Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.
Words: 11251 in 3 pages
This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

: Het Leven der Dieren: Deel 2 Hoofdstuk 05: De Ralvogels; Hoofdstuk 06: De Kraanvogels by Brehm Alfred Edmund - Animals
te dringen en zelfs, daar waar geen paden zijn, snel door het dichte gras te loopen. Hij vliegt snel, rechtuit, met slap afhangende pooten, dicht bij den grond langs en slechts over korten afstand; men kan hem moeielijk doen opvliegen.
Ondanks zijn lief en aardig voorkomen is hij jegens soortgenooten en zwakkere dieren zeer onvriendelijk. Ook hij leeft van roof en is waarschijnlijk een van de ergste plunderaars van nesten. Reeds Naumann heeft bij gevangen Kwartelkoningen opgemerkt, dat zij bijtlustig en heerschzuchtig zijn; hij zag ook, dat zij kleine Zangers of Vinkachtige Vogels met den snavel mishandelden, of zelfs doodbeten en daarna de hersenen opvraten; zelfs vond hij bij hun etensbakje Muizen, die zij gegrepen en gedood hadden. In alle overige opzichten is de Kwartelkoning zeer aanbevelenswaardig voor de kooi; hij is een van de grappigste en gezelligste Vogels, die men houden kan.
Onmiddellijk na de terugkomst in het vaderland begint het paar aan de voortplanting te denken; bijna onophoudelijk hoort men dan het geroep "errp errp errp" of "knerrp knerrp". Het minnekoozen gaat gepaard met een teeder "kju kjo kl?", zoowel van het mannetje als van het wijfje. Het nest wordt gebouwd, als het gras hoog genoeg is opgeschoten, in vele jaren derhalve niet v??r het einde van Juni. In dit opzicht gelijkt de Spriet op den Kwartel, vandaar het oude en zeer juiste volkrijmpje:
"In de maand van Mei Leggen alle Vogels hun ei, Behalve de Kwartel en de Spriet, Die leggen in de Meimaand niet."
Op een droge plek te midden van hun gebied, krabben zij een kuiltje in den grond en bekleeden dit op kunstelooze wijze met droge grashalmen, grasbladen, mos en fijne wortels. Het aantal eieren wisselt in de meeste gevallen af van 7 tot 9, maar kan tot 12 klimmen. Deze zijn betrekkelijk groot, van een fraaien eivorm, met stevige, fijnkorrelige, gladde, glanzige schaal, die op geelachtigen of groenachtig witten grond met fijne geelachtig roode of lichtroode, roodbruine en aschkleurig blauwe vlekken meer of minder overvloedig bezaaid is. Het wijfje broedt gedurende 3 weken zoo ijverig, dat zij zich soms met de hand van het nest laat opnemen, niet eens voor de zeis vlucht en dikwijls het slachtoffer wordt van haar trouw. De jongen zijn met zwart, wollig dons bekleed, loopen spoedig uit het nest, worden door de moeder bijeengehouden, antwoorden piepend op haar geroep, verzamelen zich dikwijls onder hare vleugels, stuiven uiteen, wanneer zij overrompeld worden, sluipen als Muizen over den grond en hebben zich in een oogwenk zoo behendig verborgen, dat het veel moeite kost hen te vinden.
Bij ons en in Duitschland wordt de Kwartelkoning soms toevallig met andere Vogels gevangen; in Spanje en Griekenland wordt hij veelvuldiger geschoten en geregeld op de markt gebracht, omdat men hem onder de smakelijkste soorten van wild rekent.
Van de Veldrallen onderscheiden de Moerasrallen zich hoofdzakelijk door den minder hoogen, slankeren snavel en de grootere lengte van de teenen . 3 van de 24 soorten van dit geslacht zijn inheemsch.
Het Porceleinhoentje is op de bovenzijde olijfbruin en hier , met talrijke, fijne, witte, dikwijls zwartgezoomde stippels en strepen en met zwarte schaftvlekken voorzien, op de onderzijde grijs , de stuit en de onderdekveeren van den staart zijn donker roestgeel, de onderdekveeren van den vleugel met zwarte en witte banden. Het oog is donker roodbruin, de snavel aan den wortel oranjerood, overigens tot aan de vuilgeelachtige spits citroengeel, de voet geelachtig groen. In het herfstkleed heeft olijfbruin de overhand en zijn de witte stippels minder fraai; deze komen daarentegen in het jeugdkleed sterker uit; het nestkleed is zwart. Totale lengte 21, staartlengte 6 cM.
Geheel Europa, Middel- en Noord-Azi? vormen het broedgebied van het Porceleinhoentje, dat in den winter Zuid-Europa, Noord- en Middel-Afrika en Zuid-Azi? bewoont. Het komt bij ons in April aan en vertrekt in September of October. Vele exemplaren trachten hier te overwinteren, maar vinden daarbij meestal den dood. Des zomers houdt het bij voorkeur verblijf op natte, met vele sloten doorsnedene, met riet en zeggen begroeide weiden, bijna even gaarne in echte moerassen of broeklanden, nooit echter op open watervlakten. Beschut door het hooge gras leidt het hier een eenzaam en verborgen leven. Over dag beweegt het zich weinig, tegen den avond wordt het wakker; gedurende den geheelen nacht is het aan den arbeid. In levenswijze en gewoonten komt het veel met den Kwartelkoning overeen. Slechts in ??n opzicht schijnt het zijn verwant ver te overtreffen: het zwemt en duikt uitmuntend. Zijn loktoon is een wel luid klinkend, maar meer kwiekend dan fluitend geluid; bij 't minnekozen hoort men van 't mannetje en wijfje een kort "oe?et", te vergelijken met het geluid, dat een vallende waterdruppel in een vollen waterbak veroorzaakt, bij angst een kwakend geschreeuw. Daar het op zijn onvergelijkelijke bekwaamheid in het wegschuilen vertrouwt, is het volstrekt niet schuw, maar laat den Hond of den mensch dikwijls zoo nabij komen, dat zoowel deze als gene het pakken kan. Het laat zich gemakkelijk temmen en wordt dan zeer gehecht aan zijn verzorger. Het nest, dat los en grof gevlochten wordt van riet en zegge-bladen, terwijl biezen, grashalmen en andere fijnere stoffen het van binnen bekleeden, staat geregeld op een weinig toegankelijke, dikwijls aan alle zijden door water omringde, op geenerlei wijze in 't oog vallende plaats. Tegen het einde van Mei of het begin van Juni bevat het 9 ? 12 eieren, welke op die van het Waterhoentje gelijken, doch kleiner zijn. Alle zorgen voor het kroost komen voor de moeder op, die na drie weken gebroed te hebben met hare jongen het nest verlaat.
Nog bevalliger en lieftalliger dan het Porceleinhoentje, maar bij ons veel zeldzamer, zijn zijne beide verwanten; het Kleine Waterhoentje en het Kleinste Waterhoentje . Het eerstgenoemde is aan de bovenzijde olijfbruin, op het midden van den rug bijna zwart, met weinige, wijd uiteenstaande, witte vlekken; het aangezicht, de hals, de borst en de buik zijn aschgrauw en ongevlekt, de onderdekveeren van den staart wit met donkergrijze banden of vlekken, die van den vleugel zwartachtig grijs; het oog is vuurrood, de snavel aan den wortel rood, in 't midden groen, aan de spits geel; de pooten zijn groen. Totale lengte 20, staartlengte 5 cM. Het bewoont van Zuid-Skandinavi? af geheel Middel- en Zuid-Europa, zoo ook Middel-Azi? van den Oeral tot Sind; op den trek bezoekt het de verder zuidwaarts gelegen landen tot aan Kaap de Goede Hoop. Bij ons werd het slechts enkele malen waargenomen .
Het Kleinste Waterhoentje, dat ongeveer hetzelfde verbreidingsgebied heeft als zijn iets grootere verwant, onderscheidt zich van deze, doordat de veeren van de bovendeelen zwart zijn met olijfbruinen zoom, terwijl in dit zwart weder witte vlekken ingesloten zijn; de grauwe kleur van de onderdeelen is op den buik donkerder en met witte dwarsbanden doorsneden. De snavel is groen, de voet lichtrood. Totale lengte 19, staartlengte 15 cM. Bij ons is het vrij zeldzaam ; bij Vlijmen werd het broedend aangetroffen.
In levenswijze komen deze beide soorten onderling en met het Porceleinhoentje in hoofdzaken overeen; zij houden zich echter niet zoo sterk op den achtergrond, maar vertoonen zich soms op een werkelijk uitdagende wijze. "Soms", zegt Naumann, "komt het Kleine Waterhoentje, wanneer het menschen bij of op het water druk hoort spreken, uit zijn schuilplaats te voorschijn, gaat gewoonlijk aan den waterkant, op een drijvend blad staan en begroet de bezoekers met zijn schelle stem." Dit geluid klinkt als "kiek kiek kiek."
Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg
More posts by @FreeBooks

: The Voyage of the Aurora by Collingwood Harry - Seafaring life Juvenile fiction; Sailors Juvenile fiction; Mutiny Juvenile fiction

: Histoire parlementaire de France Volume 1. Recueil complet des discours prononcés dans les chambres de 1819 à 1848 by Guizot Fran Ois - France History Restoration 1814-1830 FR Histoire