Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.
Words: 38753 in 7 pages
This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

: Het Leven der Dieren Deel 3 Hoofdstuk 5: De Spinachtigen by Brehm Alfred Edmund - Animals; Crustacea; Arachnida
igen. V??r het lichaam steken de beide kaaktasters uit; zij eindigen in scharen, welke van die der Kreeften verschillen, doordat niet de binnen-, maar de buitenvinger klein en ten opzichte van het uitsteeksel der zoogenaamde "hand" beweeglijk is. De korte, dikke, van boven niet zichtbare grondstukken dezer ledematen zijn de kaken. De kaken van het tweede paar, welker plaatvormige heupen een naar voren gericht uitsteeksel hebben, dat als onderlip dient, hebben geheel het maaksel van pooten en worden als zoodanig gebruikt. De stam van den Schorpioen bestaat uit het vierhoekige, naar achteren eenigszins in breedte toenemende, ongelede kopborststuk, waarop zonder eenige insnoering het 13-ledige achterlijf volgt, welks 6 laatste ringen den knobbeligen, 45 mM. langen "staart" vormen, met de aarsopening aan 't einde van 't voorlaatste en den gekromden gifstekel aan 't einde van 't laatste lid. Aan de buikzijde van het tweede achterlijfssegment komen de zoogenaamde kammen voor. Het zijn 2 veelledige, smalle platen met tandvormige, bij wijze van een kam gerangschikte uitsteeksels, welker aantal niet onbelangrijk verschilt in verband met de soort, en bij leden van dezelfde soort allengs toeneemt. Hun eigenlijke beteekenis is onbekend; waarschijnlijk kunnen zij bij wendingen van het lichaam en bij de beweging langs steile, gladde wanden, de werking der pooten ondersteunen. Aan de bovenzijde van het kopborststuk bevinden zich de oogen: de beide grootste of kruinoogen dicht bij het midden, de overige 2 ? 5 paar in twee groepen ter rechter en ter linkerzijde van den voorhoofdsrand. Het lichaam is met harde chitine-platen bekleed; het rugschild en het buikschild van ieder segment van het "voor-achterlijf" zijn door zachte vliezen verbonden, aan den harderen staart echter tot een ring vergroeid. De oppervlakte is glanzig of dof, meestal ruw, gekorreld of geknobbeld, van lijsten of kanten voorzien, op sommige plaatsen ook wel met borstels begroeid. De kleur kan vari?eren van lichtgeel door bruin tot zeer donker zwart; hoogstens vindt men bij hen een zwarte teekening op lichten grond.
De Schorpioenen brengen levende jongen ter wereld. Gedurende de eerste weken, zoo lang hun uitwendig skelet zacht en licht van kleur is, blijven zij bij hun moeder; men heeft niet kunnen nagaan, op welke wijze zij zich in dien tijd voeden. De moeder vermagert intusschen hoe langer hoe meer en sterft, zoodra de jongen zelfstandig geworden zijn en zich verspreiden. De door haar talrijk kroost omgeven moeder levert een zeer eigenaardig schouwspel op; in zeer verschillende houdingen bedekken de 30 ? 50 jongen haar lichaam; vreedzaam leven deze van aard zoo ongezellige dieren in dit geval bijeen.
De Schorpioenen worden in 4 famili?n verdeeld met te zamen ongeveer 100 soorten. Die van de eerste familie hebben een zeer smal, dwars gericht, sikkelvormig borstschild. Zij komen uitsluitend in Amerika en Nieuw-Holland voor en onderscheiden zich door een glanzige, bijna gladde lichaamsoppervlakte. Dit geldt o.a. van den Bonten Schorpioen uit Brazili?, een glanzig, zwart en geel gevlekt diertje, dat slechts 28 mM. lang wordt en een zeer dikken staart heeft, op welks spits, evenals op de vingers van de scharen, het zwart door rood vervangen is.
Tot de tweede familie behooren verreweg de meeste, over 12 geslachten verdeelde soorten. Een groot, 3- of 5-hoekig borstschild, ??n reeks van tanden aan elken schaarvinger, 2 of 3 groote en 1 of 2 kleine zijoogen komen bij alle voor. Twee groote bijoogen vindt men o.a. bij den 70 mM. langen, van boven donkerbruinen, van onderen gelen Moorschen Schorpioen en bij den Huisschorpioen of Karpatischen Schorpioen . Deze is slechts 35 mM. lang, van boven roodbruin, van onderen, aan de pooten en aan de spits van den staart geel van kleur. Hij bewoont het Zuiden van Europa tot aan de Tiroler Alpen en de Karpaten.--Drie groote bijoogen hebben alle overige soorten. De zwarte Rotsschorpioen, de Ketoengeng der Javanen , kan bijna 16 cM. lang worden; hij bewoont Afrika en Oost-Indi? met de naburige eilanden. De nagenoeg 8 cM. lange Kaapsche Schorpioen wordt, evenals al zijne verwanten, voor zeer vergiftig gehouden; het doffe, roodachtige geel van de meeste lichaamsdeelen is levendiger en zuiverder van tint op het rugschild van het kopborststuk v??r de buitengewoon ver achterwaarts gelegen kruinoogen en op het breede achterste stuk van de "handen".
De leden van de derde familie hebben een klein, driehoekig borstschild, tanden op twee reeksen aan den beweeglijken, op ??n reeks aan den onbeweeglijken vinger, een doorn onder den wortel van den gifstekel, hoogstens ??n klein zijoog naast de 3 groote zijoogen en een spoelvormige hand aan den schaar der kaaktasters. De zeer slanke, dunpootige, 37 mM. lange Amerikaansche Schorpioen is op grijsgelen grond fraai zwart gevlekt. Donkerder van kleur en forscher gebouwd, maar tevens zeer slank, is de soms wel 105 mM. lange Hottentotsche Schorpioen .
De Veldschorpioen behoort tot de vierde familie , die van de vorige verschilt door het bezit van 3 groote en 2 kleine bijoogen.
DERDE ORDE.
DE BASTAARDSCHORPIOENEN .
De Boekenschorpioen , die door zijne groote scharen op een Schorpioen zonder staart gelijkt, herinnert door de grootte, de kleur en den algemeenen omtrek van het sterk afgeplatte lichaam aan een Bedwants. Hij houdt zich op in oude huizen, tusschen stoffige boeken, in portefeuilles van herbari?n en in kasten met insectenverzamelingen. Hier maakt hij zich verdienstelijk door Stofluizen, Motten, Mijten en andere kleine Gelede Dieren te verslinden. Bij 't openen van een door hen bewoonde insectenkast ziet men deze diertjes kreeftachtige bewegingen maken, met even groot gemak achteruit en zijwaarts als vooruit loopen en met de lange kaaktasters naar links en rechts telegrafeeren; zij zijn geheel buiten staat om zich tegen de hen vattende vingers te verweeren. Het wijfje legt ongeveer 30 eieren en draagt deze aan de buikzijde van 't achterlijf mede.
Andere soorten van nagenoeg dezelfde grootte en vorm leven onder mos, boomschors, enz. in de vrije natuur.
Bij alle Bastaardschorpioenen --of Schorpioenmijten --is het kopborststuk ongeleed, doch van 2 groeven voorzien, het achterlijf 11- ledig. Bij den voorhoofdsrand hebben zij 3 of 4 oogen, sommige in 't geheel geen. De kaaksprieten zijn weinig ontwikkeld en niet voor 't bijten, maar voor 't zuigen geschikt. Voor 't ademen dienen luchtbuizen met 2 paar ademgaten aan de buikzijde van de beide eerste achterlijfsringen. Aan het tweede buikschild komen de beide geslachtsopeningen en ook de afvoeropeningen van de spinklieren voor.
VIERDE ORDE.
Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg
More posts by @FreeBooks

: Heliogabalus: A Buffoonery in Three Acts by Mencken H L Henry Louis Nathan George Jean - Comedies; Elagabalus Emperor of Rome 204-222 Drama