wezen en dwaas, om hem leed te willen doen.

Ofschoon de eer, die een Afghaan meent verschuldigd te zijn aan zijn gast, mij dikwijls goed te pas is gekomen, was een enkele maal de inachtneming van de vormen lastig voor mij. Een rijk hoofd kan met niet minder tevreden zijn dan het slachten van een schaap, als hij een gast van beteekenis ontvangt; een armer man kan volstaan met het slachten van een vogel en de bereiding van het nationale gerecht, de pulao. Eens kwam ik in een dorp nog al laat in den avond met een paar van mijn makkers. Het hoofd zelf was afwezig; maar zijn zoon ontving mij met allen eerbied en liet een vogel slachten en kookte een lekkere pulao, waarna wij allen, vermoeid van het dagwerk, spoedig vast in slaap waren. Later was het hoofd aangekomen en had door zijn zoon van onze komst gehoord. "Heb je voor hem de dumba geslacht?" vroeg hij dadelijk, en toen hij van den zoon hoorde, dat hij slechts een kip had bereid, gaf hij daarover zijn ontevredenheid te kennen met de woorden: "Dit zal een blijvende schande voor mij zijn, als het bekend wordt dat, toen de dokter uit Bannoe, de Dokter-Sahib, in mijn dorp kwam, ik enkel voor hem een kip liet slachten. Ga dadelijk naar de kudde en neem een dumba en slacht het schaap; bereid het maal, en als alles klaar is, roep mij dan."

Zoo geschiedde het, dat omstreeks ??n uur in den morgen wij werden gewekt, en dat ons werd gezegd, dat het hoofd gekomen was om ons te onthalen, en dat het maal gereed was. Het zou niet enkel noodeloos zijn geweest, te protesteeren en te zeggen, dat wij meer behoefte hadden aan slaap dan aan een maaltijd, maar dat zou een beleediging zijn geweest voor zijn gastvrijheid. Dus stonden we vlug op en hielden ons zoo goed mogelijk, en na een begroeting met de gewone vormen aan weerszijde, maakten we ons gereed, om eer te doen aan een luisterrijk maal van gebraden schapevleesch en pulao, voor ons klaar gemaakt.

Bij een reis over de grens had ik op den terugweg naar Bannoe een geleide van twee dreigend eruit ziende Afghanen, die tot elke misdaad in staat leken. Ze zorgden echter voor ons naar behooren en brachten ons veilig te Bannoe. Bij aankomst daar bood ik hun eenig geld als belooning voor hun geleide; maar ze weigerden het verontwaardigd, zeggende, dat geld aan te nemen van iemand, die hun gast was geweest, in strijd zou zijn met de traditie. Dus liet ik hen de rest van den nacht doorbrengen in het huis van een van mijn helpers-inboorlingen, met een briefje, om hun een goed maal voor te zetten en ze vroeg in den morgen naar huis te zenden. Hij gaf hun het maal, maar toen hij den volgenden morgen opstond, zag hij, dat ze al waren verdwenen met al zijn goede kle?ren.

Onder de Afghanen is diefstal min of meer een verdienste, al naar gelang van de behendigheid en den moed, die ervoor noodig zijn geweest, en van het succes bij het ontgaan van vervolging. Twee jaar geleden bracht een Afghaan zijn dochtertje bij ons voor een oog-operatie. De operatie was goed gelukt, en de dag kwam, dat het meisje kon worden ontslagen. De oogen van den Afghaan waren intusschen gevallen op mijn paard; hij bedacht, hoe bruikbaar de merrie voor hem zou zijn op zijn tochten, en den avond na zijn vertrek bemerkten wij, dat hij met een vriend was gekomen en het paard had gestolen. Ongelukkig voor het succes van de onderneming had hij een vijand, die, toen er een belooning werd uitgeloofd voor de ontdekking van den dief, dacht, dat hij zich wel kon verrijken en tegelijk een oude grief uitwisschen. De schuldige was nu al met zijn buit veilig over de afghaansche grens gekomen in Khost, en geen uitleveringswetten gelden daar. Andere leden van den stam woonden in Britsch Indi? en zouden met hun gezinnen naar de bergen trekken bij het toenemen van de zomerhitte. De deputy-commissioner riep de hoofden van den stam bij elkander en deelde hun mede, dat als ze niet zorgden voor de teruggave van de merrie, hij tegen zijn zin genoodzaakt zou zijn, bevelen te geven, dat ze niet met hun gezinnen in de bergen mochten trekken. Eerst protesteerden ze, dat ze niets te zeggen hadden over den dief, dien ze zelf uit den stam hadden gezet, omdat bij een schurk was; maar toen ze merkten, dat de ambtenaar hen te goed kende, gingen ze ertoe over, iemand naar Khost te zenden, die met het paard terugkwam. De man, die door zijn tusschenkomst het dier mij terug gaf, heeft zich van dien tijd af steeds voorgedaan als mijn weldoener, en verwachtte allerlei gunsten als loon. De diefstal werd algemeen afgekeurd door den stam, maar vooral omdat de omstandigheden de mislukking hadden teweeggebracht.

Bekende dieven en misdadigers hebben vaak van het zendingshospitaal gebruik gemaakt, als ze leden aan koorts of een andere kwaal, die hen tijdelijk hinderde, maar natuurlijk kwamen ze onder andere namen en trachtten ze hun identiteit te verbergen. Het is toch maar te hopen, dat ze gebruik maken van de toespraken en den goeden raad, die hun dagelijks worden voorgehouden, terwijl ze onder behandeling zijn. Soms, zooals in het geval dat ik ga vertellen, wordt hun identiteit bekend. Eenige jaren geleden lag in "bed 26", het Zuidzeebed, zooals het genoemd werd, Zaman, een bekende dief, die aan chronische dysenterie leed en meer dan twee maanden werd behandeld. Hij sukkelde en het ging op en neer, maar blijkbaar was hij te ver heen, toen hij werd opgenomen. Hij luisterde aandachtig naar het voorlezen uit den Bijbel en gaf soms voor, dat hij er in geloofde, maar gaf geen blijk van berouw over zijn vroeger leven. Maar toen men hem had voorgehouden, dat er geen kans op herstel was, liet hij een politieman halen, om dien de namen op te geven van zijn vroegere vrienden, hopende niet enkel, dat ze gevangen zouden worden genomen en gestraft, omdat ze hem hadden weggezonden, toen hij te ziek en te zwak was om hun slechte praktijken mee te bedrijven, maar ook om een belooning te krijgen voor de verstrekte inlichtingen. Hij ging langzamerhand achteruit en stierf onder de belijdenis van een geloof in Christus; maar alleen Hij, die het hart kent, weet wat dat beteekende. Ik denk niet, dat hij verklikker zou zijn geworden, als niet de medeplichtigen hem in zijn nood in den steek hadden gelaten.

Geen beschrijving van het leven der Afghanen zou volledig wezen, als men niet sprak over de openbare danspartijen. Ze hebben plaats ter viering van een stamovereenkomst of van het ophouden van vijandelijkheden tusschen twee stammen of afdeelingen. Men kan ze alleen in optima forma zien over de grens, want in Britsch Indi? zijn die danspartijen door de meer vreedzame vermaken van het volk en het ontbreken van de benoodigde vuurwapens in onbruik geraakt. Aan de andere zijde van de grens wordt een vlak terrein uitgekozen, en in het midden wordt een post geplaatst. De mannen gaan in al wijder kringen rondom dit middelpunt staan en draaien er omheen, steeds het middelpunt aan hun linkerhand houdend, en zwaaiend met hun zwaarden. De oudste en minst vlugge van de krijgers vormen de middenkringen; meer naar buiten ziet men de jongelui, die met verbazende vlugheid ronddansen, vaak met een geweer in de eene en een zwaard in de andere hand, of ook wel een zwaard in iedere hand, welke wapens ze beurtelings boven hun hoofd zwaaien. Meer aan den buitenkant bevinden zich de kringen van de ruiters, die tegelijk hun vlugheid te paard en hun behendigheid met zwaard of geweer aan den dag leggen. Aan den eenen kant staan de dorpsmusici, die door trommen en fluiten voor de begeleiding zorgen. Ze beginnen langzaam, en men ziet alle kringen zich bewegen met afgemeten tred; daarna wordt de muziek al vlugger, de dansers worden meer en meer opgewonden, en wie toekijkt krijgt den indruk van een warrelende massa sabels en geweren. De geweren zijn vaak geladen en worden nu en dan afgeschoten, waarna de wendingen van de ruiters drukker worden, zoodat men zich verwondert, dat er geen hoofden en armen worden afgeslagen door de overal flikkerende sabels. Plotseling zwijgt de muziek, en allen houden stil, om weer op adem te komen, maar beginnen dadelijk weer, tot ze uitgeput zijn. De opwinding en de ingewikkelde figuren worden vaak precies gelijk aan den werkelijken oorlog, en de geschiedenis eindigt dan ook soms met bloedvergieten. Bij een zekere gelegenheid viel een man neer, en onder het vallen liet hij zijn geweer afgaan met het noodlottige gevolg, dat een andere danser getroffen werd. De moordenaar zonder opzet zou op hetzelfde oogenblik en op de plaats gedood zijn, als zijn vrienden hem niet haastig naar huis hadden gebracht, al vechtende onder het vluchten. Op die manier wordt er soms aanleiding gegeven tot het ontstaan van een bloedveete, die een dorp in twee partijen verdeelt, en die niet eindigt eer enkele van de dapperste bewoners gevallen zijn als slachtoffers.

Bij een andere gelegenheid zat ik met eenige Afghanen in een huis in het dorp Peiwar in het Koeramdal. De meeste huizen stonden aan weerszijde van een lange straat, die in de lengte door het dorp liep, en ik merkte op, dat er tusschen de huizen aan elke zijde van de straat kleine deurtjes waren gemaakt. Toen ik naar het doel daarvan onderzoek deed, werd mij verteld, dat er eenigen tijd geleden een groote strijd in het dorp was gevoerd. De eene kant van de straat stond aan den eenen en de andere zijde aan den anderen kant van de strijdende partijen, en nu lagen ze voortdurend op de loer, om op elkander te schieten over de straat. De eenige manier, om naar de rivier te gaan, was van het eene huis door het andere te loopen naar het benedeneind van de straat, en om dat te kunnen doen zonder te worden opgemerkt, had men deuren gemaakt, terwijl buitendien bij afspraak bepaald was, dat er niet geschoten zou worden, als men naar beneden naar de rivier ging. Mijn gastheer kon mij verscheiden gaten laten zien in zijn deur en de houten kozijnen van de vensters, die gemaakt waren door de kogels van zijn buren aan den anderen kant van de straat, en zei: "Achter dit gat in de deur werd mijn oom doodgeschoten; die opening in het raam werd gemaakt door den kogel, die mijn broeder trof."

Wijzend op een anderen Afghaan, die in de kamer was gekomen en op het bed was gaan zitten, zei hij: "Dat is de man, die mijn broer doodschoot." Toen ik een opmerking maakte over de vriendelijkheid en eensgezindheid, die er tusschen hen scheen te heerschen op dat oogenblik, zei hij: "Ja, wij zijn nu goede vrienden, omdat de schuld aan beide zijden gewroken is. Ik heb hetzelfde aantal leden van zijn familie gedood." Na een strijd van dezen aard worden de noodlottige gevallen aan weerszijden opgeteld, en als ze even groot zijn, voelt men aan weerskanten, dat men vrede kan sluiten zonder de izzat of eer op te offeren, en de vriendschappelijke verhouding wordt hersteld, terwijl het onnoodig wordt geacht, een onderzoek in te stellen naar de opruiers of de moordenaars. Indien echter de eene partij zich nog gegriefd acht of nog niet het volle aantal slachtoffers heeft gemaakt, dat de wet der wrake eischt, kan de strijd tot in het oneindige worden voortgezet, tot geheele families bijna uitgeroeid zijn. De wreker zal blijven uitzien naar een gelegenheid maanden en jaren lang; maar vergeten zal hij niet, en evenmin zal een ander den gejaagden blik, de schuwe uitdrukking in de oogen en het zenuwachtig hanteeren van de revolver vergeten, waardoor zich de man onderscheidt, die weet dat ??n of meer zulke wrekers op hem loeren.


Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg


Load Full (0)

Login to follow story

More posts by @FreeBooks

0 Comments

Sorted by latest first Latest Oldest Best

 

Back to top