bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.

Words: 48994 in 10 pages

This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

10% popularity   0 Reactions

aakte rotsvlakte jong of oud is, en of een rots vroeger hooger was dan nu, of door andere vormen gekroond. Toch zijn er verschijnselen, waaruit men kan afleiden wat er 's winters gebeurt. Dit zijn vooral oude wegen, die voor een zeker aantal jaren door geen nieuwen weg vervangen en sedert niet meer verzorgd zijn. Zulk een weg is o.a. die in de klove tusschen Livingston en Gardiner, kort v??r dat men het laatstgenoemde dorp bereikt. Dit Canyon voert den naam van Yankee Jim, en jaren voordat de spoorweg door dit enge dal gemaakt werd had James George hier een wagenweg aangelegd, die nagenoeg de eenige toegang tot het latere park was. Hij had het recht om op dien weg tol te heffen en genoot daarvan langen tijd een niet onbelangrijk inkomen. Eenige jaren geleden is echter de spoorweg, die toen slechts tot Cinnabar liep, door dit Canyon doorgetrokken tot aan Gardiner, d.w.z. tot aan den ingang van het park zelf. Verder kon hij niet gaan, daar de bepalingen omtrent de strekking en het onderhoud van het park den aanleg van spoorwegen daarin verbieden. Vroeger moest dus ieder, die te Cinnabar uitstapte, langs den weg van Yankee Jim naar Gardiner rijden; nu spoort men eenvoudig door. De weg is dus in onbruik geraakt, en het onderhoud niet meer waard. Maar van den trein uit kan men zien, wat in die enkele jaren gebeuren kon. Op talrijke plaatsen toch is de weg onder rotsstortingen bedolven, soms over een lengte van honderden meters. Geweldige aardmassa's en groote rotsblokken moeten in die weinige winters omlaag gekomen zijn, nieuwe hellingen vormend, en nieuwe rotswanden onthullend. Soms ligt de massa huizenhoog op den weg, en strekt zij zich tot in de rivier uit.

Het neerstorten van zulke rotsmassa's is ten deele het gevolg van het afknagen van den voet door de bergstroomen. Maar deze alleen zouden niet zoo spoedig zulke groote hoeveelheden kunnen afbreken. Zij worden geholpen door het ijs. Overal is het inwendige der rotsen gebarsten, en in deze barsten dringt het water door, na als regen op het oppervlak gevallen en korter of langer tijd in de bovenste lagen vastgehouden geweest te zijn. In het najaar wordt het zoo koud, dat het water in deze spleten bevriest. Nu echter weet men, dat water bij het bevriezen met geweldige kracht uitzet. De barst wordt dan daardoor een weinig verwijd. Is dit juist zooveel, dat de steenmassa aan de vrije zijde daardoor losraakt, dan valt zij nog niet, want het ijs werkt ook als plakmiddel. Maar als dan in het voorjaar het ijs ontdooit, houdt het verband op, en de geheele steenmassa valt omlaag. Het is trouwens hetzelfde spel, dat zich in alle rotsachtige streken herhaalt, en waarvan men de verwoestende gevolgen ook in Zwitserland niet zelden waarnemen kan.

De Canyons zijn in het algemeen kloven, die door de bergstroomen met behulp van dit proces in de gesteenten zijn uitgegraven. Het ijs werpt de rotsblokken omlaag, het water vervoert het gruis, en slijt de te groote blokken allengs af. Maar grootere en kleinere blokken, zoo groot als een kamer en meer, ziet men bijna overal in de rivieren liggen, soms zeer sierlijk met struikgewas begroeid. Langzaam wordt het dal dieper en breeder. Is het gesteente zacht, zooals in het Grand Canyon, dan wordt de kloof van boven betrekkelijk sterk verwijd; is het echter harder, zooals in de oude lava-stroomen en vooral in de basalt, dan is het dal dikwijls huizenhoog niet veel breeder dan waar de rivier er in stroomt. In deze twee gevallen ontstaan geheel verschillende landschappen, maar zoowel het eene als het andere oefenen op den bezoeker een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit.

De kraters zijn uitgedoofd en de lava-stroomen verkoeld, en alleen de geysers en warme bronnen getuigen er nog van, dat de onderaardsche warmte hier dichter bij de oppervlakte komt, dan op de meeste overige plaatsen dezer wereld. Maar die uitdooving zelve is reeds van ouden datum. Na haar heeft hier, evenals elders, die bekende periode van koude geheerscht, waarin de gletschers geheele landstreken bedekten, en de hoofdrol in de geologische veranderingen van het aardoppervlak speelden. Voordat ik echter over deze ijsperiode spreek, is het misschien goed een vraag te vermelden, die de reiziger zich onwillekeurig stelt, en die vrij rechtstreeks tot een juiste voorstelling geleidt.

Het Grand Canyon aan de Yellowstone-rivier, dat ik reeds eenige malen genoemd heb, is een klove van onovertrefbare schoonheid in vormen en kleuren, door de rivier in de vulcanische lagen gegraven. Het strekt zich over een twintigtal mijlen uit, en is op het schoonste gedeelte omstreeks 400 Meter diep. Het is een kloof in een uitgestrekt plateau, en een voortreffelijke rijweg voert op dit plateau langs den rand van den afgrond, terwijl in de diepte, waar de rivier bruist, het dal meest zoo eng is, dat er zelfs voor geen boom plaats is. Boven op dit plateau nu ligt, juist bij het meest imposante gedeelte van het Canyon, een eenzaam rotsblok, verscholen in het dennenbosch, half zoo hoog als de boomen. Maar het is thans een bekende curiositeit geworden, en de weg naar Inspiration-point voert er vlak langs. Gaat men even van den weg af om het nader te beschouwen, dan wordt men terstond getroffen door twee feiten. Ten eerste ligt het klaarblijkelijk los op den grond, zonder eenig verband met de onderliggende rotsen. Ten tweede echter bestaat het uit graniet, en geenszins uit vulkanische steen, zooals de geheele streek in de rondte. Het heeft een fraaie en gemakkelijk te herkennen granietstruktuur, die vooral daar goed te zien is, waar door het afvallen van kleine stukken, een gave breukvlakte aan den dag is gekomen.

Van waar komt dit blok? Het ligt honderden meters boven de rivier, en is ook vele malen te groot en te zwaar om zelfs door den machtigsten stroom te kunnen worden vervoerd. Van waar komt het? Het moet natuurlijk eenmaal afgebroken zijn van een naburigen granietberg, en hierheen gebracht. Maar in den omtrek komen wel enkele hooge bergen voor, zooals Mount Washburn, maar die zijn uitgedoofde kraters en bestaan niet uit graniet.

Uit graniet bestaan echter de Absaroka-gebergten, die ik ook reeds genoemd heb, en die op de oostelijke grenzen van het park gelegen zijn. Van uit het park ziet men ze, als het uitzicht vrij is, als een hooge keten van toppen, hier en daar op de hellingen met sneeuwvelden bedekt, op grooten afstand. Evenzoo vindt men hier en daar aan de andere zijden op en over de grenzen van het park granietgebergten. Maar dichterbij vindt men ze niet. Daaruit volgt dus met volkomen zekerheid de conclusie, dat dit blok van een der omliggende bergen, en wellicht juist van de Absaroka's, hierheen is gekomen.

Zoo dit feit alleen stond, zou het natuurlijk moeilijk te gelooven zijn. Men zou zich niet goed een voorstelling van zulk een werking kunnen maken. Maar het staat volstrekt niet alleen. Zoodra men toch het park bij Gardiner binnen komt, rijdt men door een vallei, die met grootere en kleinere granietblokken als bezaaid is. Overal waar de weg in de heuvelhellingen is ingegraven, ziet men links en rechts dergelijke steenen in den grond. De geheele bodem bestaat hier uit een laag van granietsteenen, waarvan de tusschenruimten eenvoudig met verweerd graniet zijn aangevuld.

Het vervoer van graniet heeft dus op zeer groote schaal plaats gevonden, en ging gepaard met een zeer aanzienlijke verweering van dit gesteente. Trouwens bijna in alle dalen van het park vindt men zulke blokken en zulke lagen, ofschoon natuurlijk geen van alle de afmetingen van dat beroemde blok bij Inspiration-point ook maar nabij komt. Er moet dus een werking geweest zijn, die in staat was bergen te splijten en den afval van alle kanten naar het park en over het park heen te vervoeren. Dat vervoer geschiedde in de richting waarin thans de beken en stroomen zich bewegen, en zich ten slotte alle te zamen vereenigd in Yellowstone-rivier, bij Gardiner uit het park naar het Noorden begeven. Want ook de vallei van deze rivier, tot voorbij Livingston, vertoont overal deze zelfde erratische gesteenten.

Om dit alles te verklaren, en in verband met hetgeen men omtrent de ijsperiode uit andere streken en landen weet, stelt men zich voor, dat in een tijd, toen het Grand Canyon nog niet bestond, en het plateau hier dus nog onafgebroken was, ??n enkele groote gletscher het geheele park bedekte. Ontstaande in de kloven en op de hellingen van alle omliggende bergen, bewoog zich dit ijs als een taaie maar buigzame massa over het park heen, en drong het door het enge Canyon van Yankee Jim in de vlakte van Cinnabar en Livingston. Waar het op de bergen langs de rotsen gleed, brokkelde het deze af, en beladen met de producten schoof het noordwaarts. Nu eens zullen de blokken bij dien val vergruizeld zijn, dan weer zal hetzelfde lot hen getroffen hebben, als zij ten slotte van het ijs afvielen, maar enkele blokken kunnen natuurlijk aan dit lot ontkomen zijn. Zulk een blok zou dan dat van "Inspiration-Point" zijn. En thans ligt het daar, om te getuigen van wat in lang vervlogen tijden, wellicht v??r er menschen in Amerika woonden, door de grootsche machten der natuur gewrocht is.

Maar hoe verleidelijk het ook zij, ik mag hier niet over de ijsperiode uitweiden. Reeds lang genoeg heb ik mij met de geologische gesteldheid beziggehouden, en wil daarom hier de beschrijving en verklaring van wat ik gezien heb, eindigen om nog een enkel feit te vermelden, dat gebrek aan tijd mij belette te gaan aanschouwen. Maar het is te merkwaardig om het geheel onaangeroerd te laten.

Op een plaats, genaamd Fossil Forests , doch niet aan de gewone touristen-route gelegen, heeft de rivier Lamar een diepe en enge spleet in den rotsachtigen grond gegraven. Daardoor zijn de boven elkander liggende lagen van deze rotsmassa plaatselijk zichtbaar geworden, en zij zijn het die de fossiele bosschen vertoonen. Stelt u voor, dat oudtijds een groot dennenbosch hier de vlakte bedekte, en dat dit plotseling door een lavastroom of door vulkanische asch bedolven werd. De stammen werden verkoold, doch konden door gebrek aan lucht niet verbranden. Eenmaal bedekt werden zij langzamerhand fossiel door het water dat het afgekoelde gesteente eeuwen lang doorsiepelde, en dat uit de steenmassa kiezelzuur oploste om dit weer in de stammen af te zetten. Van betrekkelijk zacht hout gingen zij in een glanzige steenmassa over, zoo hard als het beste vulcanische glas. Ondertusschen verweerden de bovenste lagen van de lava en vormden een grond, geschikt voor plantengroei. Een nieuw bosch ontstond boven op het oude, maar vroeg of laat zou ook dit weer door lava bedekt en versteend worden. Zoo ziet men hier in den vertikalen rotswand een aantal bosschen uit verschillende perioden boven elkander staan, gescheiden door lagen van verharde asch. Hier en daar zijn de stammen zeer goed bewaard gebleven. De stammen en de wortels ziet men van verre, van meer nabij onderscheidt men het hout en de schors; maar ook takken en dennennaalden, ja zelfs de gaten, die door rupsen in het hout geknaagd waren, kan men herkennen. Men kan de jaarringen tellen en vindt dan voor de dikste boomen een ouderdom van somwijlen 500 jaren, bij een diameter van 3 meter en meer. Op ??ne plaats ziet men op den rotswand een grooten stam, die v??r de algemeene verwoesting omgevallen was, in horizontale richting tusschen de stompen liggen. Men heeft de opeenvolgende boschformaties geteld, en de ervaringen aan verschillende gedeelten vereenigend, is men tot de uitkomst geraakt dat ten minste negen- en waarschijnlijk twaalfmaal zulke bosschen bedolven en door nieuwe vervangen geworden zijn.


Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg


Load Full (0)

Login to follow story

More posts by @FreeBooks

0 Comments

Sorted by latest first Latest Oldest Best

 

Back to top