Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.
Words: 8954 in 3 pages
This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

: Een en ander over het dorpsleven in Transvaal De Aarde en haar Volken 1917 by Uitlander - South Africa Description and travel
EEN EN ANDER OVER HET DORPSLEVEN IN TRANSVAAL.
Door Uitlander.
Een gedeelte van de Boeren, die in 1836 en volgende jaren wegtrokken uit de Kaapkolonie, bereikte na een langen en moeilijken zwerftocht de landstreek die nu Noord-Oostelijk Transvaal is. In die houtrijke, vruchtbare wereld, toen vol van allerlei soorten wild, beviel het hun zoo goed, dat zij besloten daar voorgoed te blijven, en in een der mooiste valleien legden zij hun eerste dorpje uit, naar een Hollander, die, vanuit wat nu Louren?o-Marques is, met hen handel zou drijven, Ohrigstad gedoopt.
Wat de Voortrekkers gedreven heeft juist die bepaalde kloof te kiezen is thans niet meer bekend, maar gelukkig was de keuze niet. Nu nog, 75 jaar later, is het daar vol van slangen en luipaarden; hoe moet dat derhalve toen wel geweest zijn? En alles, wat niet door menschenhand opengekapt is, is bedekt met houtgewas zoo dicht, dat stroopende kafferbenden daarin niet te vervolgen waren. En bij de wilde dieren die het vee wegstalen en de kaffers die 's nachts het dorp in brand staken, kwam nog een derde en misschien nog ergere plaag: een kwaadaardige malaria. Twee jaren lang hield men vol; toen werd besloten alles op te breken en op een meer geschikte plek opnieuw te beginnen. Een vijftig kilometer ten Zuiden van Ohrigstad werd een nieuw dorp uitgelegd, ter herinnering aan de doorgestane ellende "Lijdenburg" genoemd. De personen die deze plek hebben uitgezocht, hebben eer van hun werk. "Lijdenburg" is een der mooist gelegene en fraaiste dorpen in Transvaal. Het ligt in een uitgestrekte vlakte, eigenlijk een lang, breed dal. Naar het Zuiden glooit het dal op naar het Hooge Veld, het plateau 5-6000 voet boven de zee, dat het centrum van de Transvaal uitmaakt; naar het Noorden loopt het dal af naar het Lage- of Boschveld, dat deel van Transvaal 't welk slechts gedurende enkele maanden van het jaar voor blanken bewoonbaar is.
Lijdenburg ligt 4800 voet boven de zee; op zoo'n hoogte komt malaria bijna niet meer voor. In den zomer kan het er overdag drukkend warm zijn, maar de ijlheid van de lucht, afhankelijk van de hoogte, maakt dat alle warmte reeds in den voornacht weer wegstraalt, en zoodoende zijn, ook in het heetst van den zomer, de nachten koel en frisch. De meeste winterdagen hier doen mij telkens weer terugdenken aan den herfst in Holland, maar in de winternachten kan het geweldig rijpen, en als een Zuidenwind de lucht van het Hooge Veld over het dorp blaast, is zelfs overdag een dikke winterjas nauwelijks voldoende.
De "oumense" hebben bij het uitleggen van hun dorp de methode gevolgd, die zij in de Kaapkolonie hadden leeren toepassen. Waar het midden van het dorp moet komen, wordt een kerkplein afgebakend, vierkant, of langwerpig vierkant met zijden van een paar honderd meter. Dit kerkplein vormt meteen het eerste "blok" van het dorp. Al het voor het dorp bestemde terrein wordt nu ingedeeld in "blokken", die gelijk en gelijkvormig zijn met het kerkplein-blok. Lagen de blokken vlak tegen elkaar, dan zou het terrein dus ingedeeld zijn als een dambord; het eenige verschil is dat in het dorp de naden tusschen de blokken van het dambord zijn uitgedijd tot straten, een meter of vijftien breed, en soms breeder. Een van de blokken, niet te ver van het centrum, wordt aangewezen als marktplein; de overige worden "opengesneden" in "erven", acht tot twaalf in een blok. Het eind van de zaak is dus, dat in een Z. Afrikaansch dorp of stad alle straten elkaar rechthoekig snijden, en alle huizen bijeen gegroepeerd zijn in blokken van precies dezelfde grootte. In het midden van Lijdenburg zijn de straten thans verhard; aan de buitenkanten van het dorp, waar weinig of geen verkeer is, zijn de straten nog niet meer dan strepen veld.
Aan de Westzijde wordt het dorp afgesloten door de "Dorpsrivier", in gewone tijden niet meer dan een of twee voet diep, maar in den regentijd vaak weken lang ondoorwaadbaar. Uit een der kloven ten Z. O. van Lijdenburg komt de Sterkspruit die zich bij het dorp met de Dorpsrivier vereenigt. Een gedeelte van het water van de Sterkspruit wordt, een paar kilometer boven het dorp, afgetakt en in een geul naar het dorp geleid. Bij het bereiken van het dorp wordt het water onderverdeeld in meerdere geultjes en verspreid in een netwerk van kanaaltjes, die overal langs de straten loopen. In de Kaapkolonie komt zooiets meer voor, maar in Transvaal is dit "levende" water langs de straten zeldzaam; Middelburg, Pietersburg en Potchefstroom hebben iets dergelijks, maar de hoeveelheid water waarover die dorpen beschikken is maar gering, zoodat op een gegeven oogenblik maar enkele der geultjes vol water zijn.
Lijdenburg daarentegen heeft overvloed van water, zoodat bijna voortdurend alle geulen loopen. Elk "erf" heeft het recht vier uren in de week het voor het erf loopende kanaaltje af te dammen en al het water over het erf te laten loopen, maar er is zooveel water, dat in de praktijk iedereen net zooveel water kan krijgen als hij hebben wil. Het is alleen in tijden van droogte, als de watertoevoer vermindert, dat de "waterschout" toeziet dat niemand meer neemt dan zijn rechtmatige portie. In gewone tijden bepaalt zijn werk zich tot het in orde houden van de geulen.
Dank zij al dit water, is Lijdenburg nu een der mooiste dorpen in Transvaal: vele van de straten zijn met boomen beplant, en de meeste huizen hebben prachtige tuinen. In het voorjaar, als langs al de watergeulen de viooltjes bloeien en alle mimosaboomen bedekt zijn met hun gele bloesems, is Lijdenburg een der mooiste plekjes van Z. Afrika. Als de mimosa uitgebloeid is, krijgen de wilde rozenheggen hun groote witte bloemen; kort daarna zijn de eerste aardbeien rijp en dan heeft Lijdenburg voortdurend vruchten, tot ten slotte de sinaasappelen en mandarijntjes rijp zijn, die weer aanhouden tot lang na de aardbeien.
Nadat het dorp was uitgelegd, werd in 1848 de "Republiek Lijdenburg" gesticht. Een der eerste daden van het bestuur van de nieuwe republiek was het bouwen van een met riet gedekt "landdrost" kantoor op een der erven aan het Kerkplein. Dit gebouw heeft dienst gedaan tot 1883, toen de regeering van de toenmalige Zuid-Afrikaansche republiek aan het Marktplein een voor dien tijd royaal gebouw stichtte, tegelijk magistraatsgebouw en postkantoor. Het afgedankte gebouw ging toen in particulier bezit over; veranderd en verbouwd doet het sinds dien tijd dienst als woonhuis. Al spoedig werd op een ander erf een schooltje gebouwd; het eerste onderwijs hierin werd gegeven door een Hollander Hendriks; het meubilair moet hoogst primitief geweest zijn; banken waren er zelfs heelemaal niet; de kinderen zaten allemaal plat op den grond. Het gebouwtje, dat nu, in particulier bezit zijnde, gebruikt wordt als kantoortje, is geheel onveranderd gebleven. Zou het niet mogelijk zijn dat in Holland geld werd bijeengebracht om het aan te koopen en zoo voor het nageslacht te bewaren? Het is het eenige gebouwtje dat nog herinnert aan de vroegere republiek Lijdenburg, die zich in 1860 met de beide anderen toen benoorden de Vaal bestaande republieken vereenigde tot Transvaal.
Het oorspronkelijke kerkje is in den loop der jaren zoo vaak veranderd en verbeterd, dat het op het oogenblik in niets meer aan vroeger dagen herinnert; het is nu een leelijk langwerpig gebouw, met gegolfd ijzeren dak, dat dienst doet als schoollokaal.
Eenige jaren voor den Boerenoorlog heeft de gemeente een nieuwe kerk gebouwd, naar plannen van den toenmaligen predikant. De toren is niet, als bij andere kerken, aan het eind van het schip geplaatst, maar naastaan; de predikant is er dus zeer zeker in geslaagd zijn kerk een eigen, maar zeer eigenaardig cachet te geven. De predikant heeft toentertijd ook zelf den preekstoel ontworpen en, met behulp van een paar leden van het kerkbestuur, zelf uitgevoerd ook.
Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg
More posts by @FreeBooks

: The Private Library What We Do Know What We Don't Know What We Ought to Know About Our Books by Humphreys Arthur Lee - Book collecting; Private libraries

: Three Young Pioneers A Story of the Early Settlement of Our Country by Mueller John Theodore - Puritans Juvenile fiction; Massachusetts History Colonial period ca. 1600-1775 Juvenile fiction