Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.
Words: 120482 in 17 pages
This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

: A Popular History of England From the Earliest Times to the Reign of Queen Victoria; Vol. I by Guizot Fran Ois Witt Madame De Henriette Elizabeth Editor - Great Britain History
ONDERWEG IN TUNIS.
Naar het Fransch van Mevr. B. Chantre.
Het was volkomen donker, toen wij den 5den Maart te Tunis aankwamen, zoodat wij het schouwspel misten, dat het binnenvaren van het schip in de haven oplevert, terwijl de landing zelf er minder vlug door ging. Bij het aan wal gaan waren we blij, onze uitstekende vrienden, den heer en mevrouw Alapetite op de kade te vinden, wier hartelijke ontvangst ons deed vergeten, wat de overtocht bij koud weer en een onstuimige zee voor onaangenaams had gehad. Ze brengen ons vlug per rijtuig naar het Residentshuis, waar ze ons op de vriendelijkste manier gastvrijheid bewijzen.
Al is de afstand van Tunis over zee slechts twee-en-dertig uren en al krijgt men tallooze verhalen te hooren van bezoekers, die tegenwoordig door Tunesi? dwalen, toch wil men wel eens graag met eigen oogen een land zien, waarvan men zich nog kan verbeelden, dat men het ontdekt. En zoo, in afwachting van ons vertrek naar Zuid-Tunis en Tripolis, waarheen de heer Chantre zich moet begeven, om een anthropologische zending te vervullen, hem opgedragen door den minister van openbaar onderwijs, gebruik ik mijn tijd met het bekijken van de stad. Het is mijn eerste kennismaking met dit hoekje van Afrika, onder welks hemel onze vlag wappert als een getuige van het werk des vredes, dat Frankrijk er heeft ondernomen en dat veel goeds er in het leven zal roepen.
Van jaar tot jaar is de hoofdstad van ons protectoraat vervormd en is ze mooier geworden, en het is geen overdrijving, als men zegt, dat ze in volle vaart is op de baan harer ontwikkeling. De eigenlijke europeesche stad, waarvan de wijken zich uitbreiden aan den voet van de arabische, ziet er met haar welgebouwde huizen, haar electrische trams, haar squares en mooie winkels allervriendelijkst uit. Het prachtige Post- en Telegraafkantoor, de groote scholen voor uitgebreid onderwijs aan jongens en meisjes maken de stad niets minder aantrekkelijk en bewijzen, dat de bevolking drukke zaken doet en ijverig de studie voorstaat. Als men door de breede straten loopt, waar de ?quipages, de automobielen, de inlandsche wagentjes, de huurrijtuigen met dichtgesloten gordijntjes, waarin de mohammedaansche dames uitrijden, voor de blikken der voorbijgangers verborgen, de verschillende ruiters en rijdieren elkander opvolgen, en als men den blik slaat op de prachtige hooge huizen, zou men zich nog te Marseille wanen, waarvan Tunis, als het ware, de voortzetting is op den anderen oever van de Middellandsche Zee. Een trouw bezoeker van de Cannebi?re zou zich volstrekt niet misplaatst voelen op het terras van een der caf?'s aan de Avenue de France.
Maar voor den toerist ligt niet daar de grootste aantrekkelijkheid van Tunis. Toen ik per electrische tram mij naar de kasba begaf, om met ??n blik de inlandsche stad te overzien, was ik verrast over het echt oostersche tooneel, dat zich aan mij voordeed. En langen tijd bleef ik kijken naar het Witte Tunis, dat mij schooner leek, dan ik had durven droomen, ondanks wat ik herhaalde malen had gehoord over den goeden staat, waarin het was bewaard gebleven. Gebouwd op heuvels met zachte helling, op zekeren afstand van het meer, vormen de witte huizen met platte daken een schitterend geheel, doorsneden door grillige, smalle straatjes en afgebroken door koepels en sierlijke minarets met slanke lijnen. Komt men in de stad, dan wordt men getroffen door de treffende tegenstelling, die er bestaat tusschen de drukke levendigheid in de koopluistraatjes en de soeks of bazars, en de kloosterlijke stilte, die als in een doode stad overal elders heerscht, een tegenstelling, die zich voordoet in alle mohammedaansche steden. Tevergeefs ondervraagt de toerist met zijn blikken de blinde en stomme huizen. Het blijven raadsels en ze verbergen angstvallig voor profane oogen achter hun vensterlooze muren het geheim van het familieleven der bewoners.
Ons eerste bezoek geldt den heer Roy, secretaris van de tunesische regeering, van wien bekend is, welke rol hij heeft gespeeld in Tunis in de jaren, die aan de bezetting vooraf gingen. De heer Roy heeft steeds met onze residenten-generaal meegewerkt sedert de instelling van het Protectoraat. Hij is de deken van alle fransche ambtenaren, en niemand beter dan hij kent de geheimen der taal en de geestelijke gesteldheid der inboorlingen. Men mag gerust zeggen, dat niets hem vreemd is wat de belangen van Tunis betreft. Het is een land, dat hij tot het zijne heeft gemaakt, dat hij lief heeft als zijn tweede vaderland en waaraan hij zijn leven, dat is al zijn arbeidskracht, heeft gewijd. Zijn kantoren bevinden zich te Dar el-bey. Dat paleis is tegenwoordig zelden in gebruik bij den Bey, die het grootste deel van het jaar in het Marsapaleis woont. Hij komt er alleen eenmaal per week, om met den eersten minister te werken, aanwezig te zijn bij de aanhechting van het zegel op de vastgestelde decreten en de stukken te onderteekenen, die gereed gemaakt zijn door de rechterlijke macht te Dar el-bey, terwijl hij dan tevens de hulde in ontvangst neemt, die zijn onderdanen hem brengen, en aalmoezen uitdeelt.
Onder het geleide van den heer Roy, die ons tot een bezoek aan het paleis in staat stelt, bewonderen we eerst het mooie binnenplein, geplaveid met zwart en wit marmer, versierd met bogen, die door sierlijke zuilen worden gedragen, en wandelen daarna door de vertrekken van den Bey. Die kamers en suite, groote en kleine zalen, waar men binnen komt, door nu eens een paar trapjes op te gaan en dan weer eenige treden af te dalen, naar het grillige spel van den bouwtrant der arabische huizen, zijn alle meer of minder weelderig versierd met tegels en fijne arabesken en ook met dat edele stucwerk, waarin van ouds de Tunesi?rs hebben uitgemunt. Het mooie gaat er echter wel een weinig af door de tegenstelling met europeesche meubels van ontwijfelbare smakeloosheid.
Uit de kamer van den Bey, door welker vensters hij door een vernuftige inrichting van de houten tralies, zonder gezien te worden, kan waarnemen wat er op straat en in de winkels der kooplieden gebeurt, gaan we naar de eetzaal en de raadzaal, die wondermooi zijn versierd. En altijd door nauwe gangen, langs tallooze trappen, komen we boven in dit enorme paleis op terrassen of platte daken, waar we plotseling door het licht worden verblind, om daarna van het hooge punt het uitzicht te genieten.
Bij het verlaten van Dar el-bey, onder de bekoring nog van ons bezoek aan den beminnelijken heer Roy, gaan we door de wijk de Medina, het hart der inlandsche stad. Op enkele kleine verschillen na in kleeding en manieren der menschen, zou men zich kunnen verbeelden in Konstantinopel of het oude Ka?ro te wezen. De winkeltjes van groenten, gebak, kruidenierswaren zijn in alle mohammedaansche steden bijna gelijk, en overal ook ziet men dezelfde straattooneelen, het martelaarschap van de zachtaardige ezeltjes, die met harde woorden en slagen worden overladen door hun geleiders zonder dat ze weten waarom, en het gebrom der altijd ontevreden kameelen.
Het is overbodig, nog eens weer voor de zooveelste maal de winkels te beschrijven van de borduurders, de kleermakers, de zadelmakers en reukwerkverkoopers, die overal en altijd aan elkander gelijk zijn in oostersche landen en enkel een weinig verschillen in rijkdom. Het is prettiger, op goed geluk te dwalen door dit heerlijke Medina met de straten, als daar zijn de Vrouwenstraat, de Schatkiststraat, de Katstraat, de Hondenstraat, de Negerstraat, en in hun petiterige werkplaatsen de veelsoortige handwerkslieden aan het werk te zien, ernstig, waardig en onverstoorbaar onder de oogen van nieuwsgierige wandelaars.
Vooral des morgens zijn de straten en de soeks in de arabische stad druk en woelig. In de menigte vormen de Europeanen maar een zeer kleine minderheid, terwijl men er alle typen in herkent uit Noord-Afrika, van den Marokkaan af tot de zonen der woestijn van Tripolis, waarbij dan nog de Soedaneezen zich voegen met hun tint, zwart als ebbenhout.
Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg
More posts by @FreeBooks

: Le songe d'une femme: roman familier by Gourmont Remy De - Epistolary fiction; French fiction 19th century FR Littérature; FR Nouveautés